Blog 20,Slovenië, Ljublana, Ptuj,Jeruzalem,Maribor - Reisverslag uit Ptuj, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Blog 20,Slovenië, Ljublana, Ptuj,Jeruzalem,Maribor - Reisverslag uit Ptuj, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Blog 20,Slovenië, Ljublana, Ptuj,Jeruzalem,Maribor

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

06 Juni 2018 | Slovenië, Ptuj

Blog 20, Slovenië, Ljubljana, Ptuj, Jeruzalem e.o., Maribor

Vrijdag 1 juni vertrek ik van die leuke kleine boerencamping bij Pivava naar de grote camping in de hoofdstad Ljubljana. Als ik er in de ochtend aankom is het er druk, behoorlijk druk. Er staat: inchecken vanaf 14.00 uur maar ik mag al zelf een plek zoeken. Nu is er niet veel keus want ik moet op het gedeelte caravans gaan staan en daar staan ze hutje mutje op elkaar. Eerst ga ik op een plek staan waar geen stroom is en ik heb geen zin om de lange kabel op te diepen uit de auto. Dus weer aanhaken en een andere plek zoeken. Er is nog ruimte onder grote bomen. Voordeel is dat er veel schaduw is, nadeel is dat er geen gras ligt maar donker zand. Blijkbaar heeft het geregend want de grond is nog wat vochtig. Dat wordt kliederen met de pootjes van Monti. Maar ik zet de caravan neer. Wel valt me al wel op dat het er raar ruikt. Een beetje visachtig dat met vlagen langs komt. Maar ik druk het weg en ga wat kletsen met de buren. We bewonderen elkaars voertuig, zij hebben een kleine Ford Transit omgebouwd op een heel praktische manier.

Dan bel ik Savina, de vrouw uit Ljubljana die ik van de week heb ontmoet. Ze komt naar de camping en dan willen we we samen wat gaan drinken. Als ze er is dan blijkt het restaurant tussen 12.00 en 14.00 uur ook niet te werken. In ieder geval krijgen we op twee plekken geen koffie. Dan maar weer terug naar de caravan waar ik wat sap inschenk. Dan valt het me op dat het wel erg vies ruikt op de plek waar we zitten. Maar ook nu druk ik dat gevoel weer weg. Na een uurtje samen wat moeizaam Engels gekletst te hebben gaat Savina weer naar huis. Ik ga me inchecken en raak flink geïrriteerd als ik de prijs vraag. De juffrouw aan de receptie vraagt namelijk hoe lang ik wil blijven. Mijn standaard antwoord is: minimaal 2 nachten en als de plek, het weer en de prijs goed zijn, dan langer. Die prijs is aldus opgebouwd: Inschrijfgeld €1,20 (hoe bedenk je dat), ACSI voorjaar voordeel €19,-, afvalverzameling €2,50 per dag (fraai Ekotax genoemd omdat er 4 grote bakken staan maar die staan zo ver weg dat de kampeerders niet met 4 zakken aankomen, dus 90% in de grijze verzamelbak), dan nog €2,50 tax per persoon voor de stad (klinkt als een hoog bedrag, maar zou kunnen). En wat krijg ik er voor? Een stinkende plek, geen watertap in de buurt, geen wifi in de caravan, een lauwe douche ’s avonds, armzalig sanitair dat niet bij te houden is want de camping is overvol. Ik ben uit mijn humeur en geef bij de receptie aan dat de prijs-kwaliteit niet in verhouding is. “Ja, mevrouw, dit is LJUBLJANA”! Nou voor mij is het gewoon misleiding want er staat dat het een 4 sterren camping zou zijn. Nu moet ik wel zeggen dat de camperhoek er fraai uitziet. Een mooi stuk verhard voor de wagen en daarvoor een grasveldje dat er groen uitziet. Maar daar mag ik niet staan.
Ik haal de fiets uit de auto, monteer de bak er op en ga met Monti naar het centrum. Ik bedenk dat de vier nachten die ik in gedachte heb niet ga uitvoeren. Maar in principe heb ik met Savina de afspraak om maandag koffie in het centrum te gaan drinken. De fietstocht naar het centrum is al een belevenis. Er is een fietspad maar dat is hobbel, hobbel en het is niet recht. Bij bushaltes ga je met een bocht achterlangs. Maar ik kom in het centrum en daar is het gezellig want dit weekend is er het SCIENCE festival. Net zoals het NEMO museum in Amsterdam wetenschap bij kinderen wil brengen is dit festival om wetenschap dichter bij de gewone mensen te brengen. Er is een drukte van jewelste en ik laat Monti in de fietsbox zitten. Ze kijkt belangstellend rond en blaft eens als ze een hond ziet. Een jonge knul maakt een foto van mij met Monti op de fiets.

Na wat rondgelopen te hebben fiets ik terug. Vlak bij de camping is een pizzeria waar ik een kwart pizza koop en die wordt vriendelijk bij me afgegeven terwijl ik de fiets aan de hand heb. Zo hoeft Monti er niet uit, goede service van een aardige jongen. Als ik op de camping aankom dan slaat de vieze lucht me in het gezicht. Ik zit te eten en word er letterlijk beroerd van. De slijmvliezen van mijn neus en keel reageren op de prikkels van de lucht. Ik loop naar de buren aan de andere kant en vraag of zij ook last hebben van een vieze lucht. Zij wel, hij niet, hij ruikt niet zo veel. Maar andere buren klagen ook. Zo besluit ik een klacht in te dienen bij de receptie over de stank in de hoek waar ik sta, op nummer 551. Er zit nu een Nederlandse jongen bij de receptie en die wil het wel eens ruiken. Hij loopt mee naar de hoek waar ik sta en beaamt dat het er niet fris ruikt. Ik geef aan dat ik of ga verplaatsen of weg ga. Nu kan ik niet verplaatsen want de camping is overvol. Er is nog een plekje bij de camperhoek maar daar is geen elektra. Tja, dat is geen optie. Okee, morgenochtend ben ik de eerste die ga verplaatsen als er een goede plek vrij komt.

In de avond ga ik tegen tienen een douche nemen. Alleen is het warme water blijkbaar op want warmer dan lauw krijg ik het water niet uit de kraan. Weer zo iets, ze nemen zoveel toeristen op maar de infrastructuur is niet mee gegroeid. Ze investeren wel in een nieuw gebouw voor de receptie maar niet in de campinghoek van de caravans. Des duivels ben ik en ik schrijf met mijn Mifi gelijk een heel kritische recensie op TripAdvisor. Maar 1 ster geef ik deze camping en raad een ieder aan om niet in de hoek van de 550 te gaan staan. Maar nog beter om een andere camping te kiezen, o.a. in Vipava. Dat lucht een beetje op want ik ben echt geïrriteerd. Dan maar vroeg naar bed en geen blog schrijven, dat komt morgen wel. Maar dit is de eerste keer dat ik echt chagrijnig ben. Op tijd slapen en morgen ga ik gewoon op tijd weg.

Zaterdag 1 juni sta ik om 06.15 uur op en ga al de fiets afbreken. Zelfs de fiets stinkt naar de vieze lucht. Monti komt alle dagen gelijk uit haar hoek naar buiten als ik er uit ben maar vandaag niet. Zelfs om 06.30 uur, 06.45 uur, 07.00 uur, 07.15 uur, 07.30 uur komt ze niet uit haar zelf naar buiten. Ik roep haar, ze kijkt me aan en blijft liggen. Dit is vreemd maar ze wil er echt niet uit. Ik trek haar slaapkleed uit de hoek onder kast vandaan en trek het midden op het pad. Nee hoor, ze komt er niet vanaf. Zou het zijn dat de hond de slechte lucht ook ruikt? Dat ze weet dat er iets niet deugt in de hoek waar wij staan? Pas over achten als ik bijna alles al heb afgebroken komt Monti naar buiten. Een klein stukje lopen voor een plas en dan weer terug en hup in de caravan. Nee kom op, in de auto want ik ben al klaar. Alle keren bind ik haar aan een boom als ik de pootjes ga indraaien en de caravan aanhaak maar nu zet ik haar in de box van de auto.

Ik ga betalen bij de receptie en op de camping lopen zowaar Aziaten. Twee bussen vol die hier in huisjes geslapen hebben. Ze nemen foto’s voor caravans waar fietsen op staan. Een nieuwe tendens, laat Chinezen, want dat zijn het, slapen op campings. Net zoals wij in Azië ‘family-stay’ doen. De juffrouw bij de receptie doet of haar neus bloedt als ik meld dat dit de duurste en de slechtste camping is op mijn reis van 2,5 maand. Ik zeg er nog bij dat zij er niks aan kan doen maar dat ze het wel kan doorgeven aan haar managers. Prijs-kwaliteit moet beter in verhouding zijn. Iets meer betalen is niet het probleem maar wat je er voor krijgt.

Dan de groene kleden oprapen, bah die stinken erg, ik word er vies van. Ik vouw ze op en doe ze dubbelgeklapt in meerdere plastic zakken. Die ga ik eerst afspoelen op de volgende camping want echt ze stinken zo erg dat ik er onpasselijk van word. De buren zeg ik gedag en ik hoor nog even op de valreep dat vannacht de elektrische vouwfiets van de buren daarnaast is gestolen. Er zat een groot slot omheen maar dat is gewoon doorgeknipt. Dit is hier zo’n grote camping met wel 500 plaatsen maar er is geen beveiliging, ook niet in de nacht. Iedereen kan zomaar in en uit lopen, er is geen enkel toezicht op de spullen. Ik ga weg en heb het gevoel dat ik vlucht van deze vieze camping. Buren staan te overleggen want ook zij denken er aan om voortijdig weg te gaan. Iedereen heeft tegenwoordig dure e-bikes bij zich en zij hebben de schrik dat hun fiets hier niet veilig staat. Ik haal ’s nachts wel altijd de accu uit mijn fiets en doe er een dubbel slot om aan mijn caravan. Dan een zwarte hoes om de e-bike om de verleiding niet te groot te maken. Maar het is sneu, net 1 dag op reis en de nieuwe fiets is gestolen. Dan de rompslomp om het verzekeringsgeld te kunnen krijgen.

Ik rijd weg om precies 09.00 uur en voel me gewoon opgelucht. Dat wordt dus ook geen koffie drinken met Savina maar daar blijf ik niet voor op zo’n vieze camping. Op naar Ptuj waar een mooie rustige groene camping is bij een hotel en thermen resort. De camping ligt op 2 kilometer afstand van het Middeleeuwse stadje Ptuj, de oudste stad van Slovenië. Onderweg stop ik een keer om Monti uit te laten op zacht, groen gras. Even de pootjes schoon laten lopen. De handdoeken uit de caravan luchten, haar bed nog een keer uitkloppen en andere schoenen aandoen want ik ruik in de auto en de caravan nog steeds die vieze lucht. De auto mat klop ik uit en dan is de lucht te dragen. De rit is circa 130 kilometer naar rechts van Maribor, Noordoost Slovenië.

Op de camping in Ptuj is niemand bij de receptie maar ik hoor van een fietser die van de camping komt dat ik me moet melden in het hotel. Dat is een chique bedoening daar. Nette juffrouwen achter houten bureaus die zowel hotelgasten inboeken, mensen die een dagje naar de massages en speciale behandelingen gaan en de campinggasten. Divers publiek kun je hier in de lobby vinden. Ik krijg een pasje voor de slagboom en mag zelf een plek uitzoeken. Dat ga ik gelijk doen en laat Monti nog even in de auto zitten. Ja, ik zie een mooie plek met gras maar ook een stuk waar blijkbaar veel regen heeft gestaan. Ik rijd er heen en zet de caravan in een rare positie. Met de ingang op de scheidslijn van het stuk met de buren die vast nog komen en de achterkant op het stuk waar blijkbaar water komt te staan als het regent. Maar zo heeft Monti een bedje van gras onder en voor de caravan. Laat ik het maar eens zo doen want ik houd altijd erg veel rekening met buren. Nu even voor mezelf zorgen en ruimte claimen. Ik sta mooi en voel me weer de oude. Monti ligt al te rollen in het gras en ziet er weer vrolijker uit. Net als ik.

Dan gelijk de fiets uit de auto en de box er weer op. Monti er in en we gaan het stadje bekijken. Er is een drukte van belang want er is een fietstoer voor mountainbikers. Hele gezinnen met kleine kinderen, allemaal met helm op, fietsen in het stadje. Sommige straten zijn afgezet maar ik krijg al wel een indruk hoe leuk dit stadje is. Middeleeuws wordt het genoemd en boven op de heuvel staat in het centrum een reuzengroot kasteel. Een echt kasteel waar kinderen vast ook heel enthousiast van worden. Want zo ziet een echt kasteel er uit. Niks ruïne, gewoon een echt kasteel. Ik fiets wat rond en aan de rand van het stadje is een fraai parkje met heel veel kleurrijke bloemen. Deze plaats ziet er welgesteld uit. Goed onderhouden huizen, goede bestrating, schoon en opgefleurd. Monti mag uit de box en we gaan een stuk in het park lopen en langs de brede rivier, de Drava. Dan ziet Monti een kat in het park en blaft op een heel hoge toon. Naar een kat blaft ze op een andere toonhoogte dan naar een hond. Het is bijna een zingend smeken. De kat gaat krom staan en krijgt een prachtige dikke staart. Het is maar goed dat Monti aan de lijn zit want ze zou zo op dat beest afvliegen. Ik vermoed dat er geen buurkat straks meer mijn tuin in durft te komen want echt ze maakt een kabaal van jewelste.

Dan weer fietsen en ik zie een bord 600m met verder op LIDL. We gaan op zoek en aan de rand van het stadje staat een spiksplinternieuwe LIDL. Ik koop er een grote krop sla, tomaten, kipstukjes en een fles verse sap. Straks ga ik een heerlijke verse maaltijd buiten bereiden. En dat doe ik dan ook direct als ik op de camping ben. Dat is maar goed ook dat ik niet gewacht heb want om 18.00 uur breekt er een helse regenbui met onweer los. De lucht is in een mum van tijd donker en de temperatuur daalt van 30 naar 20 graden. Net op tijd als alles of in de auto of in de caravan is. Alleen heb ik niet echt kunnen genieten van de maaltijd want ik zag de bui aankomen. Maar ik zit droog en dit is een mooi moment om van twee dagen het blog te schrijven. Buiten schreeuwen inmiddels heel wat kinderen die in de huisjes zitten naast de camping. Het zijn jonge voetballers die hier een toernooi hadden. Als het donker is gaan ze vast wel slapen want ze horen bij een sportclub. Ik ga douchen en morgen is er weer een dag. De dagen vliegen om. Het belangrijkste is dat ik weer in mijn goede humeur zit en geniet van dat wat goed is. Een lekker caravannetje, Monti die weer gezellig is, Duitse buren met een camper die het prima vinden dat mijn deur uitkomt in hun tuin, een prima plek op een heerlijke camping in Ptuj.

Zondag 3 juni schijnt gewoon weer de zon als ik om 07.30 uur de caravan uitstap. Wel is het gras behoorlijk nat. Ik leg er de tweede groene mat neer die ik al geschrobd had en die nu een regenbui heeft gekregen. De vieze lucht is er nu wel uit. Eerst met Monti wat lopen en die krijgt buiten de camping jachtinstinct. We lopen langs een graanveld en daar wonen vast veldmuizen. Ze snuft en puft en wil het graanveld in. Maar dat gaat niet gebeuren want dan is ze vertrokken. We gaan terug naar de camping en de fiets wordt klaar gemaakt. Het wordt fietsen vandaag in en door de stad en in een cirkel er om heen. In de stad is een processie aan de gang voor de kerk die in het centrum staat. De priester staat onder net zo’n baldakijn als in het dorp waar de processie was. Hier staan buiten beduidend minder mensen die mee gaan lopen terwijl deze stad groter is dan het dorp waar ik was. Misschien juist daarom wel, op een dorp is de religiositeit nog groter dan in de stad.

De fiets heb ik in het centrum gestald en we lopen door het centrum. Daar zitten op een pleintje twee kleine meisjes een bekertje ijs te eten. Ach, daar laat een van die kleintjes ijs uit haar bakje vallen. De moeder staat op van het terras en wil het ijs met een zakdoekje opnemen. Ik geef haar een seintje dat mijn hondje dat vast heel lekker vindt. Monti likt het ijs van de grond en de meisjes zijn verrukt en vinden Monti veel interessanter dan hun ijsje. Dat wordt aaien met het ijsje in de hand. Een van die meisjes geef ik de lijn van Monti die onderwijl ijs eet en ik maak een paar foto’s. De meisjes gooien met hun lepeltje nog wat extra ijs op de grond voor Monti. “Nu is het genoeg”, zeg ik en geef aan dat dit niet de bedoeling is. Nog een aai en we lopen weer verder.

We fietsen de heuvel op naar het kasteel. Daar is het warm en neem ik een pauze. Ze heeft me leren kennen met samen eten en dat ga ik er gewoon inhouden. Ik maak een boterham extra voor haar en we zitten gebroederlijk of ge zusterlijk ons broodje te eten. Monti gaat languit liggen en doet gewoon een dutje. Even laten slapen en dan weer op de fiets. De andere kant van het stadje verkennen, langs de camping naar een restaurant dat zichzelf aanprijst. Dat is een ritje van circa 5 kilometer vanaf de camping. Monti zit inmiddels ontspannen in de box en kijkt wat rond. Bij het restaurant neem ik een ijscoupe en zij krijgt onder de tafel een bak water. Dan komt een jong stel een praatje maken. Hij is een Oostenrijker en heeft een shirt aan met Amsterdam er op. Zij is Sloveens en ze zijn met hun baby op vakantie in Kroatië en vandaag voor een toer over de grens van Slovenië. Ik krijg wat tips als ze de kaart van Slovenië voor me zien liggen. Altijd leuk om buiten het boekje om ideeën te krijgen.

Dan weer terug naar de camping, het is inmiddels over vieren en het is warm. Monti duikt onder de caravan, een geliefd plekje voor haar en ik ga een probleem oplossen. De deur van de caravan weigert weer open te gaan. De zon staat er op en de deur voelt erg warm aan. De autosleutel hangt in de caravan dus ik kan geen gereedschap of reservesleutel pakken. De deur gaat echt niet open. Maar ik heb een raam op een tochtstand staan. Daar heb ik wel een schroevendraaier voor nodig om de hendeltjes omhoog te kunnen duwen. Kijken of er Nederlanders op de camping staan die er ook zijn. Jawel daar zie ik een Nederlandse camper met een vrouw en een man. Ik loop er heen en zeg dat ik een probleem heb met het slot van mijn caravan. Of ik misschien een schroevendraaier kan lenen om het raam open te maken zodat ik zo naar binnen kan om de deur open te maken. De vrouw geeft aan dat ze net terug zijn van 60 kilometer fietsen en het druk hebben. Ik geef aan dat ze niet hoeven te komen helpen maar dat ik al geholpen ben met een schroevendraaier. De vrouw is duidelijk niet gewillig om te helpen dus ik word wat directer en zeg: “ik ga er van uit dat u wel even wilt helpen als ik om hulp vraag want er staan geen andere Nederlanders die bij de caravan zijn”. “We helpen altijd al iedereen”, is haar antwoord en ze doet een stap opzij om te kijken of haar buren, ook Nederlanders, wel of niet bij de caravan zitten. De man is er bij gekomen en gaat een schroevendraaier zoeken. Hij komt met zo’n kleintje aan waarmee je de spanning meet. “Nee die is te klein want ik moet tussen het raam bij het hendeltje kunnen”. Wat knorrig zoekt hij in een tasje en haalt een grote kruiskopschroevendraaier tevoorschijn. De enige die hij bij zich heeft, zegt hij nog. Hij roept nog na dat als het niet lukt hij straks wel even wil komen kijken. Tja, van deze burenhulp moet ik dus niet hebben.

Ik terug naar de caravan met beide schroevendraaiers en in een mum van tijd heb ik het raam open. Gelijk breng ik de schroevendraaiers terug en complimenteer mevrouw nog even met de 60 kilometer fietstocht naar Maribor. “En nog wel zonder elektrische ondersteuning”, zegt ze er bij. “Helemaal goed, ik doe het is u niet na”. Ik bedank nog even en ga terug naar de caravan.

Nu is het raam wel open maar nu moet ik nog binnen zien te klimmen. Op dat moment komen net mijn Oostenrijkse buren terug en ik vraag of hij atletisch genoeg is om door mijn raam te klimmen om de deur open te maken. De man loopt in zijn zwembroek en klimt als een jonge haan naar binnen. Gelukkig, de deur is nu ook open en ik ben gered. We proberen het slot nog vele malen maar het blijft weigeren. Er zit een blokkade in volgens de buurman. Tka, dat riep ik een maand geleden in Zablak in Montenegro ook al. Waarom het daarna een maand goed is gegaan en nu weer mis, ik weet het niet.

Op de Facebook pagina van de Eriba Touring groep vraag ik raad. Olie er in en vele malen het slot op en neer doen, is het advies. Er komt even een man langs die gisteren de plek naast me had willen nemen maar die stond blank van het regenwater. Grote, flinke vent, grote, flinke handen en hij zal het wel even proberen. “Rustig, rustig dat de sleutel niet breekt want u ziet er wel heeeel sterk uit”. De man heeft meer kracht in zijn handen en zonder de sleutel te verbuigen of te breken en met wat WD40 in het slot gespoten te hebben, krijgt hij er beweging in. Hij doet het weer maar ik durf de deur niet dicht te doen en het slot te proberen want het is echt niet betrouwbaar. De man geeft aan dat het slot echt niet open valt als ik op de snelweg rijd en de deur gewoon dicht duw. Of ik bang ben dat er ’s nachts iemand binnen komt? Aha, ik heb Monti die me beschermt. Dan mag ze blaffen als er een vreemde midden in de nacht binnen komt. Maar zo gaat het niet lopen want van binnen uit kan ik de deur gewoon op slot draaien. Dus die leuke grappen gaan niet op.

De avond is genoeglijk want ik ga met de flexriem een eind lopen. Ik maak nog de grap naar de man met de zwembroek dat hij weet dat ik een half uur weg ben en dat alles in de caravan ligt. De inbreker weet het nu te vinden. Nee, ze zullen wel een oogje in het zeil houden. Prima camping, leuke buren en Monti en ik zijn vandaag goed vrolijk.

Op pad met de flexriem. Als Monti die groene riem ziet dan gaat ze al kwispelen. Dat wordt feest voor haar, rennen en springen door het hoge gras. Buiten de camping is een parkje dat grenst aan een graanveld en een wild stuk gras. Ze is door het dolle, springt en buitelt en rent als een jong hondje in het rond. Dan ziet ze iets waar ze perse heen wil, een hoop zand. Ze springt als een vos met twee voorpoten op de hoop en gaat graven. Onderwijl gromt ze en puft ze op een manier die ik nog niet gehoord heb. Ze ruikt een mol. Dan loopt ze weg en speurt met haar neus over de grond en blijkbaar ruikt ze de mol. Dan gaat ze weer graven en ze is helemaal een andere Monti. Zo is ze ruim een half uur bezig, lopen, speuren, springen en graven. Haar neus en poten zijn helemaal zwart maar dat deert niet. Ze is heel vrolijk en voldaan gaan we terug naar de camping. Daar gaat ze gelijk maffen. Wat heeft zo’n hond het toch eigenlijk gemakkelijk. Tenminste als ze een baasje heeft die met haar lopen gaat.

Er zijn aan beide kanten nieuwe buren, Slovenen die vriendelijk knikken en Fransen die gezellig zijn. Dan de Oostenrijkers nog en ik zit hier prima. Morgen een dag met de auto op pad naar het noord-oosten van Slovenië. Naar de plaats die vanmiddag is aanbevolen. Een mooie naam heeft de plaats: Jeruzalem. Daar zit vast een verhaal achter. Morgen meer.

In de nacht van zondag 3 juni op maandag 4 juni is Wodan flink te keer gegaan boven de camping. Het flitste en donderde en de bokkewagen sprong bijna de caravan in. Alle ramen dicht gedaan en de elektra eruit getrokken want het was echt dikke pret daar boven me. Monti reageert gelukkig niet op onweer en ik doe gewoon mijn oren uit en ga slapen. Wel heb ik eerst nog de luifel in de regenstand gezet want de sluizen waren boven open getrokken. Vanmorgen ligt er een flinke hoeveelheid water in de afwasbak. Ondanks het onweer heb ik goed geslapen.

Vandaag wordt een toertocht met de auto gemaakt. In het ANWB-boekje heb ik gelezen dat er een heel mooie route is in het noord-oosten van Slovenië. In de regio Ljutomer-Jeruzalem-Ormoz is het heuvelachtig en het landschap moet er erg betoverend zijn. Dus op naar deze drie plaatsen waar de mooiste wijnroute van Slovenië is. Via kleine dorpjes waar kerkjes in staan met spitse torens en minstens twee kappellekens langs de weg, rijd ik langs veelkleurige graanvelden en maisvelden. Dan naar boven via kronkelweggetjes en ik kom in het wijngebied. Daar is niks aan gelogen dat het hier idyllisch is want als ik naar Jeruzalem rijd dan zie ik grote geometrisch aangelegde wijngaarden op de hellingen van een heuvel. Hier staan strak betonnen paaltjes in strakke lijnen. Daartussen zijn de druivenstruiken geplant. Er staan kleurige rozenstruiken aan de zijkanten. Dit is zeker geen arme streek want ik zie grote, pastelkleurig geschilderde vrijstaande huizen met kleurrijk verzorgde tuinen. Het is een glooiend landschap dat er lieflijk uitziet.

Hoe komt deze plaats nou aan zo’n bijzondere naam? In 1222 haalde de toenmalige aartsbisschop Duitse Kruisridders naar deze streek om te vechten tegen de Hongaren. Deze mannen beviel deze regio zo goed dat velen hier zijn blijven wonen omdat deze regio zo mooi was. Ze legden wijngaarden aan en werden wijnboeren. Het blijkt dat deze grond van zo’n kwaliteit is dat er diverse soorten druiven kunnen groeien en er een rijke schakering is van wijnen.

In Jeruzalem hebben de Kruisridders een kerkje op de heuvel gezet. Het staat er nog en is te bezichtigen. Het is er koud binnen en het ruikt er vochtig. Er hangen en staan heel grote, donkere barokke afbeeldingen in het kerkje. Naast het kerkje is een gebouw dat sinds jaren is verbouwd tot hotel. Er zijn 10 kamers voor gasten en de prijs is circa €130,- per nacht. Daar krijg je wel het mooiste uitzicht bij over het dal met wijngaarden. De prijzen bij de wijnboer bij het kerkje en hotel van Jeruzalem waren niet onder de €10,- per fles. De wijn uit deze regio is vermaard.

Er staat een heel grote touringcar uit Tsjechië en er staat HOTELBUS op. Als touringcarchauffeur zit daar een mooie jonge meid van 27 jaar. Ongelooflijk dat zij met zo’n veertien gasten op die smalle wegen kan rijden. Ze spreekt aardig Engels maar haar gasten spreken enkel Tsjechisch. Met een groep rijdt ze door het land, ze slapen in de bus en er wordt voor ze gekookt in de bus. Vanavond zie ik de bus hier op de grote parkeerplaats van de camping staan.

Naast de drie plaatsen die ik wil bezoeken krijg ik ook de tip om naar Lendava te rijden. Een plaats aan de Sloveens-Hongaarse grens. De rit er naar toe bekoort me niet. Het is er vlak en een beetje saai. Dit gebied heeft jaren bij Hongarije gehoord en de stijl van de huizen is er anders. De puntdaken hebben aan de voorkant een overkapping en in de nok is die afgevlakt zodat het raam dat er onder zit schaduw heeft. Een beetje een boerderijkap die je bij ons ook wel ziet. Van Lendava ga ik terug richting Ormoz. Daar is een mooi kasteel waar de Tourist Informatie in zit. Het is inmiddels tegen drieën en bloedheet, 34 graden. Wat er te doen is in deze plaats? Wijnproeven, eten, wandelen in de kasteeltuin. Het kan me even niet bekoren. Dan zegt de jonge vrouw: er is lekker ijs te eten bij het busstation. Ja, dat trekt me wel en ik ga op pad naar de aangeprezen ijscoman. Daar krijg ik 3 bollen voor €1,10 en het ijs is net zo lekker als dat van Dubrovnik in Kroatië. Heerlijk vol van smaak. Zo proef ik in Holland zelden ijs.

Terug naar de camping in Ptuj en daar komt de Oostenrijkse buurvrouw vragen hoe mijn toertocht was. Ze vraagt hoe lang ik blijf en of ik al in het grote zwemparadijs ben geweest. Ik geef aan dat het lastig is met Monti om een dagkaart te nemen. Misschien kan ik morgen wel een kaart voor een uur kopen. Dan geeft ze aan nog een extra kaart te hebben van de kleinkinderen die er deze week waren. Zij gaan morgen weg en de kaart is vandaag nog geldig. Ja, die mag ik gebruiken. Snel geef ik Monti, vroeger dan gewoonlijk, te eten en doe haar in de caravan met de ramen open en de ventilator aan. Als ze gegeten heeft dan gaat ze altijd direct slapen dus ik heb nu de kans om te gaan zwemmen. Met de geleende kaart ga ik naar het Thermenbad. Grote baden met grote glijbanen. Die glijbanen zijn niet meer aan mij besteed maar er is een golfslagbad dat woeste golven maakt. Een badmeester houdt toezicht want er is een groep jonge kinderen met twee juffen in het water. Dat is spelevaren. Dan naar het grote, koudere, bad om onder een immense waterstraal te zwemmen. De straal is zo vol dat de oriëntatie waar ik zwem weg is. Nog even bubbelen en na een uur ga ik met de buren weer mee naar de camping waar Monti gewoon rustig in haar slaaphoek ligt te dutten. De deur heb ik trouwens niet op slot gedaan en de waardevolle spullen liggen in de auto.

Vanavond ga ik weer met Monti met de flexriem in het park van het hotel lopen. Ze is weer even enthousiast als gisteren en haar pootjes en neus zitten onder het zand. Ik meld me bij de receptie van het hotel dat ik twee nachten langer blijf dan ik had laten noteren. Dat is geen probleem, er is nog steeds genoeg ruimte. Inmiddels is wel de groep van 14 Twentenaren aan gekomen.

Morgenochtend beslis ik hoe ik de nieuwe dag ga invullen. Tot nu toe vermaak ik me nog steeds prima. Het museum van het kasteel wil ik graag bezoeken want daar worden de grote carnavaleske figuren van de streek bewaard en de stad Maribor wil ik vanuit hier bezoeken. Ik sta op een prima plek op een prima camping dus ik verkas even niet want Monti doet het hier ook goed.

Dinsdag 5 juni geeft de WeerApp aan dat er in de middag regen en onweer te verwachten is. Maar op de morgen is het droog dus ik pak de fiets, zet Monti in de box en fiets naar het kasteel op de heuvel in Ptuj. De buitenkant heb ik al bewonderd maar ik wil toch graag de binnenkant van het kasteel zien en de tentoonstelling van de Kurenti, de monsterlijke figuren die verbeeld zijn in carnavalskledij. In de streek van Ptuj langs de rivier de Drava is een apart carnavals ritueel ontstaan. Grote monsterpakken worden er gedragen, zoals harige berenvacht met om de gordel grote bellen en horens op de kop om de duivels te verjagen. Spitse vogelkoppen met veel veren. Vooral de grote rode tong is opvallend die uit de mond hangt. De duivel is rood met zwart en heeft een harpoen en horens. De duivel wil zielen vangen en de grote carnavaleske figuren verjagen de duivel. Ook wel wordt gezegd dat zo de winter verjaagd wordt en het voorjaar komen kan. In ieder geval een indrukwekkende tentoonstelling die in het bijgebouw van het kasteel te bezichtigen is. Met carnaval worden de monsterpakken weer aan gedaan. Zo te zien zijn er bij die heel wat wegen want ze zijn ppk monsterlijk groot.

Het kasteel zelf telt twee verdiepingen, een zolder en een kelder. Het kasteel ligt op een heuvel en was in de Romeinse tijd al bewoond. In de loop der eeuwen kwamen er aartsbisschoppen en edelen die het kasteel verbouwden en uitbouwden. De adellijke familie die er het laatst woonde moest aan het eind van de 2’Wereldoorlog vluchten voor de partizanen. Ze liet de hele inboedel achter en zo zijn de oorspronkelijke meubels, wandtapijten, schilderijen in tact gevonden en bij een stichting onder gebracht. Ik mag alleen door het kasteel dwalen, lijk de enige bezoeker te zijn. Zaal na zaal loop ik door het kasteel. Overal is pracht en praal te zien. Vooral de stenen haarden in de hoek van de zalen vind ik prachtig. Er hangen grote kleurrijke gobelins waarvan de kleuren nog levendig blauw en roze zijn. De schilderijen geven een beeld van de edelen die er gewoond hebben. Ook de slaapkamers en kinderkamers zijn nog intact.

Er zijn twee verdiepingen. Op de bovenste verdieping staan veel sculpturen van uit die tijd maar ook van huidige kunstenaars. Beneden is de vroegere danszaal ingericht als een groot leslokaal. Er hangen prachtige doeken van vooral vrouwen uit andere culturen. Het blijkt dat die geschilderd zijn aan de hand van beschrijvingen van bezoekers aan Turkije en andere verre landen. Grote indrukwekkende schilderijen die zo in een echt groot museum zouden kunnen hangen.

Beneden in de kelder is de muziektentoonstelling van ruim 200 instumenten die door de laatste bewoners zijn achter gelaten. Blaasinstrumenten als klarinetten, hobo’s, strijkinstrumenten zoals violen en cello’s. Een heel scala van instrumenten die door een muziekcorps van het leger werd gebruikt. Er is beneden ook een zaal met vroegere oorlogsmateriaal zoals harnassen, geweren, bajonetten. Er is echt van alles te zien en de ruimtes zijn ook indrukwekkend. Ik ben ruim een uur hier gaan rondkijken en had nog langer kunnen kijken maar Monti lag braaf in de schaduw beneden vastgebonden aan een bank. Een van de suppoosten had thuis ook een hond en die zag ik tussendoor bij Monti op de bank zitten. Zo was zij niet lang alleen.

In het boek dat er lag heb ik geschreven dat het kasteel echt een bezoek van binnen waard is. Niet alleen een paar foto’s van de buitenkant maar ga er naar binnen. Het is de €5,- gepensioneerde prijs meer dan waard. Vooral op een regenachtige dag is dit een bijzonder mooi uitje. Op TripAdvisor heb ik dit kasteel van Ptuj 5 sterren gegeven. Gewoon prachtig mooi om er zo alleen te mogen ronddwalen. Voor kinderen ook zeker heel aantrekkelijk.

De middag doe ik rustig aan op de camping. De bui gaat er aan komen en ik breek de fiets alvast af en zet die in de auto. Morgen wordt weer een autodag en dan is de fiets tenminste schoon en droog al weg geborgen. Dan ga ik nog een uurtje wandelen met Monti met de flexriem zodra de bui zo goed als over is. Er is weer genoeg water gevallen en delen van de camping staan weer blank. Ik geniet nog steeds van mijn plek dus nog twee nachtjes hier slapen en dan verkassen. Er is namelijk een tijd van komen en van gaan.

Woensdag 6 juni geeft de WeerApp weer hetzelfde beeld als gisteren: op de dag droog en zonnig en in de namiddag grote kans op buien. Dus vroeg op pad naar de een na grootste stad Maribor waar 200.000 inwoners wonen. Dat is dus 10% van de Sloveens bevolking. Het is vanuit Ptuj een rit van 29 kilometer waarvan een deel via de snelweg gaat. Maribor is groot en de buitenwijk waar ik door rijd is van een grote stad. Ik houd het centrum aan en ga dit keer een parkeerplek in het centrum zoeken. Dat wordt de City Parkeergarage want die naam kan ik goed onthouden. Nu moet je weten dat dit een joekel van een ondergrondse parkeergarage is die vast tientallen jaren geleden is gebouwd. Het binnenkomen geeft me al een probleem want de ticket moet getrokken worden op een stevige helling. Dus de handrem er op maar ik sta te ver van dat apparaat. Terwijl ik het raam open draai slaat de motor af. Oef, er staat een auto achter me en wel heel dicht bij me. Dat wordt een echte examenopdracht hellingproef. Rustig blijven, zeg ik tegen mezelf. Ze wachten maar en ik stap uit om de ticket te pakken. Deur dicht, handrem stevig aan, versnelling vrij, starten en in z’n 1. Dan dot gas en handrem los. Het gaat gelukkig goed maar deze parkeergarage is echt een opgave. Smalle bochten en ik zie dat menigeen de vangrail geraakt heeft. Dat wil ik niet dus ik neem de tijd om binnen te komen. Het staat er vol en de plekken zijn smaller dan welke parkeergarage ook. Ook zijn tegenwoordig de auto’s breder, robuuster en dat gaat nog een klus worden om in het half donker zonder schade te rijden op een plek te komen. Ik betreur het al dat ik hier binnen ben gereden maar zie het maar als een opgave. Met veel stuurmanskunst zet ik de auto op een te krappe plek. Ik kan er maar net uit en Monti durft er niet uit te springen want de deur kan maar een klein stukje open. Ik trek haar aan de riem naar buiten en zo buitelt ze uit de auto. Nu maar hopen dat de auto naast me me geen buts oplevert. Ik noteer voor de zekerheid het kenteken van die auto. En ook het nummer van mijn parkeervak en etage want het mag me niet overkomen dat ik mijn auto niet kan terugvinden.

Op naar het centrum van Maribor. Een stad, een echte stad met brede winkelstraten en mooie etalages. Eigenlijk is hier een heel klein centrum dat aantrekkelijk is voor toeristen. Of je moet van shoppen houden dan is dit wel een goede plek. In het centrum staat een monumentaal pand dat fraai is. Ook een mooie kerk van rode bakstenen. Maar het meest bijzonder vind ik het grote ronde monument waar namen op staan van mannen die gedood zijn in 1942. Het zouden verraders zijn. Nu moet ik nog opzoeken of deze tekst van de vijand was, wat ik vermoed want waarom zou er anders zo’n groot monument staan. Het bijzondere is van dit kunstwerk is dat als je iets langer kijkt je allemaal gezichten zit. Dit zijn in het koper gemaakt en vanuit een bepaalde hoek te zien.

Er staan wat marktkramen en daar lopen vrouwen met? Honden! Koren op de molen voor Monti die een blafserie geeft. Ze valt van de ene blaf in de andere en is niet te corrigeren. Ze heeft het niet op deze honden en dit plein. Dan maar door naar een van de mooie winkelstraten. Maar alsof ze haar dag niet heeft, ze blaft ook naar een vrouw die met een stok loopt en haar juist aardig wil toespreken. Paraplu’s en stokken, niet haar ding en die mensen vertrouwt ze niet. Ik word er wat kriegel van en ga proberen de onrust weg te nemen door in de schaduw op een bank te gaan zitten. Gelukkig, ze neemt even haar rust en gaat onder de bank liggen. Dit uitje is het vandaag niet. De stad kan mij niet echt bekoren want ik ben niet van plan om te gaan winkelen en het is warm en Monti is onrustig. Dan maar terug naar de City Parkeergarage en mijn auto zien te vinden. De lift, daar heeft dit hondje het ook niet op. Misschien kent ze geen lift maar ze wil er niet in. Dan maar met stijve achterpootjes over de drempel getrokken want we gaan naar de auto. Even betalen, altijd te veel, en de auto zoeken. Zonder kleerscheuren er uit zien te rijden en dan kijken welke kant ik op moet. Natuurlijk anders dan ik denk want er is een wegopbreking. Maar de navigatie pakt de draad weer op.

Bij een Hofer, volgens mij Aldi, buiten Maribo doe ik de inkopen om voor vandaag en morgen te koken. Morgenochtend rijd ik namelijk weg richting Celje. Vijf nachten heb ik hier dan gestaan en de omgeving van Noord-Oost Slovenië verkend. De regio van Vipava, de dagen hiervoor hebben me meer bekoord. Ljubljana is mooi maar druk, Ptuj is klein en mooi, Maribo, vast mooi maar niet mijn smaak. De regio rond het wijndorp Jeruzalem, prachtig. Even heb ik genoeg steden gezien, nu weer door naar de natuur. Bergen en meren worden dat in de regio Velenje-Celje-Domale, noord-midden Slovenië.
Terug op de camping ga ik met Monti aan de flexriem lopen. Daarna ga ik nog ene klein half uur zwemmen via een sluipingang. Dan ga ik bij het hotel de campingnachten betalen en zowaar, dit is de eerste camping waar ik voor Monti moet betalen. Nog wel €4,- per nacht. Dat is een dure hond want voor vijf nachten is dat €20,-. Wat heb ik voor haar gekregen? Eigenlijk niks want de hondendrollen heb ik ook nog zelf opgeruimd. Maar goed, ik heb hier met plezier gestaan op een mooi stukje gras.

Velen van mijn volgers zijn inmiddels met vakantie. Allen plezierige reis en veel zonneschijn. Geniet er van want bedenk: er is een tijd van komen en van gaan!

Wordt vervolgd vanaf de volgende camping.

  • 06 Juni 2018 - 20:25

    Marijke:

    Wat een geweldig blog weer Nicolette! Realiseerde me dat je zonder je hondje evenveel schreef, zou het na moeten lezen hoe anders dat was!
    Lieve groet vanuit Patras in Griekenland!

  • 06 Juni 2018 - 21:04

    Willy:

    Hoi ,hoi

    Wat hebben we weer genoten van je verhalen. Af en toe in een deuk gelegen.
    Je bent ook op plekken geweest die voor ons herkenbaar zijn.
    We kijken uit naar je volgende belevenissen.
    Blijf genieten met Monty.
    Groetjes van ons uit een regenachtig koud Spanje

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicolette

Inmiddels is het 2024 en ben ik alweer 76 jaar en 11 jaar met pensioen. In de afgelopen vier jaar heb ik niet gereisd. Corona gaf een kink in de kabel. De Eriba Triton 418 werd verkocht en een houten zomerhuisje op RCN Het Grote Bos in Doorn, samen met mijn dochter, gekocht. Klussen stond op het programma. Maar ik mistte het reizen, het avontuur van onderweg zijn. Het huisje is verkocht en nieuwe plannen worden gemaakt. In de haren 2013-2015 heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn. In 2017-2020 heb ik met de caravan gereisd. In 2017 door België en Frankrijk; in 2018 door Kroatië/Montenegro/Slovenië; in 2019 door Portugal en Spanje. Toen kwam de Covid epidemie en ben ik in Nederland gebleven. Op de reis door Montenegro heb ik een zwerfhondje mee genomen en haar Monti genoemd.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 1282
Totaal aantal bezoekers 94578

Voorgaande reizen:

20 April 2024 - 10 Juni 2024

Terug naar nu, met Monti op avontuur in Italië

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: