Blog 11, Montenegro: Perast, Kotor, Tivat - Reisverslag uit Kamenari, Montenegro van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Blog 11, Montenegro: Perast, Kotor, Tivat - Reisverslag uit Kamenari, Montenegro van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Blog 11, Montenegro: Perast, Kotor, Tivat

Door: Nicolette48

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

22 April 2018 | Montenegro, Kamenari

Blog 11, Eerste vijf dagen indrukken Montenegro, op de fiets naar Perast, Kotor, Tivat

Op dinsdag 17 april verlaat ik de Camping Pod Maslinom (onder de olijfbomen), 16 km vóór Dubrovnik om naar Montenegro te rijden. Vroeg in de ochtend spoel ik de auto en de caravan nog met water af om het rozerode Saharazand er af te krijgen. Eigenlijk weet ik nog steeds niet naar welke plaats en camping ik in Montenegro zal gaan. Dan komt de jongeman van de camping langs met een pikhouweel in zijn hand. “Of hij een goede camping langs de Baai van Kotor weet?” Hij heeft nog wel een folder liggen van een camping die door bezoekers is geprezen. Hij haalt de folder en ik besluit om de coördinaten van die camping in te toetsen want er staat geen adres bij. Soms zijn de dorpen zo klein dat het logisch lijkt te zijn dat de camping gevonden wordt. Om 10.00 uur rijd ik weg richting Dubrovnik. Nu rijd ik zelf op de weg die ik twee keer met de bus heb gereden. Nog even geniet ik van het uitzicht op de mooie stad Dubrovnik en dan concentreer ik me op de smalle en kronkelige tweebaansweg.

Hoe verder ik richting de grens van Kroatië naar Montenegro rijd, hoe meer het landschap verandert. Opvallend is hoeveel hoge cipressen er staan. Het is een genoegen om hier in het voorjaar te rijden. De struiken hebben gele bloesem en witte bloemen, de bomen hebben diverse kleuren groen. Daar tussen staan hoge naaldbomen waarvan de kruinen uitwaaieren. De hoge donkergroene cipressen steken mooi af tegen de lichtgroene bladeren van de uitlopende bomen. Het lijken net soldaatjes die parmantig in een rij staan.

Dan komt de grens van Kroatië. De heren hebben geen haast, er wordt wat heen en weer gelopen en gepraat maar er zit geen schot in de rij. Ik stap uit om een boterham te eten en vraag onnozel aan een man of dit de grens van Kroatië of Montenegro is. Dan mag ik door, even het paspoort laten zien en de autopapieren en zowaar er zit een vrolijke douaneman in het hok die ook Engels spreekt. Ik vertel hem dat ik over vier weken terug kom. Tot ziens dan maar en daar ga ik. Op naar de volgende grens, die van Montenegro. Daar moet ik naar een hokje aan de rechterkant. De man gebaart me uit te stappen en blijkbaar ben ik niet vlug genoeg naar zijn zin want hij gaat gebaren maken. Ik raak net gewend aan het tempo van de douaniers en haast me niet. Ik loop naar hem toe en zeg met een brede glimlach, “please quiet, I am pensionada, no hurry”. Er zit nog een man in het hok en ze spreken geen van beiden Engels. Dus dat wordt met gebarentaal uitleggen dat ik geen hoog tempo meer heb. Zie je het me doen? Omgekeerde wereld dit keer bij de grens.

Het paspoort en de autopapieren worden wel bevonden en dan vraagt de man: “Insurance? Paper?”. Dus toch twee woorden Engels en nu snap ik niet wat hij bedoelt. Natuurlijk is de auto verzekerd, zeg ik in het Engels maar wat voor een papier moet hij nu hebben? Hij laat een papiertje zien en zegt dat ik dat moet invullen en betalen? Niks betalen zeg ik, paspoort en autopapieren zijn goed en voor Montenegro hoef ik niet te betalen. Ik moet mijn caravan verderop aan de kant zetten terwijl hij mijn paspoort houdt. Op zoek naar de verzekeringspapieren in de map die in de caravan liggen. Met de map onder mijn arm loop ik terug naar de man in het hok en bedenk me ineens dat hij wellicht mijn groene kaart bedoelt. Ik pak mijn mapje waar papieren van de auto en caravan in zitten en laat hem de groene kaarten zien. “Of hij die misschien bedoelt?” En ja hoor, die moet hij zien. Die worden door hem uit het mapje gesjord en dan is het opgelost. Ik doe alsof ik erg blij ben, de mannen krijgen een handkus van me en ik loop terug naar de auto. Montenegro, here I come for four weeks!

De natuur is niet veel anders zo net over de grens. De mooie lijn van de cipressen zet zich voort, alleen is het wegdek wat minder vlak. Dan wordt de omgeving wat rommeliger, beetje armoedig en onverzorgd ziet het er uit. Er wordt op hele stukken aan de weg gewerkt. Een man staat met een bezem te vegen en een ander staat met een blazer het stof naar de kant te blazen. Dat is nog eens arbeidsintensief werken. Dan komt er een rare situatie. Er wordt op een stuk aan de weg gewerkt en er staat een stoplicht. Dat staat op rood en een man gebaart dat de auto voor me door moet rijden. Die doet dat dus en ik moet wachten want er komt een tegenligger. Als die voorbij is dan gebaart hij mij dat ik door moet rijden. Dat doe ik en dan kom ik klem te zitten want op mijn helft staat een grote wagen voor wegwerkzaamheden. Dan komt er nog eens een vrachtwagen tussen staan en die staat werkelijk tot aan mijn bumper. Ik sta klem en pak mijn mobiel om een foto te maken van deze vreemde situatie. Gewoon maar rustig blijven en blijven staan tot hij weer weg gaat. Onderhand eet ik een boterham en kijk maar wat rond. Maar alles lost zich op en na een kleine vijf minuten ben ik bevrijd van de vrachtwagen en start mijn auto weer.

Waar denk je aan als je Montenegro hoort? Uit het boek van Paul Wennekes, ‘Montenegro’ haal ik dit citaat van A. den Doolaard: ‘Het was op een mooie, zonnige dag dat God tijdens de schepping met een grote zak stenen over de aarde vloog. Het was warm. Stiekem, boven de Heer, vloog de duivel mee die op een goed moment zijn kans zag en met een mes een scheur in de zak sneed. De stenen vielen er uit en ploften op de aarde en zo ontstond Montenegro: Het land achter Gods rug. Het land waar men stenen zaait, maar helden oogst.’ Stenen genoeg hier en hoge bergen. De schaduwkant lijkt zwart, de zonkant groen.

De eerste grote plaats aan de Boka Kotorska, ofwel Baai van Kotor is Hercegnovi. Een beroemde plaats want oud dictator Tito had hier in de Yoegoslavische tijd een groot buitenverblijf. Chaotisch en stoffig noem ik deze omgeving. De dorpjes die hierna komen liggen tegen elkaar aangeplakt. En zo kom ik, geregeld in z’n twee, op de plek waar ik moet zijn, het dorpje Morinj en vind Autocamp Naluka. Hier komt een bijzonder toeval kijken. De campingbaas vertelt dat er gisteren Nederlanders waren. Een man, Paul Wennekes en zijn vrouw. Nee maar, die ken ik, zeg ik hem. Ik spreek trouwens Engels met hem en soms ook Duits. Ik vertel hem dat ik deze man op een beurs heb ontmoet toen hij een presentatie over Montenegro gaf en dat ik ze in Podgorica zou gaan opzoeken. Hij is net zo verbaast en vraagt dus of Paul mij kent? Nou kent? Hij weet mijn naam en we hebben gemaild dat ik naar Montenegro kom. Hij pakt zijn telefoon en belt hem op. Dan geeft hij zijn mobiel aan mij en ik spreek dus met deze Paul Wennekes, beroemd om het boek dat hij over Montenegro en Albanie heeft geschreven want hij is reisjournalist. Hoe toevallig kan het soms lopen.

Het leuke is wel dat ik nu een beetje een bijzonder persoon ben voor de campingbaas want ik vertel hem dat ik geen toerist ben maar een reiziger. Net als Paul Wennekes en dat ik een blog schrijf en zeker Montenegro ga promoten onder mijn vrienden om te bezoeken. Hij is verguld en ik met de plek die ik aan het water krijg. Een prachtige plek aan de rivier de Morinj die om de hoek uitkomt op de Baai van Kotor. Mijn uitzicht is op een hoge zwarte berg, vandaar de naam Montenegro, dat zwarte berg betekent. De fiets haal ik uit de auto en ik ga naar een kleine plaatselijke supermarkt wat inkopen doen. Daar is ook weer iets bijzonders. Ik draag op mijn reizen altijd een zilveren kettinkje met een hangertje waar 9 kleine edelsteentjes in zitten. Dit heb ik in 2013 gekregen van een collega/klant toen ik op reis naar Vietnam ging. Het meisje aan de kassa zie ik naar mijn kettinkje kijken en ze zegt dat ze de betekenis van de edelstenen kent. De negen edelsteentjes zorgen er voor dat de drager er van goed in balans is. Ze spreekt een aardig woord Engels en het blijkt dat ze veel van edelstenen weet. Nou heb ik jou daar, denk ik. Ik draag al jaren dat hangertje op mijn reizen en nog nooit heeft iemand er iets van gezegd. Zelfs mijn eigen kinderen beseffen de waarde van dit hangertje niet en dit meisje in Montenegro zegt er wat van. Is dat nou niet leuk?

Dan komen de buren rechts thuis, een jong Duits stel met een baby van nog geen jaar. Klik is het en we hebben gelijk contact. Ze duiken om de beurt de koude rivier in, brrr, zo sportief. Ze hebben ouderschapsverlof en reizen in een gele volkswagenbus door naar Albanië. We wisselen emailadressen uit zodat we elkaar kunnen tippen op goede campings in Montenegro en Albanië Je weet maar nooit waar mijn reis naar toe leidt.

Na het eten komt de campingbaas even kijken en ik show hem mijn Eribaatje. Of ik een schnaps van de streek wil drinken? Ja, dat wil ik wel en ik ga met hem mee naar zijn huis dat op het campingterrein staat. Ik krijg twee soorten zelf gebrouwen likeur te proeven. Eentje gemaakt van grapes (druiven) en de ander van perziken. Die van grapes smaakt me het beste. Gelukkig is het glaasje niet groot want ik ben niet gewend om zulk sterk spul te drinken. De beste man is wat alleen want het blijkt dat zijn vrouw de kuierlatten heeft genomen naar Slovenië. Hij geeft me de twee boeken te leen van Paul Wennekes over Montenegro en Albanië en ik besluit om hier de hele week te blijven staan. Tips volop ga ik de komende dagen krijgen van deze campingman en die vallen in goede aarde. Ik laat me graag inspireren om dit mooie bijzondere land te gaan ontdekken. De eerste indruk is dat de bergen wel erg hoog en donker zijn. Volgens hem zijn de rotsen niet donkerder dan in Oostenrijk maar lijkt dat door de lichtval. Wie het weet mag het zeggen, waarom lijken de bergen in Montenegro zwart? (ik denk het nu te weten en zal dat in het volgende blog vertellen)

Vanavond heb ik via Messenger nog contact met Nathalie en Dominique die op dit moment in Budva in Montenegro op een camping staan. We spreken af dat ze morgenavond op deze camping Naluka komen en we samen eten. Morgenochtend vraag ik de campingbaas het plekje naast me voor hun te reserveren zodra de jonge Duitsers met baby vertrekken. Ik ga eerst een fietstocht maken naar het dorpje Perast dat aan de Baai van Kotor lig en waar een bijzonder legende speelt. Hierover schrijf ik morgen meer.

Nog even dit. Op mijn vorige camping kreeg ik al het gevoel dat ik dezelfde sfeer kreeg als in de Baltische Staten. Mensen die rondtrekken in die landen en hier in zuid Kroatië en Montenegro, lopen vanzelf naar elkaar toe om informatie uit te wisselen en een praatje te maken. Hoe anders was dat vorig jaar in Frankrijk, daar heb ik dit gevoel nooit gehad. Dit is de sfeer die bij me past. Het gemakkelijk elkaar aanspreken en wat delen. Zo leuk dus ook dat Nathalie en Dominique morgen hier komen staan en we een avond met elkaar delen. Daarna is het weer een tijd van gaan. Dit is contact aangaan in het nu en weten dat je straks weer los moet laten.

Woensdag 18 april start ik de dag vroeg want om kwart over zes ben ik al wakker. Dat komt wel goed uit want vanmiddag wil ik op tijd terug zijn op de camping voor als de Fransen komen. De fiets wordt opgetuigd en net over achten rijd ik weg richting Perast om daar de watertaxi te nemen naar het eilandje Gospa od Skrpjela, ofwel het eiland van de Madonna. Het is een kleine 13 kilometer fietsen over de tweebaansweg maar het is nog niet zo druk want het is vroeg.

Een prachtig uitzicht heb ik over de baai van Kotor en ik fiets door het dorpje Risan en kom langs een paar kleine oude scheepswerven die nog in gebruik zijn. Maar alles is hier nog kleinschalig en niet echt vercommercialiseerd voor toeristen. Hier nog niet maar dat gaat wel veranderen want ik zie tegen de berg aan een groot hotel en appartementencomplex verrijzen. De regering van Montenegro geeft projectontwikkelaars vrij spel. Het verkrijgen van een vergunning om wat dan ook te bouwen is geen probleem want de afspraak is gemaakt dat een deel van het inkomen aan de staat wordt afgedragen. Dit geld wordt geïnvesteerd in het binnenland om o.a. de schaapsherders een toeslag te geven zodat het wegtrekken uit het binnenland wordt afgeremd. Maar ik zie het als een korte termijn beleid want echt in die mooie hoge bergen die zo statig uit de zee oprijzen worden happen groen geknipt en daar komen afschuwelijke betonnen complexen te staan. Het beeld van de kust en de berg wordt er door geschaad. Als deze wildgroei zo door gaat dan is over vijftig jaar het natuurlijke beeld van de kust hier niet meer zo mooi als die nu is. Dus mensen, ga nu naar Montenegro nu het nog redelijk puur is.

In Perast worden de terrassen klaar gemaakt, de kleedjes worden op de tafels gelegd en de kussens in de stoelen. Er wordt geveegd en gestoft maar ik zie enkel wat hotelgasten. Perast is niet groot, het is een lintdorp langs de baai. De doorgaande weg gaat boven het stadje door. Er staan nog heel mooie oude Venetiaanse huizen. Ik zie een heel klein kerkje dat echt oud is, helaas is het op slot. Een bergstroom stroomt onder de huizen door. Een paar oude huizen staan er verlaten bij maar de eerste indruk is: hier wordt gerenoveerd en geïnvesteerd. Mag ook wel want ook Perast is op de Unesco Werelderfgoedlijst. Daar mag geen hoogbouw plaatsvinden. Dan op zoek naar de watertaxi Dana die de toeristen die naar het beroemde eilandje met de kerk met de blauwe koepel willen gaan, overzetten. Mijn e-bike wordt van de trap gedragen, op slot gezet en ik stap in de boot. Er zitten enkel twee vrouwen in die ook naar het eiland gaan.

Het is nog vroeg, voor negenen en als ik op het eiland aankom dan blijken deze twee vrouwen de kerk en het museum te bemensen. Ik ben de eerste toerist die komt kijken. Als de kerkdeur open gaat dan blijkt er toch nog een andere vrouw te zitten die wat stuurs kijkt. Ik kom de kerk binnen en mijn mond valt open van verbazing. Wonderschoon is dit kerkje, zoveel moois is er te zien. Er hangt geen kruisbeeld maar boven het altaar hangt het schilderij van de Madonna met het kind. Het altaar is mooi, barokstijl maar niet te overdadig. Het plafond is beschilderd en eigenlijk zijn alle wanden beschilderd. Ik meen 28 schilderingen van dezelfde schilder. Daaronder hangt een strook met zilverbeslag. Prachtig is het en er is veel te zien. Als de stuurse vrouw ziet hoe ik geïmponeerd ben door dit kerkje, er zelfs wat stil van word, ontdooit ze. Ze staat op en ze wordt voor een half uur mijn privé gids. Ze vertelt zoveel van de geschiedenis want er is een legende rond dit eiland die heel bijzonder is. Er bestaan diverse versies van, ik heb er al een gelezen in het boek Montenegro van Paul Wennekes. Zij vertelt het verhaal iets anders maar de kern is hetzelfde. Mocht hier meer van willen lezen kijk dan op Google onder Perast Montenegro legende.

De kern van de legende is dat hier heel vroeger vissers leefden. Soms kwam er een boot in de baai en die beroofden de vissers. Ze vermoorden de bemanning, roofden de boot leeg en lieten het schip zinken. Dat stapelde zich op eerdere vergane boten rond een rots die er lag. Die rots kwam met een punt boven het water en op een keer lag daar een schilderij tegen aan, Madonna met het kind. Het schilderij werd mee genomen naar de wal maar er werd besloten dat dit schilderij terug gebracht moest worden naar de rots. Maar er was geen eiland dus de vissers roeiden in boten en brachten rotsblokken naar de rots en kieperden die over boord. Zo ontstond er een kunstmatig eiland. Dat is nu in de vorm van een boot gemaakt en van boven af is dat te zien. Het schilderij van de Madonna moest beschermd worden tegen de weersinvloeden en zo werd er een koepel boven gebouwd. Dat werd uitgebouwd tot een kleine kerk. Jaren deden de bewoners van Perast er over om het kerkje te bouwen.

Dan is het half tien en stromen er horden toeristen binnen. De gids neemt me mee naar het kleine museum waar €1,50 voor gevraagd wordt. Dit museum is in een stuk dat aan de kerk is gebouwd. Om het gemoed zuiver te krijgen werden er veel donaties geschonken want er was veel slechts daar gedaan. Het eiland is immers gebouwd op dode zeelieden en gezonken schepen. Boetedoening door het schenken van geweren, veel zilver, diverse gebruiksvoorwerpen, schilderijen. Er hangt een bijzonder mooi geborduurd schilderij van een inwoonster die er jaren over gedaan heeft. Ze borduurde zelfs op verschillende plekken met een eigen haar het kapsel van de afbeelding. Zo wees de gids me op een donkere haar toen ze jong was, een grauwe haar en een grijze haar. Het blijkt een bijzonder schilderij te zijn. Het ziet er ook prachtig uit en ik zou het over hoofd gezien hebben als ik hier niet op gewezen was.

Als de groep toeristen weer uit het kerkje is neemt de gids me weer mee naar de kerk. Dan vertelt ze me dat ieder jaar op 22 juli er een processie is van boten naar het eiland. Dan worden er uit traditie stenen in het water gegooid, zo groeit het eiland nog steeds een beetje. Ook dit heb ik al gelezen maar wat ze dan doet, dat heb ik nergens gelezen. Ze vertelt dat de processie rond het altaar gaat. Er blijkt een kleine doorgang van, ik schat 40 cm achter het altaar te zijn. Ik moet mijn rugzakje afdoen want anders kan ik er niet door. Ik loop dwars en halverwege het altaar is aan de achterkant een gat in de muur onder het altaar. Daar moet ik mijn hand insteken, daar voel je dat het altaar op een rots is gebouwd. Dit is het ritueel dat jaarlijks op 22 juli gehouden wordt en waar ik nu deelgenoot van mag zijn. Heel bijzonder vind ik dit. Ik vraag de gids of ze dit vaker met toeristen doet. Zij geeft aan dat de meeste toeristen anders kijken naar het kerkje en soms de icecream en het uitzicht op de baai interessanter vinden. Enkel met mensen waarvan ze voelt dat ze ‘goede energie’ hebben voor de historie van het eiland en het kerkje, doet ze dit weleens. Ik voel me vereerd en na nog wat aanwijzingen buiten rond de kerk nemen we afscheid met een knuffel. Ze loopt nog even mee naar de watertaxi en we zwaaien nog even. De vrouw die eerst zo stuurs leek, blijkt een bijzondere gids te zijn die er van geniet om echt gehoor te vinden over wat er te vertellen is over deze bijzondere plek. Een cultuurhistorica die eigenlijk niet echt op de goede plek zit maar er wat van maakt en blij is als ze iemand treft die echt interesse heeft in de geschiedenis van haar kerkje en eiland. Dus als je naar Montenegro gaat, bezoek dit eilandje en kerkje met het schilderij van de Madonna met het kind.

Veel te laat meld ik me weer bij de Watertaxi Dana en die zet me vast af want mijn prijs is €7,- voor het retourtje overtocht van vijf minuten. Snel verdiend is dat maar dit bezoek is voor mij het geld dubbel en dwars waard geweest. De fiets wordt weer op de weg gezet en ik rijd weer 13 kilometer terug naar de camping. Daar verschijnen ineens Valerie en Philippe bij mijn caravan. Hun verwacht ik niet, ik verwacht Nathalie en Dominique. Maar blijkbaar hebben ze afgesproken om met z’n allen naar deze camping te komen. De tuinman komt me vragen of deze Fransen op de gereserveerde plek moeten staan. Maar nee, die is voorbehouden voor die andere Fransen met de witte labrador. Die moet namelijk in de schaduw kunnen liggen want het is deze dagen al flink warm. Twee uur later komen de andere Fransen en dan is het gelijk weer dikke pret. Jeetje, wat kan ik lachen met deze mensen. Die Nathalie is zo gek, ze kan zo het theater in met haar manier van kijken en bewegen. Zo expressief en we halen bij elkaar het goede en humoristische naar boven. We gaan met z’n vijven met de hond Artemis nog een wandelingetje langs het strand maken en dan worden er volop foto’s gemaakt.

Nu komt het cultuurverschil van de Hollanders en de Fransen zich aanmelden. Ik krijg om half zes trek in eten maar zij hebben tussen de middag al warm gegeten. Eten? “Mais non, pas om acht uur, dan eten we poule, dus kip”. Dit gaat allemaal in het Frans en Engels. Acht uur haal ik niet dus ik maak alvast wat spaghetti warm. Tegen achten staat de tafel aan de waterkant en schuiven we aan. De schnaps wordt gedronken en de stemming komt er in. Maar dan gaat de conversatie in het Frans steeds sneller en ik kan het echt niet meer volgen. Wij eten kip maar Nathalie zit met een bord vol met kipresten voor haar neus. Zij kluift ieder botje af en knaagt het kraakbeen er af. Valerie en ik kijken verwonderd naar hoe ze eet en wij gruwen er van. Nathalie geniet en roept: “zijn jullie nooit in Afrika en Azië geweest?” Op gegeven moment is de ene lachbui na de andere en mijn buik doet er gewoon zeer van. Zo veel heb ik in tijden niet gelachen. Om 22.45 uur zeg ik toch echt dat ik nog mijn blog moet schrijven. Maar daar komt natuurlijk niks meer van terecht want ik ben hor en dol van al dat geklets in het Frans en dat gelach. We keren allemaal naar ons eigen nachtverblijf en ik zit nog lang na te genieten van deze bijzonder avond. Zo leuk dat ze voor mij naar deze camping zijn gekomen om een te gekke avond met elkaar te hebben. Dat is volop genieten.

Donderdag 18 april word ik om zeven uur gewekt door de zon. Het belooft een paar heel zonnige dagen te worden, net zo als in Nederland. Het is al 20 graden in mijn caravan en ik doe snel alle ramen open zodat de frisse lucht binnen kan komen. Wat heb ik gisterenavond gelachen met die Fransen. Ik denk dat ik 80% van hun snelle conversatie niet snapte maar op de een of andere manier snapte ik wel dat er wat te lachen was en ik lachte mee. Door die gezelligheid heb ik het blog van gisteren nog niet geschreven. Dat doe ik vanavond wel. Nu zijn zij de campers aan het klaar maken want ze vertrekken vandaag. Valerie en Philippe gaan weer via Kotor naar het zuiden naar Albanië en Nathalie en Dominique gaan richting Dubrovnik naar het noorden. Ik blijf nog op deze camping en ga vanmiddag als de rust is weer gekeerd met de fiets op pad. Het was een waar genoegen om met deze Fransen wat tijd te delen maar er is een tijd van komen en van gaan. Ieder gaat weer zijns weegs. De vele foto’s die gemaakt zijn blijven een mooie herinnering.

Op de fiets ga ik naar het dorp Kamenari waar Camping Zlogovich is. De campingeigenaren heb ik ontmoet op de Vakantiebeurs en eigenlijk was ik van plan naar deze camping te gaan. Er staat ook een Nederlands echtpaar dat op de Vakantiebeurs was en dat ik even gedag wil gaan zeggen. Het is leuk om te zien hoe ook hier de camping eigenaar aan het investeren is in zijn camping. Er worden nieuwe olijfbomen geplant, camperplaatsen gemaakt en het restaurant krijgt een zonneterras op het dak. Na een uur vertrek ik en als ik terug rijd langs de baai ga ik de berg op. Eens kijken hoe mijn Shingafiets het uithoudt met zijn accu als ik steil omhoog ga. Wat een mooi uitzicht heb ik hier over de Borska Kotarska. Ik maak een paar foto’s en als ik terug rijd dan ga ik nog even bij de ferry langs om te informeren naar de vertrektijden en de kosten om morgen met mijn fiets over gezet te worden naar de andere kant van de baai. Ik heb namelijk begrepen dat het goed te doen is om met de fiets naar de bijzonder plaats Kotor te gaan. Dat wordt mijn bestemming morgen.

Als ik terug rijd naar de camping dan word ik ingehaald door een joekel van een camper, een Pilote met daarachter een aanhanger waar een auto op staat die nog groter is dan de mijne. Dat is vast een bus- of vrachtwagenchauffeur die niet voor een haarspeldbocht bang is. Iets verderop staat de camper op een vluchtstrook en ik stap af en klop op het raam. Of ze soms een camping zoeken waar ze met dit gevaarte op kunnen? Ja, dat zijn ze aan het uitzoeken. Ik geef aan dat ze wel achter me aan kunnen rijden want op de camping waar ik sta kunnen ze wel met hun camper en aanhanger binnen komen en staan. Ik rijd vooruit en roep de campingbaas om te helpen. Even kijken of ik het goed heb ingeschat. Daar komen de Hollanders, Ank en Jan aan en ze mogen zelfs de aanhanger er aan laten staan want misschien gaan ze morgen door richting Griekenland. Het wordt weer een aangenaam kletsen en ik ga daar zelfs mijn opgewarmde spaghetti opeten. Daarna drinken we nog een grappa samen met de campingbaas op zijn overdekte terras. Dit is toch weer zo bijzonder om zulke gekke Hollanders te ontmoeten. Jan is al 76 jaar en die rijdt nu voor het eerst met die lange camper en aanhanger. Denk ik dat ik stoer ben, nou voor mij is deze Jan pas echt stoer. Nu de dag afronden want morgen wil ik vroeg op pad. Dat wordt dan 20 kilometer heen en terug via de ferry van Kamenari naar de beroemde plaats Kotor.

Vrijdag 20 april schijnt de zon weer volop en ik sta om 08.15 uur met de fiets aan de hand bij de ingang van camping Naluka te wachten op de warme bakker om een chocolade broodje te kopen en mee te nemen. Daarna rijd ik 5 kilometer naar de ferry in Kaminari om naar de overkant van de Baai van Kotor te gaan. Via de overkant van de baai fiets ik nog 14 kilometer langs een schitterende vlakke weg naar Kotor. Onderweg zie ik een enorme viskwekerij met van die grote ronde vistobben met een doorsnee van circa 10 meter. Ik kom door kleine dorpjes waar enkel wat appartementen zijn, hotels zie ik hier nog niet. Er staan veel grote Venetiaanse panden waarvan er heel wat mooi gerestaureerd zijn. Maar er staan er ook veel verwaarloosd bij en te koop. Projectontwikkelaars bouwen liever nieuw dan dat ze deze fraaie panden opkopen en restaureren, dat kost ze meer. Ze kijken wat dat betreft eerder naar hun portemonnee dan naar de culturele waarde van de streek.

Zo’n acht kilometer voor Kotor rijden er ineens een soort elektrische open golfkarretjes die toeristen naar het centrum van Kotor brengen. Daar aangekomen is het een drukte van belang en ik ben vroeg, nog vóór half tien. Ik vraag bij een terras van een restaurant of ik daar mijn fiets aan een paal mag binden en ga met mijn rugzakje op onder de stadsmuur door.

Kotor staat ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst. En terecht, het is een prachtige oude binnenstad en er ligt nog een intacte dikke stadswal omheen. De bestrating is van fraaie witte stenen die glad en wat ongelijk zijn. In het oude centrum staan nog veel monumentale panden en kerken. De basiliek is er daar een van. Daarvoor staan horden toeristen en zelfs Kotor is ontdekt door de Aziaten waarvan enkelen met mondkapjes staan, petten op en vrouwen die handschoenen dragen omdat ze geen bruine handen willen krijgen. De basiliek heeft twee verschillende torens en je ziet er meerdere bouwstijlen in, zoals Romaans en Renaissance. Er wordt hier €2,50 entree gevraagd want er is een museum met kerkschatten bij.

Door naar de volgende kerk, een kleine Servisch Orthodoxe kerk, van de heilige Lukas. Een juweeltje van een kerkje met heel mooie beschilderingen en iconen. Daar komt een groep Aziaten, ik zit op een bankje aan de zijkant en zie hoe onbeschaamd ze in de kerk staan te fotograferen. Mondkap voor, pet op, schuifelen met rugzak op achter de preekstoel, ademen op de schilderijen, zitten er met hun neus boven op, gaan ongevraagde een ruimte binnen. De suppoost is een jonge man die niet zo goed weet wat hij met 50 toeristen aan moet die gewoon bezit nemen van zijn kerkje. Deze toeristen brengen niks, steken geen kaarsje op, kopen geen icoontje, ze komen enkel foto’s halen. Nog net geen selfies worden er in dit godshuis genomen. Geen enkel gevoel voor religie stralen ze uit. Ik zit me te verbijten en als de gids de groep weer mee naar buiten troont kan ik het niet laten om naar de suppoost te gaan en hem te zeggen dat hij te goed is voor de toeristen. Span een draad daar en daar want ze lopen met hun rugzak langs de waardevolle iconen. Geef toeristen een grens aan, laat ze respect hebben voor je godshuis. Ik merk dat ik zelfs nu ik dit schrijf nog ontdaan ben van wat ik zag. Een groep sprinkhanen die neerstrijkt op een veld en binnen no time de bladeren opvreet. En hop, ze zijn weer vertrokken, naar de volgende kerk of bezienswaardigheid. De jongeman is wat ontdaan, het is voor hem ook allemaal nieuw. Als dank voor mijn woorden krijg ik een klein icoontje van de heilige Lukas van hem. Nu neem ik op gepaste wijze een paar foto’s van de iconen en wens hem sterkte want de volgende groep toeristen komt alweer dit kleine prachtige orthodoxe kerkje binnen.

Er is in Kotor ook een grote Orthodoxe kerk met een prachtige grote koepel. Het is de heilige Nikolas kerk, mijn naamgenoot dus en van die heilige ga ik de afbeelding zoeken. Daar staat zelfs een toeriste aan het zilveren schilderij van Nikolas te voelen hoe het aanvoelt. Ik verbijt me en kijk naar de suppoost. Die doet niks en ik nu ook niet. Montenegro is zo blij dat de toeristen komen maar ze zijn nog niet zelfbewust genoeg om hun schatten te bewaken door grenzen aan te geven. De Orthodoxe kerken zijn hier gratis te bezichtigen en ze zijn prachtig. Op TripAdvisor geef ik gelijk beoordelingen van de kerken.

Op naar het eerste ijsje in Montenegro. Wat een mooi meisje staat daar. Ze blijkt een model te zijn dat ingehuurd is om ijs te verkopen. Allervriendelijkst en ze trekt zeker met haar uitstraling klanten aan. Ik ben speciaal voor haar terug gekomen omdat ik al heel vroeg een panorama foto van haar ijsco vitrine heb gemaakt. Ook hier smaakt het ijs lekkerder dan in Nederland. Ik waardeer deze zaak met 4 sterren op TripAdvisor.

De toeristen blijven toestromen in het centrum van Kotor en de warmte neemt toe, zeker 26 graden is het. Ik ga mijn fiets weer opzoeken om de 19 kilometer terug te fietsen. De oversteek met de ferry wordt gemaakt en ik rijd weer naar de camping waar ik me ‘thuis’ meld bij Ank en Jan. ’s Avonds drinken we gezellig nog een kop thee en Ank en ik denken mee met de campingbaas om de camping nog aantrekkelijker te maken. Dat heb je met die doortastende vrouwen die het niet laten kunnen om wijze adviezen te geven. Morgenochtend vertrekken zij naar Albanië en ik zal ze uitzwaaien. We wisselen mailadressen uit want er gaat wat broeien bij mij om een stukje Albanië mee te pakken op deze reis. Maar dat beslis ik pas volgende week.

Zaterdag 21 april begint de ochtend met het verzamelen van beddengoed en handdoeken die in de wasmachine gaan. Er zijn hier waslijnen waar de was prima aan kan drogen. Terwijl de wasmachine snort zijn Ank en Jan bezig om de wagen weer op de trailer te krijgen en vast te binden. De camper is gedraaid en hoe ze het doen, ze doen het, ze rijden met een fraaie bocht van de camping af richting Albanië. Dan vraagt de campingman of ik voor hem iets van het Frans in het Nederlands kan vertalen. Hij heeft gehoord dat ik Frans spreek en hij wil graag informatie voor Nederlandse toeristen op een A4tje hebben. Ik vertaal de tekst en typ het gelijk op mijn laptop uit voor hem en stuur het naar iemand die het voor hem zal printen.

Als de was klaar is en hangt, staat mijn fiets al gepakt en ik ga vanmiddag naar Tivat aan de ander kant van de baai. Weer rijd ik naar de ferry waar ik hem net mis. Maar iedere tien minuten gaat er een en ik heb vandaag geteld dat er twintig wagens op kunnen. Het is druk op de ferry en ook op de weg naar Tivat. Maar mijn helgroene jack wappert om mijn heupen als signaal dat ik niet over het hoofd gezien wil worden. Voor Tivat zie ik zeilboten varen en eerst een kleine haven. Dan valt mijn mond open van verbazing. Is dit Montenegro waar ik nu fiets? Nee toch, het lijkt wel Monte Carlo. Wat een luxe zie ik hier. Een superluxe boulevard met palmbomen, waterpartijen die stromen en de omgeving koel houden, volop banken. Maar vooral die boten, geen gewone boten maar supergrote jachten. Nee, zo groot heb ik ze nog nooit in het echt gezien. Je mag gewoon overal op de pieren komen maar dan kom ik op een pier waar een afgeschermd stuk is. Er fietst een beveiliger met walkie-talkie en die houd ik aan en vraag van wie die supergrote jachten zijn. Nou dat zijn vooral rijke Russen die hier liggen, Poetin komt hier ook met een jacht en oliesjeiks uit Saoedi Arabië. Hij vertelt dat 10 jaar geleden de verlopen havenplaats Tivat is opgekocht door een miljardair die hier de haven in tien jaar heeft omgebouwd tot dit luxe oord. Hier komt de jetset van de hele wereld die mooi schoon helblauw water wil, prachtige hoge bergen en waar voor hun geld. Tivat is Montenegro maar ook weer niet. Al die auto’s die op de ferry stonden, dat zijn de gewone Montenegrijnen die op de zaterdag met hun kinderen gaan wandelen op de luxe boulevard van Tivat en zich gaan vergapen aan deze luxe. Er ligt een prachtige driemaster waar ik menigeen een foto zie maken.

Montenegro is aan het veranderen. Heb je geld dan koop je gewoon een hele stad op en verbouwt hem zoals jij hem hebben wilt. Een haven waar de jetset komt, waar een zes-sterren hotel staat, waar je een appartement kunt kopen met uitzicht op de baai. Als je geld hebt. Maar de beveiligingsman vertelt me dat maar weinig mensen in Tivat profiteren van deze rijkdom. Het is een beperkte groep die rijker wordt. “Ik moet hard werken voor weinig geld”, zegt hij. Hij spreekt vloeiend Engels en daarom is er voor hem een werkplek hier. Maar rijk zal hij er niet van worden.

Ik fiets verder en ontmoet op een pier een jongeman uit Libanon die in de hoofdstad Podjorica een pilotenopleiding volgt. Zijn vriend die ook piloot wil worden, voegt zich bij ons en we hebben een aangenaam gesprek. Mooie, jongemannen die nog dromen hebben over rijk worden. Ik maak een paar foto’s van ze voor een supermooi jacht. Zij mogen nog dromen hebben en ik heb de wens voor ze uitgesproken dat ze een mooie baan als piloot vinden en gelukkig worden. Geld heb je nodig voor de basisbehoeften maar zo’n jacht heb je niet nodig om gelukkig te worden.

Zo breng ik de middag aangenaam door langs de boulevard van Tivat, fietsend, zittend en praten en me verbazend over de grote weelde die ik hier zie. Maar het moet gezegd worden, het is aangenaam vertoeven op deze luxe boulevard met verkoelende waterpartijen. Een boulevard die nu nog open is voor het gewone publiek. Aan het eind van de middag fiets ik weer terug naar de ferry en de camping. Nog even door naar de supermarkt want ik heb zin om vanavond gezond te koken. Voor twee dagen wordt dat en twee schalen mogen in de koelkast van de campingbaas gezet worden. Morgen heb ik mijn handen vrij om de hele dag op pad te gaan. Maar eerst ga ik nu dit blog plaatsen want het is een lang verhaal geworden van vijf bijzonder dagen aan de Baai van Kotor.

Wordt vervolgd en de foto’s volgen nog.

  • 22 April 2018 - 12:21

    Petri:

    Wat een prachtig verhaal en het mooie is dat we op Naviki precies kunnen zien waar je bent en waar je heen gaat met de fiets of met de boot.
    En we moeten zeggen dat je op vakantie onderweg bijna altijd wel leuke mensen tegen komt, welke je dan weer verder kunnen helpen met info voor verderop of de omgeving.
    Ik had bij het lezen van je verhaal naast jouw pagina ook Naviki op een andere pagina geopend zodat ik meteen kon kijken waar je het over had en waar je naartoe ging, dat is best leuk, bijna een live verslag.

    Groetjes, Petri en Irene

  • 22 April 2018 - 15:24

    Ali Groebe:

    Wat kun jij geweldig schrijven Nicolette. Je kunt net als Paul Wennekes reisjournalist worden. Het is inderdaad zo dat als je alleen reist, je meer met anderen in contact komt.
    Wat het weer betreft; daar is op dit moment in Nederland niets mis mee. Al bijna een week tussen de 25 en 30 C. Ben benieuwd of je uiteindelijk nog in Albanië terecht komt!
    Groeten, Ali

  • 23 April 2018 - 16:15

    Ton:

    Een mooi verslag, aangenaam om te lezen. Wij zijn lang geleden een dagin de baai van Kotor en in kotor zelf geweest. Maar ik herken weinig meer. Fijn dat het mooi weer is.
    We zitten nu in Noord Spanje. Hier is het aangenaam.Dit soort weer hebben we onderweg in Marokko wel gemist.
    Jemaakt het gelukkig wel uitstekend.



  • 24 April 2018 - 10:03

    Ria:

    Wat een makkelijk leesbare uitgebreide verslagen maak je. Soms zelfs geen tijd om ze in een keer te lezen. Het erfje met je Eribaatje ziet er heel knus uit en wat een prachtig uitzicht. Mooi, dat je ook zo geniet van je contacten. Het verbaast me niet, maar je doet het toch maar. Nog veel plezier daar. Groetjes, Ria

  • 25 April 2018 - 16:17

    Thil Hoolt:

    Mooi verslag van alles wat je daar ziet. Heel andere wereld en voor velen onbekend. Maar leuk om weer eens van den Doolaard. Land achter Gods rug te lezen.Ooit gelezen!Wens je mooie reis verder.

  • 26 April 2018 - 17:06

    Lidia:

    Halo positivo, je laat weer een mooi spoor van blije mensen na :-)

  • 26 April 2018 - 22:33

    Maya :

    Prachtig Nicolette, ik zie het allemaal voor me zoals je schrijft

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicolette

Inmiddels ben ik alweer twee jaar met pensioen. In de afgelopen twee jaar heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijjkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 1042
Totaal aantal bezoekers 85339

Voorgaande reizen:

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: