Noord Estland:Võsu,Toila,Narva - Reisverslag uit Toila, Estland van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Noord Estland:Võsu,Toila,Narva - Reisverslag uit Toila, Estland van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Noord Estland:Võsu,Toila,Narva

Door: Nicolette48

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

01 Juli 2016 | Estland, Toila

Blog 22: N-Estland: Võsu, Toila, Narva, Kohtla

Zaterdag 25 juli 2016
Gisterenavond heeft het flink geregend en was het fris in Tallinn. Dat komt goed uit want ik wil in de caravan de vele foto’s van Helsinki op mijn pc zetten en het blog Helsinki zien te plaatsen. Het blijkt echter dat de wifi het laat afweten. Een blog met zoveel foto’s plaatsen is niet haalbaar met mijn eigen wifi hotspot dus ik laat het er maar bij. Dan doe ik dat zaterdagochtend wel. Maar als ik wakker word en op mijn mobiel kijk, is er geen wifi verbinding. Ik had juist besloten om de zaterdag nog in Tallinn te blijven en zondag door te rijden. Dan hak ik snel een knoop door: ik vertrek vandaag naar een camping die 65 kilometer van Tallinn aan de noordkust ligt. Het is camping Lepispea en het valt officieel onder het dorp Võsu dat in het National Parc Lahemaa ligt. Deze camping is me door Jaap en Anja aanbevolen en er blijkt een goede wifi verbinding te zijn.

Op naar de receptie om te melden dat ik vertrek en dat ik kom betalen. Maar hoeveel moet ik betalen voor drie nachten slapen en twee nachten zonder slapen? Met de grote, oudere man die me ingecheckt heeft heb ik een deal gesloten dat ik niet het volle pond van €20,- per nacht hoef te betalen als ik een week blijf staan. Hij heeft een aantekening gekrabbeld op de regel achter mijn naam maar er geen bedrag bij gezet. De jongeman die er nu zit wil €76,- in rekening brengen. De nachten dat ik in Helsinki was kosten namelijk €8,- per nacht. Ik beroep me op de afspraak dat voor mij een apart tarief gerekend zou worden. Een telefoontje naar de oudere man bevestigt dit en uiteindelijk hoef ik maar €48,- te betalen. Mijn ervaring is dat op veel campings er een onderhandelingsruimte is wat de prijs betreft. Vaak wordt er een prijs per plek gerekend, zoals in Tallinn maar het is best logisch dat je als alleengaande minder kosten maakt op een camping dan een stel.

Eigenlijk ben ik wat geïrriteerd door het feit dat er geen internetverbinding is. De jongeman houdt vol dat die er wel is. Maar met mijn mobiel krijg ik zelfs binnen bij de receptie geen verbinding. Hij probeert nog uit te leggen dat je ook een eigen hotspot kunt kopen. Maar dit is natuurlijk niet de bedoeling als een camping adverteert dat er gratis wifi is. Hij ziet dat er geen verbinding is en start opnieuw de router. Jawel, daar komt de lijn. Hoe simpel is het zou ik zeggen. Maar de caravan is al aangekoppeld en ik vertrek. Het is dan rond 09.00 uur. Op naar de noordkust en vaarwel voor het mooie, toeristische Tallinn.

De weg glijdt soepel want er ligt mooi glad asfalt op de route 1. Binnen no time ben ik in het National Parc Lahemaa. Deze omgeving doet me aan het eiland Saaremaa denken. Dennen en sparren en loofbomen. Een verschil is dat hier de dennenbomen minder dikke stammen hebben. Saaremaa is blijkbaar ouder en ook wat ruiger. Maar het is hier prachtig groen en rustig. Een weldaad na de drukke camperplaats in Tallinn.

Als snel vind ik de camping Lespinea en ik kies een plek vlakbij het huis waar de ontvanger voor wifi is. Midden op het veld met geen schaduw. Hopelijk wordt het deze dagen niet te gek warm zodat het binnen goed uit te houden is. De zon schijnt en ik vind het jammer om nu binnen te gaan zitten foto’s uploaden. De fiets haal ik van de caravan en ik ga op pad met een plattegrond van de kuststrook bij me. Schitterend mooi is het hier. Ik fiets over onverharde paden tussen dennenbomen richting de kust. Prachtig breed strand zie ik hier met wat groene begroeiing. Er staat een snoeptent en er zijn al veel mensen op het strand en in het water.

Zo fiets ik langs de kuststrook richting een klein haventje. Blijkbaar is die nieuw aangelegd want de stenen zijn nog superschoon en onbeschadigd. Er liggen diverse kleine motorbootjes in het haventje en ik fiets over de pier naar de zee. Er liggen wat zandbanken in het water en er is weinig golfslag. Dit ziet er hier echt aantrekkelijk uit. Deze kust wordt voornamelijk bezocht door mensen uit Estland die het weekend hier doorbrengen in hun vakantiehuis. De omgeving doet me aan het campingpark Laag Kanje in Maarn denken. Diverse soorten huisjes staan er tussen de bomen. Meer naar het dorp Võsu toe staan grotere, goed onderhouden huizen waar hele families verblijven. Er zijn ook kleine hotelletjes en pensions. Mocht je ooit een rustige, mooie kusstrook willen bezoeken dan raad ik zeker de kust van Noord Estland aan. Het is hier nog redelijk ongerept. In Võsu is een dorpssupermarkt waar het behoorlijk druk is. De ijsjes vliegen hier over de toonbank.

Zo fiets ik een paar uur in de omgeving van de camping en geniet met volle teugen van de natuur, de rust en een ijsje. Vandaag ga ik weer zelf koken op de camping want het is prachtig weer. Vissticks en diepvries doperwten met een yoghurt toetje na. Een eenvoudig maar wel lekker maaltijd die niet te veel inspanning vraagt. Zo kom ik deze dag wel door en hier kom ik goed tot rust.

In de avond werk ik het blog Helsinki verder uit en plaats het op mijn reisplatform. Weet dat het schrijven van de tekst me geen enkele moeite kost en dat is gewoonlijk zo gebeurd. De foto’s op de laptop zetten, uitzoeken welke ik bij het blog wil plaatsen, teksten er onder zetten, dat kost echt veel tijd. Dan kost het uploaden van de foto’s bij het blog vooral veel tijd als blijkt dat de wifi verbinding toch niet zo snel is.

Tussendoor ga ik even douchen. Er zijn hier twee douches voor vrouwen met een gordijntje er voor. Als ik bijna klaar ben hoor ik dat er nog een vrouw binnen komt. Ik vraag of ze Engels of Duits spreekt. Nou ze spreekt Nederlands en we komen aan de praat. Eerst door de plastic wand en dan daarbuiten. Ik sta in mijn blootje en droog me af. Zij staat met een doorschijnend plastic douchemuts op en een handdoek voor haar blote lijf, op het punt om de kraan open te draaien. Maar we krijgen een gesprekje en ze nodigt me uit om morgenochtend koffie of thee te komen drinken. Ze staan met een caravan op het andere veld maar ze hadden mijn Eribaatje al zien staan. Zo gemakkelijk kan contact maken gaan. Dit keer met een Nederlands stel maar even goed met Duitsers, Fransen of waar ook vandaan. Als je jezelf open stelt en een praatje begint dan merk je snel genoeg of de ander ook open is voor contact. Bij deze oudere vrouw, een ouwe rot wat betreft het caravannen, ga ik morgenochtend even langs. Ze staat er niet alleen, er is ook nog een man bij waar ze al vele jaren mee samen reist.

Nu nog wat WhatsApp berichten met Irene die uit Hongarije kwam en nu in Oostenrijk zit en die doorgaat naar Italië. Dan de laptop afsluiten en onder de wol. Het is inmiddels op de grens met zaterdag. Dit was een mooie, ontspannen dag. Goed besluit geweest om een dag eerder door te trekken naar de noordkust.

Zondag 26 juli 2016
De dag start met een gezellige zon en 19 graden buiten temperatuur. Zo warm heb ik het de afgelopen twee maanden nog niet bij het ontwaken gehad. Op de WeerApp zie ik wel dat er vanmiddag vanaf 16.00 uur regen verwacht wordt. Vandaag ga ik weer eens wat orde op zaken stellen. In de koelkast en koelbox zitten spullen die ik of moet op eten of weg moet gooien. Dan ga ik bij de Nederlandse vrouw die ik gisterenavond in de douche heb ontmoet op koffie bezoek. Voor mij wordt dat dan thee bezoek. Ze blijkt Ria te heten en staat met haar man Jan met een caravan op het andere veld. Heel toevallig komen ze uit Beverwijk, dezelfde plaats als Jaap en Anja, en komen ze ook uit het onderwijs. Maar ze wonen nu in Soest en zijn gepensioneerd. We wisselen heel veel informatie uit over campings en bezienswaardigheden. Ik vertrek vanaf deze camping naar het noord-oosten naar Toila en daar komen zij vandaan. Zij gaan naar het westen naar Tallinn en daar kom ik juist vandaan. Zo kom je op iedere camping mensen tegen die of dezelfde kant uit gaan of juist naar de tegenover gestelde richting.

Dit is dus een sociaal moment op de camping en daarna pak ik de fiets om langs de kust naar een klein museum in Käsmu te gaan. Onderweg zie ik allemaal mooie grote witte houten huizen staan. Dit is zeker een omgeving voor mensen die wat meer te besteden hebben. Er staat een klein wit houten kerkje en als ik er ga kijken staat er de dominee in een hel rood gewaad met gouden biezen in de deuropening. Hij heeft een dienst vanmiddag en wacht zijn kerkgangers op, heet ze welkom en geeft ze persoonlijk een hand. Er wonen in dit dorp 100 dorpsbewoners en 10 tot 15 procent komt in de kerk. In de zomer wonen er meer in het dorp want veel families wonen en werken in de stad en komen enkel in de zomer naar het familiehuis aan de kust. Ondanks dat het een prachtig kerkje is en ik uitgenodigd word om de dienst bij te wonen, neem ik afscheid en stap op de fiets om langs de kust verder te fietsen.

Het dorp Vosü heeft niet een echte dorpskern, het is meer lang gerekt tussen de weg en de kust. Het bordje museum geeft de richting aan waar ik heen moet. Het is een oud landhuis waar nog veel authentieke meubels en vooral vissersspullen staan uit vroegere jaren. Het is een beetje een uitdragerij en je mag er zonder gids rond lopen. Er is een serre bij waar een groep bezig is met een high tea en er loopt een groep met een gids die van alles vertelt. Ik versta er niks van dus loop alleen wat rond te kijken en knik vriendelijk. Een kleine vrijwillige bijdrage wordt op prijs gesteld.

Langs de weg wordt een fietspad aangelegd. Soms blijft er tussen de weg en het komende fietspad een rijtje bomen staan, soms is het een open stuk. Hele rijen bomen zijn gekapt voor het fietspad. Dit is het Nationaal Parc Lahemaa en het is te zien dat de kuststrook ontsloten wordt voor publiek. Het is hier echt prachtig mooi, rustig en schoon. Hoe hoger ik langs de kust kom, hoe meer grote zwerfkeien er in het water liggen. Dit is een gebied dat beschermd is en er staan bordjes met allerlei aparte bloemen en planten die hier groeien.

Dan ga ik het bos in en fiets een zogenaamde trail richting een punt van een landtong om de baai heen. Ik rijd hier voornamelijk alleen midden in het bos over een bospad. Met de auto kun je hier niet komen. Of te voet, te paard of met de fiets want er ligt geen verharde weg en voor motoren is het hier verboden. Als het pad naar de kust leidt dan zie ik een mooi stukje zandstrand en een prachtig uitzicht over de kuststrook. Maar ik zie ook een fikse donkere bui aankomen. Wat zal ik doen? Doorfietsen helemaal naar het uiterste puntje of terug gaan en hopen dat ik voor de bui weer binnen ben? Ik besluit om om te keren en in een stevig tempo vlieg ik over de paden. Alsof ik op een mountainbike zit, zo race ik door het bos. Maar onderweg moet ik toch mijn rode cape om doen want het gaat regenen. In de verte hoor ik de donder al aankomen en die wil ik zeker voor zijn. Als ik bij de camping aankom dan gaat het harder regenen. Snel duik ik de caravan in en dan breekt echt de bui los. Het hoost, bliksemt en onweert boven mijn hoofd. Ik zie nog meerdere campinggasten op de fiets aan komen en die zijn doornat geregend.

Als de bui over is dan komen de mensen weer uit de caravan. Het blijkt dat op het andere veld de bliksem is ingeslagen en de elektriciteit is uitgevallen. Een steunpoot van de luifel van de caravan van de Nederlanders is afgebroken door de vele regen. Bij mij doet de laptop het niet meer en even ben ik bang dat dit door de bliksem is gekomen. Er komen nieuwe buren achter, een groep Fransen en dat wordt weer in het Frans converseren. Naast me komt een jong Duits stel met een baby van zeven maanden. De baby krijg ik even in mijn armen, een allerleukst meidje dat alles goed vindt. Haar moeder heeft in Maastricht gestudeerd en spreekt aardig Nederlands. Ze woonde in Aken en reed daags langs mijn vroegere huis waar mijn kinderen geboren zijn, over de Akersteenweg naar Maastricht. Dan heb je gelijk herkenning met elkaar en is het leuk om een praatje te maken.

In de avond is het weer nog zo zacht dat ik buiten een boek kan lezen. Maar alles is wel heel erg nat om mee heen. Een mooie kust voor handen maar de zon zal de komende dagen het laten afweten. Een nachtje ga ik er over slapen wat ik morgen zal doen. Nog een dag blijven op deze prettige camping waar zeker genoeg aanspraak is of door trekken naar Toila.

Maandag 27 juni 2016
Het is droog maar daar is ook alles mee gezegd. De vochtigheidsgraad is 90 procent en het is heiïg om me heen. Alles is vochtig en vanaf 14.00 uur is er kans op 80% regen. Eerst maar proberen of de laptop het weer doet. Na vele malen de accu er uitgehaald te hebben en de snoeren in en uit gedaan te hebben, doet hij het vanmorgen weer. Dit is al de tweede keer dat ik denk dat hij het gaat begeven. Hij is tien jaar oud en de accu werkt enkel nog op stroom maar als hij een tijd geen stroom heeft gehad dan kan hij zelfs niet starten. Nu was het dus wel heel penibel of hij me in de steek zou laten. De KPN laat weten dat er een upgrade gemaakt moet worden van de beveiliging en in de tijd dat de laptop dat verzorgt duik ik onder de douche. Als ik terugkom is de upgrade klaar en schrijf ik het verslag van gisteren want dat kon ik dus niet afmaken.

Wat zal ik doen? Blijven of door trekken? Iedere keer kom ik op de reis op kruispunten dat ik een beslissing moet nemen. Wat betreft de tijd en de prettige omgeving kan ik hier nog wel een dag blijven maar om weer met regen enkel in de caravan te zitten trekt me niet. Dus ik ga nu de boel op orde maken en besluit te vertrekken naar Toila, een dorp meer richting het oosten. Ook daar heb ik een plek door gekregen waar ik kan overnachten. Vanaf die camping schrijf ik het vervolg.

Nu zit ik op een kleine camping bij het Toila Spa Hotel in het dorp Toila. Ik heb een aardig plekje uitgezocht want het is hier nog rustig. De afgelopen dagen heeft het hier flink geregeld en dat is te zien aan het veld. Maar nu is het droog en eerder wat benauwd. Ik ga direct op pad naar het strand dat aansluit bij de camping. Maar ik moet eerst wel een ijzeren/betonnen trap van een kleine 200 treden naar beneden. Dan kom ik bij een kiezelstrand, eigenlijk meer een keienstrand. Dit is lastig lopen want het is hier niet vlak. Toila ligt namelijk een stuk hoger dan de zeelijn. Ik probeer van het strand naar boven te klimmen via de keien maar dat is zeker niet eenvoudig. Ze roetsen steeds naar beneden en op handen en voeten kom ik boven. Zo maak ik een paar mooie foto’s want deze kust is zeker mooi en ongerept. Ik loop het hele eind tot het haventje waar ook wat kleine bootjes liggen. Hier is de Sea Safety actief zie ik op een grote poster. Deze plek wordt gefinancieerd vanuit de EU en dat staat op een muuraankondiging aan gegeven. Zeker goed om hier iets aan de kust te ontginnen want het is hier prachtig. Alleen wonen er te weinig mensen om het in korte tijd op te knappen.

Dan krijg ik een stevige klim naar boven. Daar zie ik drie kruizen staan en er blijkt een heel grote begraafplaats te zijn van Duitse soldaten en nog van andere nationaliteiten die tussen 1939 en 1944 hier het leven lieten. Deze begraafplaats is in samenwerking met Duitsland opgezet om de laatste eer te bewijzen. Toen in 1939 de Duitsers Estland binnen vielen, werden de soldaten met open armen ontvangen. De Russen die tot dat moment hier aanwezig waren moesten zich toen wel terug trekken. Er is aan deze kust dus flink gevochten en op de begraafplaats staan tien grote stenen met alle namen van de omgekomen soldaten en officieren. Het is een prachtige groene plek waar een echte rust heerst.

Dan ga ik terug naar de camping om mijn fiets op te halen. Met de fiets rijd ik een flinke tijd door en om Toila heen. Hier staan vooral grote, goed onderhouden houten huizen. Ik had hier een armere omgeving verwacht maar het ziet er welvarend uit. Op de terugweg zoek ik even waar die ene kleine supermarkt is en daar koop ik wat etenswaren. Dan ga ik terug naar de camping om mijn badspullen te halen. Het is nu tegen half vijf en ik zie dat het weer gaat betrekken. Op naar het Spa Hotel om te gaan badderen.

In Toila kwamen vroeger Russen om te kuren. In de streek wonen nog wel veel Russen maar die horen vanaf dat Estland onafhankelijk is nu bij Estland. Vandaar dat dit Spa Hotel een overblijfsel is.

Dat is toch wel heerlijk om zo tegenover de camping zo´n heerlijke middag te kunnen maken. Voor nog geen tientje mag ik drie uur in de baden, de sauna´s, scrubben, zwemmen en badderen. Ik vermaak me best met wat kinderen in de turbo draaikolk. Dit is echt heerlijk dat ik hier zo bezig kan zijn. Dan zie ik door de ramen dat het buiten flink regent. Maar ik lig al nat in het water. Tegen het eind van de drie uur ga ik door naar het restaurant van Hotel Spa. Voor €12,= eet ik een heerlijk gegrilde zalm en diverse groente. Over negenen ga ik pas terug naar mijn caravan. Het is inmiddels droog.

Een prima besluit is het geweest om van Vosū door te trekken naar Toila. Hier is meer te doen dan in Vosû en hier zou het pas laat in de middag gaan regenen. Daar heb ik vandaag geen last van gehad omdat ik lag te baden. Prima dag is het geweest die ik hierbij afsluit.

Dinsdag 28 juni 2016
Een gat in de dag heb ik geslapen want ik word pas om 09.00 uur wakker. Dat is het resultaat van een baddermiddag in het Spa Hotel, pure ontspanning. De zon schijnt en die blijft vandaag de hele dag schijnen. Het wordt in de loop van de dag zo’n 24 graden.

Met de fiets ga ik er eerst op uit. Fietsen langs de klif kust van Toila richting Saka. Onderweg maak ik een paar foto’s van de kust. Op sommige plekken is de rotswand wel 50 meter hoog dus ik blijf ruim van de afgrond staan. Maar het is er echt heel diep en mooi is het om zo de zee te zien. Na 10 kilometer keer ik om want ik zie de balkjes van de ondersteuning op mijn e-bike snel naar beneden gaan. Ik fiets nog wel even door Toila en maak een paar foto’s van aparte huizen. Bij de supermarkt is net een vrouw een tafel aan het neerzetten met vers fruit en ik koop een kilo aardbeien van de kouwe grond. Heerlijk zoet smaken ze, ze kosten me €3,- per kilo. Terug naar de camping om de accu op te laden en wat brood klaar te maken om mee te nemen.

Dan ga ik met de auto naar het plaatsje Kuremäe waar een bijzonder Russisch Orthodox klooster staat. Het is namelijk een vrouwenklooster en dat is hier zo bijzonder aan. Het is 35 kilometer van Toila af en via binnenwegen rijd ik er snel naar toe. Het klooster ligt op een heuvel maar helaas zijn alle parkeerplaatsen bezet. Dan rijd ik terug de heuvel af en onder aan het dorp is een grote parkeerplaats waar ik de auto zet. Lopend ga ik naar boven. Van verre zag ik de koepels van de kerk al boven alles uitsteken. Door de zijpoort ga ik het complex in. Een prachtige Russisch Orthodoxe kerk staat er waar binnen een jonge vrouw aan het dweilen is. Er lopen niet veel toeristen maar wel vrouwen in het zwart gekleed met een hoofddoek om. Ik heb bewust mijn korte broek en open shirt omgewisseld zodat ik meer bedekt gekleed ga.

Het complex is groot met een stenen muur er om heen. Achter de grote kerk staat een kapel met een mooie koepel met kruis er op. Meerdere huizen met groene daken staan op het complex. Er ligt een park en tuin rondom. De tuin is prachtig onderhouden, er staan veel gekleurde bloemen in bloei zoals de roze rode pioenrozen en de gele lelies. Het park is wat heuvelachtig en wordt goed onderhouden. Er staan veel jonge berken voor de sparren. Het is er sereen rustig. Voor een huis staat een namaak ooievaar in de tuin. Ik kan me moeilijk voorstellen dat die hier langs is geweest maar je weet het maar nooit want ik zie ook meerdere mannen rondlopen. Sommigen in habijt met kruizen om. Maar er loopt ook een restaurateur van de muurschilderingen. Met hem maak ik een praatje want hij is de muurschildering van het plafond van de hoofdpoort aan het bijwerken. Prachtig ziet dat er uit.

Buiten het complex ligt een aparte begraafplaats. Zo te zien liggen er de vorige inwoners van het klooster maar ook van het dorp. Er staan allemaal dezelfde ijzeren kruizen op de graven. Maar als ik goed kijk dan zie ik toch wel verschil. Op elk graf staat een betonnen bak, soort kindergraf lijkt het, met voornamelijk oranje bloemetjes, afrikaantjes. Vrouwen zijn de graven aan het bijwerken. Onkruid wordt getrokken en zowel echte als kunstbloemen worden er bij de graven gezet. Het is een fleurig geheel zo en zeker geen droevige plek om te komen.

Dan ga ik weer de 35 kilometer terug naar de camping want het is warm. Op de parkeerplaats heb ik zo discreet mogelijk mijn lange broek verwisseld voor mijn korte broek en het dichte shirt uit gedaan. Op de camping is inmiddels de accu weer opgeladen en met mijn badgoed en handdoek ga ik op de fiets naar het strand. Ik ben niet echt een strandzitter maar het is inmiddels 16.00 uur en de ergste warmte is voorbij. Over de dikke kiezels naar het zandstrand, op de handdoek en even de ogen dicht.

Als het me te koel gaat worden dan zoek ik mijn fiets weer op en rijd door het Oru park. Schitterend is dat park. Vroeger stond op de heuvel bij zee een kasteel van een Russische industrieel uit St. Petersburg. Voor het kasteel liet hij een bordes maken met uitzicht op de zee. Net zoals bij het kasteel in Petershof. In de oorlog is het kasteel verwoest en bij de onafhankelijkheid van Estland is het park aan de gemeenschap gegeven. Het bordes met de trappen is opgeknapt en voor het publiek open gesteld. Er zijn vijvers met fonteinen met een bordje: verboden te zwemmen. Zo uitnodigend ziet de vijver er nou ook weer niet uit en eenden heb ik hier niet gezien. Er is een behoorlijk hoogteverschil in dit park en er is een stuk dat ik zelfs in de 1 met de hoogste ondersteuning niet kan halen. Dat wordt zwoegend naar boven lopen met de fiets aan de hand.

Zo tegen achten kom ik op de camping aan en ga wat beoordelingen schrijven op TripAdvisor. Altijd leuk om te doen en vandaag heb ik mijn 100 ste beoordeling geschreven. Zelf kijk ik ook op TripAdvisor om me te laten inspireren wat te gaan doen.

Zo ga ik morgenochtend naar Narva, de plaats dicht bij de Russische grens en heb al wat dingen opgeschreven die ik daar wil zien. De fiets staat al op de fietsdrager want ik vermoed dat de afstanden anders te groot zijn. Morgen belooft het nog mooi weer te zijn. Dan heb ik vier dagen achter elkaar zon gehad. Daarna komt er weer regen. Het lijkt net of de dagen dat het regent er meer zijn dan de dagen dat de zon schijnt. Maar ik zal ze eens tellen gaan.

Het kan zijn dat er een paar verjaardagen tussendoor glippen. Hopelijk wordt me dat niet kwalijk genomen. Niet op alle campings heb ik even goed wifi en dan komt het bericht van Facebook niet door dat er iemand jarig is. Ook zijn er al meerderen op vakantie. Maar mijn blog loopt niet weg. Kies gewoon de plaatsen of landen er uit die je wilt zien of de foto´s.

Ik vind de Baltische Staten echt heel mooi en kan een ieder aanbevelen om hier eens naar toe te gaan. De meeste mensen gaan in Estland enkel naar Tallinn en Tartu, een enkeling nog naar Haapsalu. Maar de streek waar ik nu ben en de eilanden Saaremaa en Hiiumaa kan ik zeker aanbevelen om te bezoeken.

Woensdag 29 juni 2016
Vanmorgen ga ik om 09.30 op pad naar de industriestad Narva. De fiets neem ik mee op de fietsdrager want Narva is niet een twee drie te belopen. Een goede keus blijkt het te zijn. Narva is de nummer drie in Estland met ruim 66.500 inwoners. De stad ligt aan de rivier de Narva en deze is gelijk de grens met Rusland. Rode plastic bollen op de rivier markeren de grens. Aan de overkant van de rivier de Narva ligt de Russische plaats Ivangorod. Hier is ook een goed bewaakte grensovergang over de rivier. Langs de Russische oever zie ik uitkijkposten staan. In Narva is op een hoog flatgebouw een uitkijkpost van de Esten. De inwoners van Narva zijn voornamelijk Russisch maar ze worden in Estland als minderheidsgroep aangemerkt. De hoofdindustrie in Narva was en is de textielindustrie.

Langs de rivier bij de grensovergang ligt in Narva een fort, de Hermansburcht dat vroeger door de Zweden is gebouwd. Recht daar tegenover ligt aan de andere kant het Russische fort. Daar tussen in ligt de Vriendschapsbrug met de grensovergang. Aan de kant van Estland wappert de Vlag van Estland en de EU-vlag,aan de kant van Rusland wappert de Russische vlag.

De haven van Narva aan de Finse Golf is altijd van belang geweest voor buitenlandse kooplieden. Maar Narva is ook altijd strijdtoneel geweest tussen Zweden en Rusland en later Duitsland. Zo'n grensplaats heeft het vaak zwaar te verduren en omdat het hier om een strategische ligging gaat aan de Finse Golf met doorgang naar de Oostzee, was er veel belangstelling om Narva als havenplaats te bezitten.

Het kasteel heb ik bezocht en de Hermanntoren beklommen. Vanaf de toren is een mooi uitzicht over Narva, de rivier en de grensovergang. In het kasteel mag ik zonder gids vrij ronddwalen, en er is genoeg te zien om twee uur bezig te zijn. Langs de waterkant is een fraaie boulevard aangelegd met o.a. een partij stenen leeuwen, vast ter herinnering aan de Zweedse leeuw.

Langs de waterkant zie je al een stenen wal, de verdedigingslinie van de stad. Hier onder zijn de zogenaamde kazematten. De Tourist Information tipt me dat er om 15.00 uur een rondleiding is in de kazematten. Wel in het Russisch maar ik krijg een Engelstalige audiotour mee. Die blijkt niet te verstaan te zijn als de gids met luide stem spreekt. Maar ook niet als ze stil is want er wordt zo snel gesproken met een zeker accent zodat ik de helft niet begrijp. Maar goed, ik heb WiFi en heb me in het half uur dat ik wachten moet ingelezen op mijn mobiel. Dan gaan we met een groep van zo'n twintig mensen uit Estland de trappen af en komen in een half donkere, vochtige gang. Hierin staat een aantal wassen beelden opgesteld. Daar omheen vertelt te gids een verhaal. Vroeger, in 1704 en de oorlogsjaren er na, waren er soldaten actief in de kazematten en in de Tweede Wereldoorlog zijn ze gebruikt om burgers op te vangen. Het is er wel heel koud en vochtig en zeker geen aangename plek om lang te verblijven. Na drie kwartier gaan we weer naar boven en lever ik de audio spullen in. Een leuk uitje om zo'n gang onder de grond te zien en gelukkig was de entree voor een klein gepensioneerde ticket.

Daarna bezoek ik nog twee kerken in Narva, een grote ronde Russisch Orthodoxe kerk en een witte Lutherse kerk. Beide kerken hebben achterstallig onderhoud en zijn gesloten. Ik fiets kris kras door veel straten waarvan veel huizen bouwvallig zijn of zelfs leeg staan. Ik zie huizenblokken uit de communistische tijd waar ik niet vrolijk van word. Hopelijk kunnen de mensen het binnen gezellig maken. Maar er is hier veel werkeloosheid en Narva lijkt me geen rijke stad. Toch probeert de gemeente er wat van te maken. Er wordt al gesloopt en nieuwbouw, voornamelijk flats komen er voor in de plaats. Ook zijn er parkjes en hangen en staan er fleurige bloembakken in de straten. Ook hier gaat het leven gewoon door. Ik zie wat oude vrouwtjes zittend op een krukje bosuitjes en kropjes sla verkopen. Er lopen veel oudere vrouwen en mannen waaraan te zien is dat ze zware arbeid hebben gedaan. Zij stralen geslotenheid uit. Maar als ik bij Mac Donalds kom voor mijn favoriete vanille milkshake dan staan er jongeren achter de toonbank die open en vrolijk zijn.

Er is een verjaarspartijtje aan de gang bij MacDonalds van een meisje dat 9 jaar wordt. Ze zit met haar vriendinnetjes aan tafel, mooi opgesmukt te genieten van frietjes en limonade. Ik vraag haar moeder, een eind dertiger hoe het leven in Narva is. Ik zie zoveel beschadigde huizen en slechte straten. Ze spreekt vloeiend Engels en Duits want ze heeft in Duitsland gewoond en gewerkt. Ze vertelt me dat het een shock voor haar was toen ze tien jaar geleden uit Duitsland in Narva kwam wonen. 'Maar ach,je went er aan, ik zie het niet meer. Ik heb mijn baan als leerkracht, mijn man, twee kinderen en we hebben het goed. Alles went en ieder jaar wordt het hier weer wat mooier. Er gebeurt wel wat maar alles kost geld en dat heeft tijd nodig'. En zo is het maar net. Als je even went aan de ouwe zooi dan is het leven in Narva minder slecht dan ik in de reisgidsen lees. Het is een industriestad maar ik zie vandaag ook het mooie in de parken, langs de boulevard, een mooi kasteel en een levendig koopcentrum. Laat de mensen dan wat ouderwets gekleed gaan en geen luxe uitstralen, voor degenen die een baan hebben is het leven in Narva net zoals in de andere steden. Zwervers heb ik vandaag niet gezien en Narva is ondanks alles een schone stad.

Dan neem ik afscheid, zoek mijn auto weer op en rijd naar de badplaats Narva-Jōesuu die 17 kilometer west van Narva ligt op de route naar Toila. Onderweg stop ik nog even bij een mooi opgepoetste tank waar een familie staat. Dat wordt een kiekje schieten voor allen voor de tank.

Door naar het strand waar het me verrast hoe mooi het er is. Een heel breed strand is hier met schoon zeewater. Voor kinderen is er een springkussen en wat ander vertier, een klein karretje met horeca er er staan leuke rood-wit gestreepte karren op het strand. Ook hier zie ik van die handige hokjes om je om te kleden. Het strand doet me denken aan Wassenaarse Slag, maar dan wel veertig jaar geleden toen daar nog nauwelijks horeca strandtenten stonden. Deze badplaats is nog puur en het park dat er aan grenst is gezellig en heerlijk koel.

Narva-Jõesuu is duidelijk een oude badplaats want er zijn veel hotels die meer aan een sanatorium doen denken. Een plek om te relaxen en om te onthouden want deze regio is nog niet echt ontdekt door de Europese toeristen. Behalve dan door de eigen bevolking en de Russen. Een juweeltje aan de noord-oost kust van Estland.

Als ik terug kom in Toila ga ik gelijk door naar Hotel Spa om wat te eten. Het is dan al tegen achten. Als ik terug kom op de camping heb ik Nederlandse buren, uit Oegstgeest, gekregen met een camper. We maken een praatje en zij rijden net zoals ik van het westen naar het oosten. De meeste toeristen rijden van het oosten naar het westen. Wij zijn dus als het ware 'tegendraads' in onze rondreis.

Ondanks dat ik met mijn buurman de fiets al op de caravan heb gezet, twijfel ik of ik morgen al wel weg wil richting Tartu. Het is hier prachtig weer en ik zit hier goed naar mijn zin op deze camping en er is genoeg te ondernemen in de omgeving. Eigenlijk wil ik ook nog naar het Mijnmuseum in Kohtla en de mijnschachten in met een rondleiding. Morgenochtend beslis ik wat ik ga doen. Nu eerst een nachtje slapen. Ik raak de tel inmiddels kwijt de hoeveelste nacht het is.

Donderdag 30 juni 2016
Eigenlijk was het plan om vandaag door te trekken richting Tartu maar de WeerApp geeft aan dat het daar in het begin van de middag gaat regenen. Waarom dan weg gaan terwijl het hier in Toila nog een zonnige dag gaat worden? Ik loop naar de receptie en betaal voor nog een nacht hier overnachten. In totaal heb ik hier dan vier dagen en nachten met veel plezier gestaan. Vandaag wordt het eerst wasdag want hier is warm water, een goede spoelbak en wind. Daarna ga ik met de auto naar Kohlta-Järva, een mijnwerkersdorp dat 25 kilometer ten westen van Toila ligt.

De Russen hebben in het verleden 20.000 fabrieksarbeiders over de grens in Estland gezet om in het gebied van Kohlta te werken als mijnwerker. Geen steenkool zoals bij ons in Limburg maar er zat schaliegas in het gesteente onder de grond. Er werden mijnschachten gegraven, plafonds en muren gestut en het gesteente werd naar boven gehaald. Eerst nog met de hand, de schop en de pikhouweel. De karretjes werden geduwd en met paarden getrokken. Later kwamen er treintjes in de tunnels. De mannen werden betaald naargelang de hoeveelheid schaliegas gesteente ze naar boven haalden. Vrouwen werkten boven de grond om stenen stuk te slaan zodat de stukken steen waar te veel andere steen omzat, er af te slaan zodat het schaliegassteen minder afval had. Het was zwaar werk en de mijnwerkers hadden zeker status in deze streek. Dit beroep ging van vader op zoon en hele families werkten in de mijnbouw.

In 2001 is de laatste vracht schalie gesteente getransporteerd. Toen zijn de mijnen gesloten want de opbrengst was niet meer in verhouding met de kosten. Nu is in de mijn Victoria een museum gemaakt en worden er rondleidingen verzorgd door oud mijnwerkers. Zij geven een beeld hoe de mijnwerkers zes uur per werkperiode onder de grond werkten. Helaas worden de rondleidingen enkel in het Russisch en Ests gegeven. Er is wel een audiotour in het Engels maar er is geen headset bij, enkel oordopjes. Maar ik krijg een uitgedraaide Engelse versie van de audiotour die ik vooraf ga lezen. Ook onderhandel ik dat ik voor een kinderkaartje naar binnen mag omdat het voor mij enkel kijken word onder de grond. We krijgen om 13.00 uur allen een warme jas aan en moeten een helm op. Laarzen hoeven we niet aan want er zijn houten vlonders in de modderige mijngangen gelegd. Er zijn gezinnen met jonge kinderen en grappig om te zien hoe alle kleintjes een helm op krijgen.

Dan lopen we eerst een aantal trappen naar beneden. Daar bukken we om in een treintje te stappen en in het donker rijden we naar de eerste uitstapplaats.

Het aardige van deze rondleiding is dat er nog gereedschap staat, zoals een drilboor, schudmachines en alles werkt nog. De gids vertelt echt bevlogen en zo beeldend zodat ik een kwart er van begrijp. Hij demonstreert machines die een hels kabaal maken en een onfrisse geur komt vrij door het schuren over de stenen. Net echt dus. Ik maak de nodige foto's en na 1,5 uur staan we weer boven de grond. Dit uitstapje is zeker de moeite waard geweest om te ondernemen. Wel opvallend vind ik dat ik de enige echte buitenlander ben. De andere belangstellenden komen voornamelijk uit het eigen land, Estland.

Gevolg van het sluiten van de mijnen was wel dat er veel mijnwerkers werkloos werden. Het werkeloosheidscijfer is in deze regio nu nog erg hoog.

Als ik vandaag door deze regio rijd dan zie ik hoge grijze slakkenbergen van afvalgesteente. Maar zelfs daarop lukt het bomen om wortel te schieten. Veel huizen staan leeg en zijn vervallen of verwaarloosd. Er staan nog van die troosteloze commune gebouwen uit de communistische periode. Sommige staan leeg maar in het centrum van Kohtla zie ik nog hele blokken bewoond. Ze zien er verzorgd uit en de straat heeft in het midden een rij bomen met daar tussen een fontein en bloemperken. Er staat een reusachtig standbeeld van twee mijnwerkers met pikhouweel. Dit is ter ere van de mijnwerkers. Nog steeds is schaliegas een energiebron hier in Estland.

Ik had verwacht dat het hier een troosteloze boel zou zijn maar dat is dus niet zo. Ook al word ik niet vrolijk van het buitengebied waar de fabrieken en de vervallen huizen staan, deze straat is een gewone straat en leeft gewoon. Moeders lopen met baby's, kinderen spelen en er zijn kleine winkeltjes en ook een grote supermarkt. In deze regio is 80% van de bevolking Russisch en er wordt hier nauwelijks Engels gesproken. De mensen zijn wat geslotener maar in twee kleine winkeltjes koop ik wat etenswaren en beide vrouwen doen hun best om me goed te helpen. Als ik in het eerste winkeltje een ijsje vraag door een likgebaar te maken, snapt de vrouw wat ik bedoel. Ze neemt me mee naar de winkel om de hoek waar wel ijs verkocht wordt. Maar toeristen zie je niet in dit centrum van deze industriestad. In totaal wonen er in Kohtla-Järva en buitengebied ruim 46.000 inwoners en is daar mee de vierde stad van Estland.

Terug op de camping was ik de tweede was uit. De was van de ochtend is droog maar omdat de zon niet meer achter op de caravan schijnt, hang ik de was op het gazen hekwerk. Zo waait de wind de was snel droogt. Tot het dreigt te gaan regenen, dan maak ik van de caravan een fleurig geel washok. De maaltijd bestaat vandaag uit zure augurk, geraspte wortel in het zuur en zuurkool in het zuur. Bij een van die vrouwen voor een luttel bedrag gekocht. Dit is voedsel dat in Estland heel veel gegeten wordt. Vooral de zure bommen en zuurkool zijn befaamd.

Er is weer een probleem met de laptop dus de foto's kan ik er niet opzetten. Dit verslag van vandaag schrijf ik dan maar weer op de IPad. Hopelijk doet rust de laptop goed en krijgt hij er morgen weer zin in.

Ik heb hier in Toila vier heerlijke dagen gehad en ben goed tot rust gekomen na mijn trip naar Helsinki, de dagen vliegen om. Vanaf nu ga ik beginnen aan de terugreis. Hoewel er eigenlijk geen terug is want ik maak een rondreis. Ik ga door via de oostkant van Estland, langs het Peipsimeer. Dit meer is gelijk de grens met Rusland en is echt heel groot.

De benzineprijs is hier een stuk lager dan bij ons. Vandaag betaal ik €1,07 voor een liter 95. Ik heb een kleine tank met vier liter bij me maar in deze landen zijn zoveel benzinepompen dat het eigenlijk niet nodig is om een losse tank mee te nemen. Enkel op de eilanden zijn weinig benzinepompen naar daar zijn de afstanden zo dat je er rekening mee kunt houden. Er zijn veel onbemande benzinepompen waar je een geldbiljet eerst invoert. Dan tik je een code in en het nummer van de benzinepomp. Let wel op dat je goed inschat hoeveel je nodig hebt want je krijgt geen wisselgeld terug. Vandaag heb ik weer een ander systeem mee gemaakt. Ik ga binnen eerst betalen, een tientje schatte ik, dan zet de medewerkster de pomp pas aan. Nu gaat er voor €9,75 in en dat kwartje is dus mijn verlies. Maar vol is vol en het kan er echt niet meer bij.

De fiets staat al weer op de fietsdrager want morgen start de terugreis naar het midden-oosten, naar de plaats die in Estland als tweede staat: Tartu, de universiteitsstad. Mijn accu is weer opgeladen, ik kan weer op pad. Maar de accu van de laptop heeft het begeven.

Voor de statistieken: er zijn tot nog toe 5.136 kilometers met de auto gereden en met de fiets 841 kilometers.

Wordt vervolgd in het blog Tartu.

  • 01 Juli 2016 - 08:40

    JaapBouwman:

    Hallo Nicolette.
    Eindelijk eens een reactie van mij. Je weet, ik doe dat niet gauw. Maar een tijd geleden een keer aan jou beloofd dat te doen. Welnu vandaag is het dan zover. Ik heb al je verslagen gelezen en verbaas me telkens over je verhalen. Altijd wat te vertellen, altijd wat beleefd onderweg. Anja en ik zijn jaloers op je, dat je nog steeds onderweg bent en wij al weer thuis, maar we hadden eind juni en ook volgende week verplichtingen, waar we eigenlijk niet onderuit kunnen. Maar we maken al weer plannen.
    We blijven je volgen door het lezen van je blogs. Jammer, dat je computer niet werkt. Hopelijk valt hij te repareren in Tartu. Een goede reis verder en tot horens, tot lezens of tot ziens. Groeten van Jaap en Anja

  • 07 Februari 2017 - 15:53

    Sina Teuben:

    Wat leuk om dit te lezen.Zoveel herkenbaars. Wij waren op de kleine camping van Saka, bij het Spa wellnes hotel. Wij hebben daar een prachtige tijd gehad. In onze periode kwamen er 45 geleerden van de hele wereld om de grijze klei(in de klif) te onderzoeken, waarin zich het oudst levend wezen zou bevinden. Wij hadden contact met een Duitse professor die in Amerika les gaf, en die ons vertelde over de fossielen die we hadden gezien. Vele waren een soort soort octopus van miljoenen jaar oud.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Estland, Toila

Nic's Rondreis Baltische Staten

Eind februari 2016 ben ik begonnen met de voorbereidingen voor mijn 100-dagen rondreis naar de Baltische Staten. Omdat ik vanuit Riga in Letland naar Petersburg in Rusland wil, is het nodig om een visum aan te vragen voor Rusland. De vlucht van Riga naar Petersburg is geboekt voor 2 juni 2016. Ook is het hotel al geboekt en de terugvlucht is op 7 juni. Via het hotel heb ik een zogenaamde Invitation Letter kunnen kopen. Die is nodig voor het aanvragen van een visum want ik reis alleen, zonder reisorganisatie. De ziektekostenverzekering heeft al een verklaring gegeven dat zij garant staat voor de medische kosten voor die vijf dagen in Rusland. Alle benodigde formulieren zijn ingevuld en de afspraak bij het Russische Consulaat in Den Haag is in maart gemaakt. De visumaanvraag is dus geregeld.

Vanuit Tallinn in Estland wil ik met de boot voor een aantal dagen naar Helsinki in Finland. Maar dat regel ik daar ter plekke wel. Wel heb ik al geregeld dat mijn caravan en auto tijdens mijn verblijf in Helsinki ondergebracht kunnen worden bij een boerencamping. Een paar maanden voorbereiden en eind april wil ik vertrekken als de temperatuur richting de 15 graden overdag gaat en in de nacht circa 10 graden.

Op dit blog ga ik mijn reisverslagen schrijven. Als je me wilt volgen en steunen dan kun je je aanmelden op de mailinglist links. Ik stel het zeker op prijs want in deze grote uitdaging zullen zeker momenten komen dat ik jullie steun kan gebruiken. Alleen reizen is al een uitdaging en met mijn Eribaatje nog meer. Ik hoop dat ik menigeen kan inspireren om uitdagingen aan te gaan.

Recente Reisverslagen:

04 Augustus 2016

Weer terug in Nederland en terugblik op de reis

31 Juli 2016

Vakwerkstadjes Hannmünden, Witzenhausen, Duitsland

28 Juli 2016

Van Polen naar Meissen en Dresden in Duitsland

24 Juli 2016

Vier dagen fraai Wroclaw in Polen

20 Juli 2016

Kraków en de Zoutmijn in Wielickza
Nicolette

Inmiddels is het 2024 en ben ik alweer 76 jaar en 11 jaar met pensioen. In de afgelopen vier jaar heb ik niet gereisd. Corona gaf een kink in de kabel. De Eriba Triton 418 werd verkocht en een houten zomerhuisje op RCN Het Grote Bos in Doorn, samen met mijn dochter, gekocht. Klussen stond op het programma. Maar ik mistte het reizen, het avontuur van onderweg zijn. Het huisje is verkocht en nieuwe plannen worden gemaakt. In de haren 2013-2015 heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn. In 2017-2020 heb ik met de caravan gereisd. In 2017 door België en Frankrijk; in 2018 door Kroatië/Montenegro/Slovenië; in 2019 door Portugal en Spanje. Toen kwam de Covid epidemie en ben ik in Nederland gebleven. Op de reis door Montenegro heb ik een zwerfhondje mee genomen en haar Monti genoemd.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 791
Totaal aantal bezoekers 86226

Voorgaande reizen:

20 April 2024 - 10 Juni 2024

Terug naar nu, met Monti op avontuur in Italië

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: