Blog 22, Slovenië, Bled, Triglav Nat.Parc, Bovec - Reisverslag uit Bled, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Blog 22, Slovenië, Bled, Triglav Nat.Parc, Bovec - Reisverslag uit Bled, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Blog 22, Slovenië, Bled, Triglav Nat.Parc, Bovec

Door: Nicolette48

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

19 Juni 2018 | Slovenië, Bled

Blog 22, Slovenië N-W, Triglav Nat.Parc, Jesenice, Bled, Bohinj, Bovec, Kobarid, Tolmin

Vanmorgen, donderdag 14 juni, sta ik al vroeg klaar om te vertrekken. De NKC groep campers staat te dringen bij de receptie om door de slagboom te mogen. Ik sta zo geparkeerd dat ze met een boog om Eribaatje heen moeten. Ik moet nog een nacht betalen en daar wil ik niet onder uit. Ik heb €16,50 euro in munten gesprokkeld en in een plastic zakje gedaan. Dat is de prijs die ik betaald heb voor de vijf nachten dat er ik al stond. De zevende nacht zou gratis moeten zijn via de ACSI-Voorjaarsformule. Nu blijkt dat ik gelezen heb dat in het voorjaar een eerste hond in het tarief zit volgens ACSI. Het is een chaos bij de receptie, er staat een hele rij en eigenlijk ben ik niet meer ingeboekt. Een Duitser moet voor twee nachten betalen en ze rekent een hond. Ik zeg de man dat de hond inclusief het tarief is en laat het ACSI-boek zien. Zijn rekening wordt direct aangepast en ik krijg een knuffel van hem. Nu nog mijn hond er af zien te krijgen. De baas wordt er bij gehaald want het meisje trekt het even niet want ze staat er alleen voor en er is een hele rij. Ik zeg dat ik nog 1 nacht moet betalen maar zonder hond in rekening te brengen en laat hem het boek zien. Van het geld in het zakje krijg ik gelijk €3,-terug. Dus al met al betaal ik nu voor de 6’nacht minder en de 7’nacht is gratis. ‘Zo komt Jan Splinter door de winter’. Eigenlijk kan ik voor de vijf betaalde nachten nog €15,- terug vragen want ik had voor Monti niet hoeven te betalen. Maar gezien de drukke rij laat ik het zitten. Prima zo, ik hoef niet het onderste uit de kan. Maar het meisje heeft zich wel vergist.

Op naar het noordwesten van Slovenië, het Triglav National Parc. Door de bergen rijd ik een stuk dat ik al eerder deze week zonder caravan heb gereden. Het is pittig en vandaag heb ik weer een brevet van bergrijden gehaald. Smalle wegen, door nauwe dorpjes, S-bochten, in z’n 1 omhoog op een 12% helling. Ik draai mijn hand er niet meer voor om. Als je eenmaal in de bergen van noord Montenegro gereden hebt dan kun je volgens mij overal rijden. Ik vind het zelfs leuk om zo door smalle dorpjes te rijden en de mooie huizen en kerkjes te zien. Bij het stadje Kamnik is een wegomlegging en wordt al het verkeer door het prachtige oude centrum geleid. Het is er druk met auto’s en voetgangers, opletten geblazen dat ik het bord van omleiden niet over het hoofd zie. Maar ik daar kom ik door. Dan in de bergen nog een weg die geasfalteerd wordt. Er staan midden op de weg van die rood-witte borden omdat er geen witte middenstreep is getrokken. Ook in haarspeldbochten staan die borden en al slalommend kom ik de berg op. Gelukkig is noord Slovenie niet dicht bevolkt dus de kans op tegenliggers is gering.

Na circa 60 kilometer door de bergen schiet ik toch maar de tolweg op en pak de eerste rustplaats. Monti mag even uit de box om de pootjes te strekken. We lopen over een grasveld waar blijkbaar veel muizen in de grond zitten want voor ik het door heb, zit ze met haar snuit onder de grond te puffen en te grommen. Op zo’n moment heeft ze de kolder in de kop en is ze op jacht. Maar we gaan verder naar het dorp Lipce waar een kleine camping is aan de rivier. De viersterren camping bij Bled laat ik voorbij gaan want daar lees ik teveel negatieve recensies over. Bled ga ik wel vanuit deze camping als dagtocht bezoeken. De camping waar ik nu naar toe ga is me aangeraden door mijn buurtjes in Mozirje, Jos en Mariëtte.

Dan door een klein dorp, over een smalle weg, steil naar beneden naar de camping. Ik vraag me gelijk af hoe ik hier weer boven op de weg kan komen. Dan moet er niet toevallig gelijk iemand op de weg rijden want stoppen kan ik daar zeker niet. Maar dit is een zorg voor over een paar dagen. Er is geroezemoes op deze camping van de snelweg die niet zo ver weg ligt. Blijkbaar weerkaatst de berg het geluid. Ik heb er geen hinder van maar een buurvrouw op de camping wel. 90% op deze camping zijn Nederlanders. Dan nog een paar Duitsers. Het is voornamelijk een doorgangscamping. De mensen die gebruind zijn rijden terug richting Nederland. Degenen die er nog witjes uitzien rijden naar het zuiden, veelal richting Kroatië. Ik blijf een paar dagen in deze regio, misschien neem ik zelfs nog een andere camping iets meer naar het noordwesten want de natuur is hier prachtig.

In de avond is er wat grappigs. Onderaan de camping, langs de rivier is een hondentrainingsplaats. Er is een groep mensen met honden bezig met een hondentraining. Ik loop met Monti een stuk onze heuvel af en blijf voor een hek kijken. Zij kijkt tussen de afrastering naar beneden en ziet dus ook al die honden met hun baasjes. Zowaar, ze blaft niet en kijkt geconcentreerd. Dan ga ik de oefeningen die ze beneden moeten doen, boven met haar doen. En zowaar, het gaat goed. Er komt nog een man van de camping die twee bouviers heeft getraind en die geeft nog wat aanwijzingen. Hij heeft er alle vertrouwen in dat Monti goed te trainen is want hij vindt haar intelligent over komen. Dat vind ik zelf ook maar gisteren was ze een draak. Vandaag is ze heel anders. Gezellig naar de mensen op de camping die haar aandacht geven, gezellig naar mij en ze is redelijk te corrigeren als ze blaft naar de andere honden. Verandering van camping doet haar vandaag goed. Nu onder de douche want morgen schijnt de zon en dan ga ik fietsen naar Jesenice.

Op vrijdag 15 juni word ik al om 05.00 uur wakker doordat de caravan staat te schudden. Er is een storm opgestoken en het zonneluifeltje wappert flink. Ik ga mijn bed uit om een paar extra scheerlijnen aan het luifeltje te zetten want ik wil wel graag dat die heel blijft hangen. Dan laat ik Monti uit om daarna weer onder de wol te duiken. Het is fris hier, onder de 20 graden. Ik kan merken dat ik in de bergen zit. Ik slaap uit tot over half negen, voor mij ongekende luxe. De ochtend start ik dan ook rustig, haal de fiets uit de auto en bekijk wat informatie uit de regio.

Ik heb een brochure van Slovenië die ik op de vakantiebeurs heb gekregen. Daar staat de plaats Jesenice als volgt gepromoted: ‘Een stad van staal en flowers’. Vooral de narcissen zouden hier weelderig bloeien. Nu is het natuurlijk al narcissentijd geweest maar ik verwacht toch wel wat bloemen te zien in deze stad. De weg naar Jesenice is met de fiets circa 5 kilometer maar is geen prettige rit om te rijden. Voornamelijk over de hobbelige stoep omdat de auto’s razend hard rijden. Bij de brug over de rivier zijn wegwerkzaamheden en daar is het druk omdat er over één baan gereden wordt en het stinkt er. Geen pretje om hier te fietsen dus ik loop over de brug en maak een foto van de rivier waar groen water door stroomt. De stad zelf is ook niet echt aantrekkelijk. Veel staalindustrie bedrijven maar geen bloemen. Ook niet een echt oud centrum maar wel een groot koopcentrum met een SPAR, LIDL, TUS en nog wat zaken. Daar zie ik een leuk drijfplankje voor mijn jongste kleinzoon en dat past precies in de tas op de fiets. Terug naar de camping langs dezelfde weg.

Inmiddels stroomt de camping vol met 90% Nederlanders. De meesten zijn ouderen die via de ACSI voordeelkaart in het voorjaar gekampeerd hebben en nu naar Nederland terug gaan. Het is hier voornamelijk een doorgangscamping. Maar ik boek nog een nacht bij want Monti doet het hier bijzonder goed. Misschien ook wel door dat hondentrainingscentrum dat beneden is. Vanmiddag praat ik even met een man van het centrum en de trainer Branco, een Sloveen die al 20 jaar honden traint. Ik vertel dat mijn hond geadopteerd is en een probleem heeft met andere honden. Of hij misschien vandaag of morgen tijd heeft om wat met haar te trainen. Ik betaal hem er dan voor. Zijn agenda zit helemaal vol maar ik mag het hondenterrein gebruiken om met Monti te trainen. Het ruikt daar naar honden en dat zal haar al laten wennen aan andere honden. Hij had al gezien dat ik boven met haar bezig was en noemt haar een intelligente, goede hond. Hij raadt aan om eerst een training basiscommando’s te volgen en dan een training sociaal gedrag. Niks mis met de hond en dat blaffen leert ze wel af. Hij vindt dat ik haar al veel geleerd heb. Ik ben natuurlijk verrukt dat mijn hondje ‘goedgekeurd’ wordt door deze trainer en het stelt me gerust dat hij er alle vertrouwen in heeft. Hij geeft nog als tip dat ik strenger een commando moet bevelen, als een militair. Als ze moet komen en ik hier zeg, dan moet ik het niet vragen maar eisen. MONTI HIER!!

Vanavond is daar om zes uur weer een training van dezelfde groep als gisteren. Ik loop met haar weer naar het hek en doe weer dezelfde oefeningen die de mensen met de honden beneden doen. Zowaar, het gaat prima. Nu ga ik met haar naar beneden en loop in rondjes steeds iets verder naar het hek waarachter al die honden lopen. Zowaar, ze blaft geen enkel keer en alle commando’s die ik geef voert ze goed uit. Dan weer naar boven naar de caravan en als de groep met de training klaar is dan mag ik het veld gebruiken. Ze snuffelt heel wat af en ik doe de oefeningen nog een keer. Ook loopt ze met gemak over een balk. Het springen over een hoge schutting doet ze niet en ik weet ook niet of ik haar dat wil leren.

Dan loop ik de ruimte met haar in waar alle deelnemers met de trainer een pilsje zitten te drinken. Ze hebben gezien dat ik op het veld bezig ben geweest en de trainer vraagt of ik een pilsje met ze wil drinken. En zo zit ik ineens met Monti in een groep hondenbezitters die zelf hun hond in de auto hebben gezet. Ik laat zien wat ik Monti al geleerd heb en ze doet het zowaar goed. Ik krijg veel complimenten en Monti gedraagt zich voorbeeldig. Rustig op de grond, ze komt als iemand haar roept. Alle lof voor dit kleine hondje dat soms een furie is als ze een muis ruikt of eekhoorn ziet. Het komt wel goed met haar, wordt er weer gezegd. Geen echte probleemhond dus.

Nu het bed in want morgen ga ik met de auto naar Bled om rond het prachtige meer te gaan wandelen. Een route van twee uur gaat dat worden. Achterburen hebben vandaag Bled bezocht en ik krijg de tip van een parkeerplek waar het tarief €0,50 per uur is. Dat adres toets ik alvast in de Garmin navigatie dus morgen een hele dag van de camping af.

Zaterdag 16 juni is een bewolkte dag op de camping maar een zonnige in Bled. Bled bestaat al duizend jaar en is geliefd vanwege het milde klimaat. In het midden van het stadje ligt een prachtig meer met helder groen water. Je kunt de vissen er zien zwemmen. Bled was vroeger al een beroemd kuuroord want er zijn warmwaterbronnen. Tito, de vroeger machthebber had er een buitenverblijf vanwege het goede leven in Bled. Er wonen nu circa 6.000 omwoners maar er lopen zeker meer toeristen. Voor negen rijd ik al weg en als ik in Bled aankom dan is het al druk. De parkeerplek mis ik en als ik verder de stad in rijd en een parkeerplek vind dan blijkt daar maar 4 uur geparkeerd te mogen worden. Dat is me te kort en gezien eerdere ervaringen besluit ik weer verder te rijden. De volgende parkeerplaats is wel wat duurder te zijn, €2,- per uur. Dat is met te duur en ik rijd terug naar de rand van de stad. Daar schiet ik de weg naar een dorp in en 600 meter van de hoofdweg kan ik vrij parkeren. Dat wordt gewoon een stukje verder lopen naar het meer toe.

In het centrum van Bled ligt het grote meer waar het water echt groen lijkt. Wat het eerste opvalt is een groot kasteel op een klif aan de andere kant van het water. Rechts ligt een grote kerk op een heuvel. Mijn eerste indruk is: een prachtig meer in een mooie omgeving. Natuurlijk loop ik er niet alleen. Ook hier is een zwerm Aziatische toeristen met de bekende selfies bezig. Kleurige katoenen hoedjes en petten, enkelen met een mondkapje voor en de handen met handschoenen beschermd. Zo licht mogelijk van kleur zijn verhoogt de status. Dit heb ik in Vietnam ook veel gezien. Vooral vrouwen willen niet bruin worden door de zon en lopen met blouses met kragen omhoog en lange mouwen en broekenZe zien niet wie er nog meer op het pad lopen en wijken niet gauw uit voor andere voetgangers of fietsers. Velen lijken een hond maar niks te vinden en lopen met een boog om Monti heen.

Volgens het boekje kun je in twee uur het hele meer rondlopen. Ik doe er met Monti het dubbele over. Tussendoor rusten we want het is warm en kijken we naar de roeiwedstrijden die er zijn. Het is een internationale wedstrijd en ik mag het terrein op om wat boten en sporters te fotograferen. Het zijn twee Hongaarse meiden die stoer met de grote roeispanen lopen. Er wordt volop gesport op het meer. Staand op surfplanken met een peddel, roeibootjes, kano’s, er is volop leven in, op en rond het meer. Mountainbikers, racefietsen, e-bikes, wandelaars, het is er volop leven en het bruist rond het meer in Bled. Ik vind het een prachtige wandeling en dit is ook goed voor Monti want die loopt met haar tong uit haar bek. Menige eend jaagt ze de schrik op het lijf want ze vliegt bijna het water in, de eend achterna. Het blaffen naar andere honden lijkt minder te zijn en minder lang te duren. Hopelijk gaat dat een keer helemaal over.

Als we weer terug zijn op het beginpunt nemen we een rustmoment met een ijsje. Ik dan tenminste en drie likjes vanaf mijn vinger voor Monti. Naast me zit een mooi Italiaans meisje dat liever in Slovenië is dan in haar eigen land. Eigenlijk wil ze naar Zwitserland en hoopt daar een man te vinden. Tja, ik heb maar niet gevraagd wat er mis is met Italië maar het duidelijk dat ze niet in Italie blijft.

Dan zie ik een toeristentreintje aankomen en voor €5,- mag ik mee en Monti mag gratis. Ze staat meer op mijn schoot dan ze zit en lijkt uit het treintje te willen springen maar ik houd haar goed vast aan haar riem. Er zit een klein meisje op de bank voor ons en ze vindt Monti interessanter om naar te kijken dan het landschap. Het leuke van dit treintje is dat het hele stukken rond het meer dezelfde route rijdt als waar ik gelopen heb maar ook sommige stukken hoger rijdt. Heel leuk om zo nog een keer rond het meer te rijden.

Terug op het beginpunt gaan we lopend weer de stad uit, op zoek naar de auto. Monti is moe en valt zowaar in slaap in de box in de auto. Door naar Jesenice naar de TUS supermarkt om weer voorraad eten in te slaan. Ik zie daar heel verse tartaar en neem er twee mee om te grillen. Ook een kwart rode watermeloen, kersen en perziken. De aardbeientijd lijkt voorbij, nu komt het zachte fruit van perziken en abrikozen en de meloenen. Terug op de camping gaat de zon pas schijnen. Die heb ik mee genomen uit Bled. Ik maak wat praatjes met de buren, links, rechts en achter. Voldoende aanspraak heb ik hier. Dan komt er een klein Eribaatje aanrijden met een jong Duits stel. Ook een Pan maar een Familia Touring. Leuk caravannetje en leuk stel. We kletsen wat over onze Eriba’s en hij is verrukt van mijn Peugeot 2008. Daar ben ik ook trots op want ze doet het goed in de bergen.

Morgen een dagtocht naar Bohinj dat in het National Parc Triglav ligt. Er is een groot meer dat nog mooier blijkt te zijn dan dat in Bled. Ik ben benieuwd en ga het morgen ervaren.

Zondag 17 juni rijd ik voor negenen weg om op tijd door Bled te zijn. Bohinj ligt circa 30 kilometer vanaf de camping maar het is een kronkelige tweebaansweg die door veel kleine dorpjes gaat. Ik heb geen haast en ga eerst in Bohinj de kerk bezoeken. De zondagse mis is nog bezig en de kerk is tot 90% vol. En echt niet enkel met ‘grijze duifjes’. Ik zie gezinnen met jonge kinderen maar ook pubers en jong adolescenten. Eerbiedig maken ze een kniebuiging als ze de bank verlaten en door het gangpad lopen naar de schaal met wijwater om nog een kruisje te slaan. Ik heb voor vandaag de zegen gekregen van meneer pastoor. Buiten de kerk van Bohinj ligt voor het portaal en er naast de goed onderhouden graven van de oud dorpelingen. Niet weg gestopt achter een haag maar je ziet ze direct liggen als je de kerk uitkomt. De doden zo dichtbij de kerk heb ik nooit eerder gezien. Mensen staan nog buiten de kerk na te praten als ik naar voren loop om wat foto’s te maken van het prachtige altaar en het plafond er boven. De kleur blauw valt op van de schildering en de figuur is Maria. Een levendige, lichte kerk die zeker een bezoekje waard is als je naar het meer van Bohinj gaat, oftewel het Bohinska Jezero.

Dan door naar het meer dat alom geprezen wordt voor de groene kleur en de helderheid van het water. Nu is het meer van Bled al prachtig maar dit meer doet er niet voor onder. Er zwemmen grote vissen die gewend zijn om dicht bij de kant te komen om gevoerd te worden. Er zwemmen wat eenden tussen en bij Monti ontwaakt het jachtinstinct. Ze heeft gewoonlijk hekel aan natte pootjes maar de springt nu tot haar buik in het water in de hoop een eend te verschalken. Gelukkig zit ze aan en kan de eend deze dans ontspringen. Ik loop een uur rond het meer en ga op een bankje een ijsje snoepen. Het is alleen al een genoegen om te zien hoe mensen op het meer bezig zijn met bootjes, kano’s en er zwemmen. Er vaart een kleine overdekte rondvaartboot in een sukkeldrafje over het meer. Ook hier lopen heel wat kleurrijke Aziatische toeristen zich in rare bochten te wringen om mooi op de foto te komen.

De auto haal ik weer op en ik rijd langs het meer richting Ukanc, het punt waar een kabelbaan van Vogel is, naar boven. Dit is hier namelijk een uitgebreid skigebied waar in de zomermaanden een gondel toeristen naar boven brengt op een hoogte van ruim 1.500 meter. Eigenlijk heb ik het idee om een enkele rit te kopen en lopend naar beneden te komen. Dit wordt me sterk afgeraden door de juffrouw achter het glazen hokje want de afdeling is een soort steile rode piste. Dan maar een retourtje voor, schrik niet, €17,-. Gelukkig mag Monti gratis mee de gondel in. Dat wordt wel dragen want ze durft niet over de puntige ijzeren roosters te lopen. De gondel zit volgepropt want er komt net een groep Slovenen aan. Ik bewaak Monti haar snuit die op de grond ligt door mijn voet voor haar neus te zetten.

Boven op de berg is het een drukte van belang maar het is zo ruim en de mensen waaieren uit naar alle kanten. Hier lopen mooi aangegeven wandelpaden. Ik loop een eind naar beneden maar zie meerdere kruispunten en twijfel of ik nog wel verder zal lopen. Zeker een uur heb ik gelopen en nog geen mens gezien. Monti springt heuvel op een af en vermaakt zich prima. De mee gebrachte boterhammen smaken heerlijk zo op deze hoogte in deze prachtige omgeving. Het is hier echt heel mooi en ik zie zoveel verschillende bloemen. Dan lopen we over een pad en zie ik de stoeltjes kabelbaan waar mijn buren van de camping al over verteld hebben. Het is zo’n lift waar vier mensen op een bankje kunnen zitten en waar zo’n ijzeren beugel voor je gaat. Ik loop naar de lift en zoek de man op die de lift bediend. Hij zit binnen in zijn hokje en ik vraag of de hond mee mag naar boven. Geen probleem zegt hij en hij helpt me te gaan zitten met Monti op mijn schoot. Nou die weet echt niet wat haar overkomt. De lift gaat heel hoog en ik heb mijn linkerhand om haar hals en mijn rechterhand op haar rechter achterpoot. Ze moet zitten blijven maar wil zo nu en dan wel omhoog komen. Nu zou ik graag een foto willen maken en probeer mijn mobiel te pakken. Maar gelijk gaat Monti hoger met haar kont. Dat wordt straks of de hond over de reling of mijn mobiel. Dus snel maar weer terug in het tasje gedaan dat ik om mijn nek heb en de rits dicht. Helaas kan ik dan ook geen foto’s maken van deze tocht naar boven. Zeker boven de 2.000 meter zitten we en het vergezicht is zo prachtig. De Triglav is de hoogste berg van Slovenië en die steekt niet eens heel erg boven de anderen uit. Bijna alle bergen die ik zie zijn boven de 2.000 meter. Zo fraai om te zien hoe de besneeuwde bergtoppen als een keten naast elkaar liggen. Dit is het walhalla van de bergbeklimmers.

Als we helemaal boven zijn dan blijf ik zitten met Monti op mijn schoot en we gaan gelijk weer door naar beneden. Dan duizelt het gewoon hoe hoog we zitten. Als je naar beneden kijkt dan zie je hoe hoog je zit. Dat is toch een andere gewaarwording dan als je omhoog gaat want dan kijk je tegen de berg aan. Ik kan me voorstellen dat als je hoogtevrees hebt je het hier wel even benauwd krijgt. Ik vind het prachtig totdat Monti een hond ontdekt. Voor haar maakt het niet uit dat hij zo in de diepte loopt, ze wil gaan staan en begint te grommen. Ik pak haar in haar nekvel en beveel: ZIT! En wel direct want ik wil geen spatjes in de stoeltjeslift. We komen veilig beneden en daar doe ik de beugel omhoog. De lijn waar Monti aan zit laat ik vieren zodat ze niet opgehangen wordt. Ze is weer blij met de voeten op de grond te staan en huppelt weer tussen de bergbloemen heuveltje op en af. Ik vraag me af wat er zou gebeuren als ze niet aan de lijn zo zitten. Volgens mij is ze dan gewoon weg en eet konijnen, muizen en vogels. Ze heeft echt een jachtinstinct en jaagt ook vliegen achterna.

Met de grote gondel die overvol is gaan we weer naar beneden en zoeken de auto op. Terug door het mooie Bled waar weer honderden mensen lopen rond het meer. Toch wel een gezellige plaats die ik kan aanbevelen. De auto’s rijden stapvoets door het centrum want er rijden heel veel grote touringcars en campers en caravans. Bled is een centrum dat de naam heeft maar ik vind Bohinj met het meer en vooral deze kabelbaan van Vogel het toppunt. Misschien wel het mooiste dat ik tot nu toe gezien heb in Slovenië.

Terug op de camping is het inmiddels over vijven. De buren nodigen me uit voor een kop thee en ik adviseer ze om morgen nog niet weg te gaan maar de dagtocht te doen die ik vandaag heb gedaan. Zo inspireren we elkaar op de camping want ik was weer geinspireerd door andere campinggasten. De buren boeken gelijk een dag bij en gaan morgen naar Bohinj. Voor mij is het nu etenstijd en er is gisteren genoeg ingeslagen bij de supermarkt TUS. Vanavond niet te laat gaan slapen want morgen wil ik een dagtocht gaan doen naar het noordwesten, naar de regio rond Bovec. De caravan laat ik staan en de auto is maar half geladen want de fiets is er uit. Dat is wel een luxe om met een lichtere auto te rijden. Volgend jaar neem ik de helft van de spullen mee. Maar zei ik dat vorig jaar ook al niet?

Maandag 18 juni ga ik al vroeg met de auto op pad naar het noordwesten van Slovenië, de Julische Alpen. HEt DRielanden gebied genoemd want het grenst aan Italië en Oostenrijk. Het is nog voor half acht en er heerst nog rust op de camping. In het noordwesten van Slovenië is de kern van het Triglav Nahorid National Parc.

Bovec is de eerste plaats waar ik heen wil want dat blijkt een stadje vol met sporters te zijn. De rit is 74 kilometer en volgens de navigatie ga ik er 1,5 uur over doen om er te komen. Maar dat wordt wel wat langer want er zijn volop wegwerkzaamheden. Ook blijk ik een afslag te missen want daar rijd ik ineens in Italië. Ik kom op een gele binnenweg in de bergen, wel heel smal maar het is er ook heel mooi. Prachtige groenen bergen in verschillende vormen en daarachter hoge steile kale rotsen. De boomgrens is goed te zien, daar houden de naaldbomen op en is het de grond te rotsachtig om nog bomen te laten groeien.

Onderweg stop ik meerdere keren om foto’s te maken van de mooie omgeving. Er is een heel smalle kloof waar water in de diepte door stroomt. Daarnaast ligt een oud fort dat nog uit de tijd van Napoleon stamt. Er staat een fraai gedenkteken en een bord met informatie. De Slovenen hebben vele overheersers gehad en blijkbaar ook de Fransen. De Italianen hebben later toen een deel van Slovenië bij Italië hoorde het fort versterkt. Je ziet nog de schietgaten. Aan de overkant van het oude fort loopt een wandelpad waarbij staat dat het een deel is van de ‘Walking for peace’ route. Een stel Nederlanders knopen net de hoge wandelschoenen dicht en die gaan daar de berg op. Met Monti loop ik een klein stukje omhoog en dan weer instappen en verder rijden.

Zo kom ik in Bovec, een relaxed dorp met een gezellige brede straat waar wat horeca gelegenheden zitten. Daar ga ik eerst op zoek naar de Post om drie postzegels te kopen. Dit worden de drie laatste kaarten die op de bus gaan voor de kleinzonen. Maar ik schrijf de kaarten altijd helemaal vol. Ik zoek een gezellig terras in de schaduw en ga daar de kaarten schrijven terwijl ik een heerlijke latte macchiatti drink. Monti ligt aan de lijn onder te stoel en dan schrik ik want ze vliegt luid blaffend onder de stoel vandaan. Er komt een vrouw met een hond langs en die hond schrikt zo van Monti dat die er niet langs durft, ondanks dat ze twee koppen groter is. Dat kleine beestje is echt een furie als ze tekeer gaat. Ik trek Monti weg en die vrouw loopt met een angstige hond langs ons tafeltje. Dat wordt een lange training met haar, vermoed ik zo.

Als de kaarten op de bus zijn dan wandel ik het stadje of grote dorp door. Hier zie je voornamelijk sportzaken en auto’s met een aanhanger waar kano’s of rubber gele en oranje boten om te raften op liggen. Er lopen veel jongelui met grote rugzakken en hoge wandelschoenen. Er staat een fruitkraam met vers fruit en de kersen die ik er koop worden ter plekke voor me gewassen. Op zoek naar een schaduwplek in het parkje want het is inmiddels boven de 30 graden.

Door naar de volgende plek, Kobarid. Dit stadje is kleiner dan Bovec en is nog meer een centrum voor de wandelsporters. De rit er naar toe is prachtig. Via bergen, kleine gehuchten rijd ik bijna door hun voortuin of over een erf. Veel huizen hebben kleurrijke bloemen, paars-witte petulia’s, rode geraniums, rode en witte rozen. Beneden stroomt een riviertje dat uitkomt in een meer. Ik zie een meer dat echt heel groen is. Zo lichtgroen heb ik het nog niet gezien. De zon schijnt er op en het meer glimt gewoon. Dan weer via smalle bergweggetjes waar niet meer dan één auto kan rijden. Ik zie mooie houten stellages in de weilanden staan. Een soort klimrekken maar dan hoger en de spijlen zijn dikker en verder uit elkaar. Er is een afdakje boven en hier wordt het gras tussen de spijlen gedroogd. Ook worden die stellages gebruikt om gekloofd hout tussen te leggen en te drogen. Dit is het platteland van noordwest Slovenië waar geen Aziaten lopen en waar ook geen grote luxe campers rijden. De wegen zijn te smal en de kleine witte kerkjes die mij bekoren zijn niet interessant voor de vele massa toeristen. Maar er liggen echt prachtige dorpjes in de dalen maar er is zelfs geen supermarkt. Dat wordt vast veel voedsel inslaan als de supermarkt in het nabijgelegen grotere dorp wordt bezocht. Ik vermoed dat in de koude winters hele dorpen van de buitenwereld zijn afgesloten. Langs veel wegen staan de geel-zwarte ijzeren markeerpalen nog langs de kant van de weg. Zo kan gemeten worden hoeveel meter sneeuw er ligt.

In Kobarid zijn de parkeerplekken buiten het dorp vol en ik rijd dan ook door tot in het centrum. Dat is een centraal plein waar je een uur mag staan. Het is inmiddels bloedje heet en ik ga in de schaduw zitten om een indruk te krijgen wat hier gebeurt. Dat is dus niet veel, er lopen voornamelijk wandelaars en mensen die naar de Mercator supermarkt gaan. De auto’s komen en gaan. Dan stopt er een grote touringcar met toeristen die het niet zien zitten om wat te lopen. Ze drommen in de schaduw bij elkaar. Het is blijkbaar een stop onderweg. Er ploft een vrouw naast me neer die met haar rug half naar mij toe gaat zitten. Ik tik haar lichtjes op haar schouder en zeg dat ik wel een stukje kan opschuiven zodat ze beter kan gaan zitten. Ze kijkt me eerst vreemd aan maar als ik laat blijken dat het goed bedoeld is ontdooit ze. Het zijn Spanjaarden die een rondreis maken door Slovenië. Ze slapen vanavond in Portorosso, aan de kust van Istrië. We babbelen wat, half Spaans, half Engels tot de toeristen weer als makke schapen de bus in worden gedirigeerd om een volgende stop te hebben. Ze zijn in Kobarid geweest maar zijn nog geen 10 meter van de bus blijven staan. Tja, dat is ook een rondreis maken.

Ik loop met Monti wat verder dan 10 meter en maak wat foto’s van een mooie bronzen kerkklok, een huis met prachtige hanger met kleurrijke petunia’s, het beeld dat in het centrum staat. Wat beelden om het sportersdorp te kunnen onthouden. Dan de warme auto laten luchten, de thermometer geeft 39 graden aan. Het is pufheet in de auto dus eerst de airco aan en het koeler blazen.

Weer door naar de volgende stop: Tolmin. Een industriestadje met een oud centrum dat richting Nova Gorica ligt. Het is inmiddels buiten 32 graden en de zon schijnt volop. De weg naar Tolmin is ook prachtig, prachtig. Dit hele gebied is dus National Parc Triglav Narodin. Berg op en berg af met uitzicht op dorpjes of op de groene en steile bergen. In Tolmin parkeer ik de auto buiten het centrum bij de supermarkt Hofer. Maar Monti geeft aan dat het haar teveel wordt. Ze loopt met haar bek open en haar kop naar beneden en hijgt. Ik ga op een traptrede bij een huis in de schaduw zitten en laat haar bijkomen en afkoelen. Nee, dit is niet goed voor haar want ik zie een hoge trap in de zon die we op moeten naar het centrum. Kom op meissie, gewoon terug naar de auto, airco aan en met de auto door het centrum.

Daar zie ik bij de kerk een mooi parkje met banken en parkeer de auto voor de kerk. Broodje en drinken mee, wat eten in de schaduw. Het centrum van Tolmin laat ik voor wat het is want het is hier echt warm. Dan moet ik kiezen hoe terug te gaan naar de camping in Lipce. Of via een rode weg naar de snelweg via Lubjana of via een gele binnenweg die veel korter is. Ik kies voor de gele binnenweg. Nou ik heb het geweten wat ik gekozen heb. Via hellingen van 12 tot 20% in zijn 1 naar boven via zeer scherpe haarspeldbochten. Wat ben ik blij dat ik de caravan vandaag niet bij me heb en de auto half leeg is. Maar er zijn bochten bij die ik met de 130 pk niet in zijn 2 kan nemen. Dit is tot nu toe de meest inspannende rit in Slovenie die ik rijd. Ik rijd op zeer smalle weggetjes waar echt maar één auto kan rijden. Er rijden alleen maar plaatselijke bewoners en die laat ik steeds voor gaan.

Dan kom ik na een bocht een tegemoetkomende auto tegen. Tja, dat moest toch wel een keer gebeuren. We stoppen beiden en ik kan nog een klein stukje naar rechts. Nee meneer, ik kan niet verder naar rechts en u kunt er zo niet langs want dan raakt u mijn linker achterkant van de auto. Ik sta aan de kant van het dal en kijk 800 meter naar beneden. Er is geen vangrail en ik ga dus echt niet verder naar rechts en ook niet naar achteren. Zo staan we een minuut in een padstellingen en ik trek rare bekken en trek mijn schouders op. Ik weet ook niet hoe het nu verder moet. Maar hij woont hier en kan vast beter in de bergen rijden dan ik. Dan is hij het zat en schakelt in z’n achteruit en schiet naar achteren tot hij bij een wat breder stuk staat. Ik trek op en passeer rakelings. Dit is echt billenknijpen deze weg en ik hoop niet veel tegenliggers tegen te komen. Maar terug kan ik niet, dus kalm blijven en concentreren. Monti heeft niet door wat er allemaal gebeurt. Die ligt voor apegapen in de box te slapen.

Ik moet nog 52 kilometer hoog door de bergen en dan is er een wegomlegging. De weg die ik moet nemen is afgesloten en er staat een wit bord met oranje pijl welke kant ik op moet. Nu is het zo dat ze hier zulke borden met pijlen neer zetten maar dat niet duidelijk is waar die pijl eindigt. De juffrouw van de Garmin navigatie blijft maar zeggen: ‘indien mogelijk, keer om’. Nee dat gaat dus niet, de weg is te smal en ik moet door. De juffrouw van de Peugot neemt eerder het besluit om me naar een omweg te leiden. De een zegt nu, ‘rechtdoor’ de ander zegt ‘keer om’. Weet je wat zo vervelend in de bergen is bij een wegomlegging? Er komt ineens 18 kilometer bij de afstand die ik nog moet afleggen. ‘De route wordt opnieuw berekend’. Inmiddels ben ik moe en doet mijn nek zeer van het ingespannen over mijn stuur gebogen zitten.

Nog eenmaal kom ik in een lastige situatie met een tegenligger. Ik kom met mijn rechtervoorwiel in een kuil te zitten en ben bang dat ik een lekke band rijd. Ik hoor wat schaven en vermoed al dat ik de velg van mijn wiel beschadig tegen een paaltje als ik optrek. Maar liever een kras op de velg dan een duik in de diepte. Al met al rijd ik deze dag 226 kilometer en heb mooie bergen, mooie dalen , het groenste meer en schitterende dorpjes gezien. Sommige stukken, hoog in de bergen doen me aan Montenegro denken. Het is een stijgen tot circa 1.200 meter geweest en dalen tot circa 240 meter. De haarspeldbochten heb ik maar niet geteld maar het duizelt me er van.

Over zessen kom ik pas op de camping terug en de buren willen wel van mijn trip horen. ‘Billenknijpen’ was het vandaag zeg ik. Dat zegt ze genoeg. Deze uitdaging gaan zij niet aan, dat trekt ze niet. Het is zeker een risico rijden geweest en ik heb er maar 1 kras en een stijve nek aan over gehouden. Ik ben wel blij dat ik de caravan niet heb mee genomen naar dit gebied. Bergklimmen, kanoën en raften zit er toch voor mij niet in en nu heb ik wel gezien hoe mooi het daar is. Voor alle sportieve jongeren zeg ik: ga naar noordwest Slovenië met je tentje, uitdaging genoeg en het is er prachtig.

Ik ben klaar met Slovenie. Morgen neem ik een rustdag na drie intensieve dagen. De brochures kunnen de map in en de map van Duitsland haal ik er uit. Het vignet van Oostenrijk is gekocht en plakt al op de voorruit van de auto. Nu kijken naar welke camping ik overmorgen ga. Vanavond ga ik met een pilletje slapen want de bochten zitten nog in mijn hoofd.



Dinsdag 19 juni wordt mijn 28’ nacht en laatste dag in Slovenië. Vandaag neem ik een rustdag op de camping. De auto afspoelen, de matten in de caravan uitkloppen, bed verschonen, koelkast schoonmaken. Daarna boodschappen doen en weer voor twee dagen koken want morgen ga ik het land verlaten en rijd door Oostenrijk naar de Chiemsee in Duitsland. Van Petri en Irene heb ik de naam van een goede camping gekregen en het is circa 270 kilometer daar naar toe. De terugreis naar huis is ingezet.

De twee echtparen waar ik deze dagen gezellig contact mee had zijn vanmorgen vertrokken. Er heerst een rust op de camping want ik schat dat 80% van de kampeerders weg zijn gereden en de overige kampeerders zijn op pad. Zo te zien ben ik de enige op de camping, met Monti wel te verstaan. Die heeft duidelijk ook een rustdag nodig want ze luiert aan de lijn rond de caravan.

De zon schijnt vandaag volop, het wordt 27 graden. Ik schrijf mijn blog van gisteren en vandaag plaats ik het. Kijken of de wifi het op de dag beter doet dan op de avond want hier in de bergen laat dat nog wel eens te wensen over. Zes nachten heb ik hier gestaan en vanuit deze camping Perun in Lipce de dagtochten gemaakt. Voor mij een prima ruime plek met mooi uitzicht en supermooi en schoon sanitair. Maar er is een tijd van komen en van gaan.

Wordt vervolgd vanuit de camping in Duitsland bij de Chiemssee.

  • 19 Juni 2018 - 14:35

    Lineke:

    Leuk hoor Nicolette, je uitgebreide verslaggeving over je vele belevenissen. Gelukkig dat je een goede keus hebt gemaakt met Monti. Veel plezier bij de Chiemsee, op weg naar huis.

  • 19 Juni 2018 - 15:38

    Irene:

    hallo nicolette,
    Wat jij toch allemaal meemaakt. Je hoofd moet toch vol zitten met al die indrukken .
    En wat jij meemaakt met je auto. Knap hoor, hoe jij je er altijd weer weet uit te redden.
    Petje af. Ik doe het je het niet na.
    En het gaat gelukkig nog allemaal goed. Houden zo.
    Geniet nog van je laatste dagen. Als je aan de Chiemsee bent en je vindt het leuk, kan ik je een
    fietstocht om het meer aanraden.
    Heel veel groetjes van ons.

    Petri en Irene

  • 20 Juni 2018 - 08:53

    Marleen:

    Weer een topper Nicolette. Niet te snel naar huis rijden, want ik zal je blog missen.
    Marleen xx

  • 24 Juni 2018 - 08:09

    Marion:

    als je bij de chiemsee bent , tochtje maken naar de Frauen und zur Herreninsel
    liebe grüsse aus den Abruzzen

  • 25 Juni 2018 - 19:28

    Desi:

    Lieve. Helaas door mijn ongeval hebben we elkaarniet getroffen. Jammer. Wij Zijn afgelopen weekend thuis gekomen. Ik ga nu je laatste blogs lezen met veel genot. Ik zal ze missen die leuke verhalen.
    Met mij gaat t weer aardig goed. Alleen mijn knie is nog open en begon zaterdag te ontsteken dus nu een week antibiotica.
    Ik hoor je gauw

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicolette

Inmiddels is het 2024 en ben ik alweer 76 jaar en 11 jaar met pensioen. In de afgelopen vier jaar heb ik niet gereisd. Corona gaf een kink in de kabel. De Eriba Triton 418 werd verkocht en een houten zomerhuisje op RCN Het Grote Bos in Doorn, samen met mijn dochter, gekocht. Klussen stond op het programma. Maar ik mistte het reizen, het avontuur van onderweg zijn. Het huisje is verkocht en nieuwe plannen worden gemaakt. In de haren 2013-2015 heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn. In 2017-2020 heb ik met de caravan gereisd. In 2017 door België en Frankrijk; in 2018 door Kroatië/Montenegro/Slovenië; in 2019 door Portugal en Spanje. Toen kwam de Covid epidemie en ben ik in Nederland gebleven. Op de reis door Montenegro heb ik een zwerfhondje mee genomen en haar Monti genoemd.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 1481
Totaal aantal bezoekers 85386

Voorgaande reizen:

20 April 2024 - 10 Juni 2024

Terug naar nu, met Monti op avontuur in Italië

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: