Blog 19,Slovenië: Vipava, Idija, Ljubljana en meer - Reisverslag uit Vipava, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Blog 19,Slovenië: Vipava, Idija, Ljubljana en meer - Reisverslag uit Vipava, Slovenië van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Blog 19,Slovenië: Vipava, Idija, Ljubljana en meer

Door: Nicolette48

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

31 Mei 2018 | Slovenië, Vipava

Blog 19, Slovenië: Vrhpolje, Vipava, Idija, Ljubljana, Nova Gorica, Predjama en processie Sacramento

Vandaag is het zaterdag 26 mei 2018. De kust van Slovenië verlaat ik vandaag en rijd circa 60 kilometer naar boven het Karstgebergte in. Maar ik blijf nog aan de westkant van het land. Via de HKC App heb ik een kleine boerencamping gevonden in een dorpje dat onder Pivava valt. Een gebied van wijngaarden met uitzicht op de bergen.

De ochtend begint wat tumultueus. De caravan is al van de pootjes af, de elektra is afgekoppeld en dan wil ik de auto verplaatsen om te gaan aanhaken. Over het algemeen zet ik de auto in de vrije stand en als ik start dan blijft de auto op zijn plek staan. Maar omdat het hier wat glooiend terrein is heb ik hem in de 1 gezet. Ik start, ai, hij maakt even een bokkesprong naar voren en de motor slaat af. Niks aan de hand zou je zeggen maar dan had hij op de parkeerplek links of rechts moeten staan. Nu staat er een plastic zuil voor waar de campers de elektra aansluiting hebben en een waterkraantje. Dat sprongetje naar voren duwt de plastic zuil omver en die krakt aan de onderkant af. Ik schrik me een hoedje en denk al dat de voorkant van de auto in elkaar zit. Niks te zien, enkel een kleine kras op de nummerplaat. Zo hard ging het dus niet maar blijkbaar is mijn auto steviger dan die plastic paal. Dat wordt dokken, snap ik ook wel en er komt een man bij die direct een foto maakt. De beheerder wordt er bij gehaald en zegt even de politie er bij te halen. Niet nodig want ik zit gewoon fout. Ik kan wel zeggen dat die paal te dicht op de parkeerplaats staat en niet afgeschermd staat maar dat neemt niet weg dat ik er niet tegenaan had moeten botsen. Gewoon fout, geen gezeur, de verzekering heb ik niet voor niks. Maar het zure is dat ik inmiddels 4500 km gereden heb in penibele straatjes en op smalle bergweggetjes en nu ik stilsta een object raak en mijn auto niks mankeert. Het is gewoon suf en ik kan wel bedenken wat me afgeleid heeft maar daar los ik dit niet mee op.

De autopapieren en verzekeringspapieren worden uit de map gehaald en ik naar de receptie. Even bellen naar Holland naar de Peugot verzekering. Dan loop je een programma door en als er geen mensen dood zijn of als er geen schade aan je eigen voertuig is dan moet je maandag tijdens kantoortijden maar terug bellen. Maar er is een alarmnummer. Dat dus bellen en de aardige mevrouw zegt dat het nummer dat ik nu bel niet voor mijn vraag is. Ja maar, ik sta in Slovenië en sta op het punt weg te rijden maar, terecht, wil de campingeigenaar weten dat hij geld krijgt om een nieuwe elektra paal neer te zetten. “U kunt digitaal aangifte doen via de Schade-App. Maar daar neemt de beheerder geen genoegen mee. Hij moet een papier waar de situatie op staat en de tekst moet in het Engels zijn want hij heeft niks aan een doordruk want Nederlands snapt hij niet. Dus ik mijn tekst in het Engels er bij gezet. Dan wijst hij op een zinnetje dat bij Opmerkingen staat en dat ik niet vertaald heb: ‘Beetje suf van me’. Wat dat betekent? Little bit stupid! Hij begint luidkeels te lachen en ik zeg onnozel, ja dat is het wel. Ik rijd 80% no claim en start de auto die tegen een paal op bokt. Nu hoor ik Ali weer zeggen: jij bent zo oplossingsgericht en koel. Nou Ali, vanmorgen dus niet. Ik baalde als een stekker en heb er uren last van gehad. Het schadeformulier is vanaf de camping gelijk verzonden naar de Peugot Assurantie want die paal kan geen vier weken wachten tot ik weer in Holland ben. Je ziet maar weer, een ongeluk zit in een klein hoekje en komt op het moment dat je het niet verwacht.

Twee uur later dan de bedoeling is rijd ik de camperplaats af. Bij de les blijven, concentreren en niet laten afleiden want ik heb geen schadeformulier meer bij me.

In het begin van de middag kom ik in Pivava aan. Dan door naar het dorpje Vrhpolje, en klein dorp waar ik volop bergen en wijngaarden zie. Bij een leuk wit huis, vlak naast de kerk, rijd ik de tuin in van een kleine boerencamping. Er staat een grote tent van Hollanders en een kleine camper van een jong Duits stel met een baby die veel huilt. Een echt rustige plek is het niet. De kerktoren slaat ieder half uur een deuntje en het hele uur word je wakker geklingeld. Aan de andere kant rijden de tractoren over de weg en dan is er nog een kant dat grenst aan een schoolplein waar jongeren kabaal maken met voetballen. Maar ik sta mooi onder de kersenboom en haal de fiets uit de auto want in dit dorpje is het goed fietsen. Ik stoor me niet aan alle omgevingslawaai want ik heb op internet gelezen dat na 21.00 uur de pastoor de klokken niet meer laat luiden. Die beieren de campinggasten om 07.00 uur morgenochtend uit hun bed. Dan is het zondag en dan zal het vast een extra kabaal zijn.

Op de fiets met Monti in de box zoek ik de weg naar het centrum van Pivava en koop wat eten en drinken bij de plaatselijke supermarkt. Dat gaat in mijn ruzakje en Monti zit nu met haar neus tegen de kipfilet. Wat een landelijk dorp is Pivava met vooral veel groen. Terug op de camping komt de camping mevrouw me een karafje rode wijn van eigen oogst brengen. Dit is nou zo leuk van die kleine campings, het persoonlijke contact. Deze vrouw loopt de hele middag met haar man te werken rond de kleine camping. De rozenstruiken worden verzorgd en er worden oleanders geplant. Dit stel had 3 dochters en 1 zoon. Laat nou net die zoon op zijn 27’ door een auto ongeluk om het leven komen. Het is nu 12 jaar geleden vertelt ze mij. Ze kan er nu wat over praten maar het verdriet zit er nog. Dit is trouwens de tweede campingvrouw die een zoon verloren heeft in het verkeer. Die andere was de vrouw in Ulcinj op Camping Safari Beach waar Monti vandaan komt. Maar er zullen veel meer gezinnen zijn waar een kind verongelukt is want de kruisjes met plastic bloemen komen overal voor.

In de avond komt een rode middelgrote Fiat camper met een Duitse vrouw naast me staan. Zij reist ook alleen en is 65 jaar. We wisselen wat informatie uit over wat er te doen is in deze regio. Ik mag haar camper Fiat Ducato bewonderen en die ziet er toch wel heel comfortabel uit. In de avond komt er nog een camper met twee kano’s op het dak een plekje opzoeken en een dikke grote Hymer camper met een jong stel. Die zoeken geen contact met anderen op de camping, dit zijn nog werkenden die genoeg aan elkaar hebben. Monti wordt uitgelaten en blaft de hele buurt wakker want hij ziet een grote grijze hond lopen. Dit is echt de zwakste kant van Monti, het geblaf naar andere honden. Misschien was de eigenaar haar daarom zat en heeft hij haar uit de auto gezet. Maar ik ga kijken welke training er is om haar sociaal met andere honden te laten worden. Ze is een angsthaas wat honden betreft en heeft blijkbaar slechte ervaringen. Verder was ze vandaag heel gezellig.

Zondag 27 mei krijg ik een herbeleving uit mijn kinderjaren. Ik word wakker van de kerkklokken. Ik kijk op mijn wekker en verwacht dat het 07.00 uur is. Nee toch, het is pas 06.30 uur. De pastoor is er vroeg bij vanmorgen. Zal ik opstaan of proberen nog wat te slapen? Ik pak iets om te lezen maar dat gaat niet echt. Gewoon weg die flyer en slapen gaan. En zowaar, ik val in slaap en word pas om 08.45 weer wakker. Dit had ik nodig, een keer doorslapen na de emoties van gisteren. Het is zondag en ik merk dat de familie van de camping de zondagsrust hanteert. Ik zie en hoor ze niet. Rustig aan bereid ik alles voor en om 11.00 uur rijd ik weg met de auto naar Idrija. Dit is een stadje dat beroemd is vanwege de oude mijnen waar mercure/kwik gedolven werd. Deze mijnen staan op de Unesco Werelderfgoedlijst want ze zijn de enige in Slovenië waar honderden jaren mijnwerkers brokken steen met kwik uit de grond haalden. De stenen werden verhit en het kwik werk vloeibaar gemaakt. De kwik werd verkocht aan de industrie voor o.a. elektronische apparaten. Misschien komt het kwik uit onze thermometer wel uit deze stad.

Ik had een industriestad verwacht en ben verrast dat het zo’n leuk verzorgd stadje is. Er is op het moment dat ik kom een wielerwedstrijd gaande. De jongeren tot 14 jaar zijn rondes door de stad aan het rijden en de binnenstad is dan ook afgezet. Maar er is genoeg parkeerruimte net voor de brug en via zijstraten kom ik in het centrum. Daar is een alleraardigst plein waar een Tourist Informatie is. Daar ga ik met Monti naar binnen en een jong meisje maakt me wijs wat er allemaal te zien is in haar plaats. Heel leuk om te zien dat ze haar best doet om me goed te informeren. Ik vermoed dat ze vandaag niet veel toeristen zal krijgen want ik zie geen enkel buitenlands kenteken. Enkel een open sportwagen met Duits kenteken staat er op de parkeerplaats.

Idrija ligt in een vallei omringd door bergen. Boven op een berg zie je al van verre een kerkje staan. Daar wil ik heen en het meisje van de Tourist Informatie heeft aangekruist hoe ik lopen moet. Dat is zeker een hele klim en het is warm, zeker 30 graden. Monti loopt met haar tong uit haar bek en haar hart klopt snel. In de schaduw stop ik dan ook een paar keer om haar bij te laten komen. Dan komen we boven op de berg bij het kerkje van Sint Anton. Het kerkje is gesloten maar het uitzicht op de stad en de omgeving is de klim waard. Ik leg Monti vast in de schaduw aan een uitsteeksel van het kerkje. Ik laat haar uit de dop van het waterflesje drinken. Tot nu toe wilde ze nooit drinken maar nu gaat ze er op in om wat vocht tot zich te nemen. Ik ga op een rand zitten en eet een broodje en laat Monti mee eten van brood met Emmenthaler.

We zitten hoog op de berg maar we kunnen nog hoger want er is een heuvel naast de kerk met de staties van de lijdensweg van Jezus. Zes aan de ene kant en zes aan de overkant. We trotseren de hitte en klimmen naar boven. Daar staat een klein kapelletje waar we in de schaduw rust nemen en wat water drinken. Monti komt gezellig bij me zitten en ik maak een selfie van ons. Dit is toch wel heel leuk om samen met een hondje te doen. We gaan via een andere weg naar beneden. Op de hoek van de straat is een bakker open waar ik voor een prikkie een stuk pizza, een kersenbroodje en een broodje koop. Vanavond wordt er niet gekookt maar eet ik gemakkelijk. Op mijn gemak zoeken ik de auto weer op en rijd weer via de vele haarspelbochten door de bergen op zoek naar het dorp Vrphpolje. Op de navigatie zet ik Pivava want ik wil beslist niet meer door het bergdorpje rijden waar ik op de heenweg doorkwam. Daar kneep ik even de billen samen want de weg was wel heeeel smal door het dorpje. Rakelings langs de huizen en ik heb geen Europees Schadeformulier meer in mijn bezit dus risico neem ik niet.

Terug op de camping staat er een camperbusje naast me met een stel jonge Duitsers. Heel grappig om te zien dat de camper niet is volgebouwd met keuken en bank maar er staat een motor in en een barbecue in. Meer hebben ze niet nodig en de jongelui slapen boven op zo’n uitklapdak. Dan komt er nog een jonge, slanke vrouw op een racefiets aan. Een Duitse vrouw van 41 jaar die alleen op pad is. Weer zo’n apart figuur en dat trekt me wel. Ze wil op een plek gaan staan waarvan ik vanmorgen gezien heb dat er schaduw is. Dat is nooit handig voor een tentje als je vroeg wilt vertrekken. Ik geef dus ongevraagd advies welke hoek in de ochtend zon of schaduw heeft. Ook bied ik aan dat als ze een mobiel moet opladen, ze mijn stopcontact onder de caravan mag gebruiken. Het apparaat kan op de mover gelegd worden. Ze neemt dit aanbod dankbaar aan en vraagt of ze een pilsje mag koelen in mijn koelbox. Na haar douche komt ze dat pilsje gezellig binnen in de caravan opdrinken en we kletsen nog wat over reizen. Leuk om te zien dat zo’n jonge vrouw de moed heeft en de power om door de bergen te fietsen. Dit vind ik nou echt stoer.

Nu afronden want morgen wil ik een toertocht maken met de auto naar Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië.
Maandag 28 mei ga ik met de auto naar de hoofdstad van Slovenie, Ljubljana. In deze stad wonen circa 200.000 inwoners, dus 10% van de bevolking van Slovenie. De weg er naar toe is 88 kilometer en rijd gemakkelijk want de autosnelweg is super goed onderhouden. Dit is de tolweg waar het vignet gecontroleerd wordt. Je rijdt door poortjes en kiest de baan met vignet. Daar hangen camera’s en zo is er te zien dat je een vignet op de auto hebt. Op de navigatie heb ik een grote parkeergarage opgezocht. Als ik er kom staat er een rood kruis door: VOL. Snel een andere parkeerplek op de navigatie gezocht en dan kom ik in zone 3. Overal is het betaald parkeren. Dat is geen probleem maar hoe ver zit ik nu van het oude centrum af? Er staat een taxi en ik loop daarheen om te vragen. Toch nog tussen de 1,5 en 2 kilometer en de man raad aan om het centrum in te rijden. Daar moet een grote parkeergarage zijn.

Ik ga weer rijden en kom in het centrum, zie de spoorbaan en zoek en zoek. Maar het is druk in de binnenstad en er staan zoveel borden dat ik niet zo snel kan zien welke garage ik moet hebben. Dan schiet ik een straat in, ik denk niet te ver van het centrum en zie een paar lege plekken. De auto zet ik neer en ga op zoek waar te betalen. Er loopt een vrouw die naar haar auto terug komt en ik spreek haar aan. Monti zit nog in de warme auto dus ik wil snel betalen en haar er uit halen. Maar die vrouw begint een praatje met me. Of ik alleen reis, heel Slovenie? Oh, wat interessant. Wilt u een kopje koffie met me drinken? Uiteindelijk gooit zij weer geld in de meter en helpt mij om het maximale aantal uren te betalen. Dat zijn er 4 en dan moet je of weg of weer betalen. Volgens deze vrouw sta ik een 15 minuten lopen van het oude centrum. Dat is te doen en ik laat de auto daar staan.

De vrouw heet Savina en is 65 jaar oud. Ze is met pensioen, getrouwd en heeft een dochter. Ze vindt het leuk om weer Engels te praten maar ze begrijpt het beter dan ze spreekt. Dus wat doorspekt met Italiaans komen we toch tot een leuk gesprek. Na een klein uur gaan we van het terras waar we zaten. Zij naar haar auto en ik naar het centrum. Maar van die 4 uur is er nu al 1 af, blijven er 3 over. Het lopen naar het centrum is verder dan ik dacht en het is warm, erg warm, over de 30 graden. Monti gaat steeds liggen als ik ergens een foto maak. Dan komen we bij de kathedraal in het centrum. Daar bind ik Monti vast aan een paal in de schaduw. Nu kun je zien dat het een echte straathond is. Ze trekt zich van de langslopen toeristen niks aan en gaat languit op haar zij liggen slapen. Als ik uit de kerk kom dan staat daar een stel en de man kijkt naar Monti. Ik zeg in het Engels dat het mijn hond is en dat ze moe is. Waarop de vrouw in het Nederlands vraagt of ik soms Nederlands ben. Ik verraad me altijd weer door mijn Nederlandse accent in de Engelse uitspraak. We raken aan de praat en het klikt direct. Dit zijn net als ik reizigers en geen echte toeristen. Ze hebben in vier weken bijna 7.000 kilometer gereden. Even naar Turkije om kennissen te bezoeken. Ze vertellen dat ze in een tent boven op hun auto slapen en dat ze op de terugreis zijn naar Velsen Noord. Ze heten Paul en Monique. Ik vertel dat ik op een leuke boerencamping sta onder een kersenboom in het dorpje Vrhpolje van Pivava. Hij zoekt de camping op en na nog een leuke foto die ik van ze maak met Monti nemen we afscheid. Mijn blog heb ik aan haar door gegeven en ze vindt het leuk om me te volgen op de rest van mijn reis.

Inmiddels is er weer wat tijd van de 4 uur af en ik loop nog wat door het centrum, eet met Monti weer een broodje in de schaduw en ga via mijn mobiel de straat zoeken waar de auto staat. Ljubljana is een stad waar ik gewoon nog naar terug ga. De eerste indruk is heel positief. Een schone, relaxte stad en er is in het centrum veel te zien, ook bij de markt. Nu is het warm en Monti zit aan haar tax. De auto wordt gevonden en dan snel de airco aan en op zoek naar Decathlon in het BTC-koopcentrum aan de rand van de stad. Wat een groot bedrijvencomplex is dat. Bij Decathlon leg ik Monti in de schaduw vast en ik ga op zoek naar een fietstas en tent. De tent kan ik hier niet vinden maar de fietstas wel. Hij mag geruild worden als het niet lukt om hem onder de fietsbox te hangen. Aan de overkant van Decathlon is een grote MacDonalds en daar ga ik mijn favoriete milkshake drinken. Het is warm op het terras en de koele auto trekt meer. Op zoek naar een grote Lidl op dit complex. Het is te warm in de auto om Monti er een half uur in te laten en die neem ik mee, bind haar vast aan een paal bij de winkelwagentjes. Ze vindt alles best en gaat gewoon lekker in de schaduw liggen. De voedselvoorraad wordt weer aangevuld en nu terug naar de camping.

Op de camping wacht me een verrassing. Ik zie al wel een grote 4wheeldrive staan met een tent boven op maar maak nog niet de associatie met de mensen die ik vanmorgen ontmoet heb. En daar staan ze dan ineens voor me: Monique en Paul, de rondreizende trekkers. Ik zie nu hun auto met van die grote wielen. Een auto waarmee je off road kunt rijden en ik vertel dat de jonge Duitse buren aan de andere kant van me met de motor vandaag een off road trip maken. Dat wordt vanavond vast veel praten met elkaar. Zo gezellig is het nu dat en Monti is ook vrolijk door alle aandacht die ze krijgt. Omdat zij nieuw op de camping zijn krijgen ze een karaf wijn van de campingvrouw. Maar die heeft al door dat ze voor mij komen dus ze heeft een derde glas er bij gezet en een grotere karaf wijn. We starten met een groot glas rode wijn van eigen bodem en kletsen heel wat af. Ieder maakt zijn eten en we eten gezamenlijk. Na het eten komen de jonge Duitsers er bij en je raad het al, de avond zitten we buiten tot 24.00 uur. De kerkklokken zijn inmiddels stil, enkel wij maken nog wat kabaal met gelach en heen en weer geloop. Dit is de eerste avond dat ik zo lang buiten zit en geen tijd heb om mijn blog te schrijven. Dat komt morgen wel, nu genieten van het samen zijn.

We wisselen mail- en whatsapp adressen uit en gaan elkaar wat foto’s reisinformatie door geven. Nu nog even een rondje met Monti lopen en dan snel het bed in. Morgenochtend ruim ik de rest wel op.

Dinsdag 29 mei. Vandaag staat Monti een maand op mijn naam geregistreerd. Officieel is ze 29 april bij de dierenkliniek afgeleverd en zijn de inentingen geplaatst. Ik ontbijt bij Monique en Paul aan hun tafeltje. Gisterenavond hebben we met zaklampen er bij, de fietstas nog op de box gemonteerd. Het lukt niet om hem aan de bagagedrager vast te maken want dan kon de accu er niet meer in geschoven worden. Maar dit is een prima oplossing voor de kleine dingen die ik op een fietstochtje mee wil nemen. De twee stellen gaan vandaag verder. De jonge Duitsers naar de bergen en de Nederlanders rijden richting het Triglav gebergte in het noord-westen. Deze streek staat op mijn programma in de laatste week. Ik blijf vandaag op de camping en bouw voor Monti een rustdag in. Ik heb gisteren bij Decathlon een tennisbal aan een elastiek voor haar gekocht en zowaar, ze speelt er mee. De zachte plastic ballen kijkt ze niet naar om, ook niet naar het piepbot en shuttle maar de tennisbal, die neemt ze gelijk in haar bek. Weer iets waaraan je kunt zien dat ze bij mensen heeft geleefd.

Er staat een jong stel met een zwarte hond iets verder op het veld en Monti heeft het niet meer als ze die hond ziet. Ze gaat letterlijk door het lint en blaft en gromt als een bezetene. Gisterenavond heb ik haar een paar keer in de caravan gezet omdat ze de hele tent bij elkaar blafte. Dit is echt het moeilijkste deel van haar: andere honden. Maar daar ga ik aan werken als we in Nederland zijn. Nu probeer ik haar met de tennisbal af te leiden maar als ze tekeer gaat dan is ze niet af te leiden.

Zodra de gezellige buren de camping hebben verlaten ga ik eerst een flink eind lopen met Monti. Bij het schooltje aan de overkant van de camping zie ik dat oudere schoolkinderen door een schoolbus op worden opgehaald. Ouders komen de kinderen met de auto naar de centrale plek brengen.
Dan maak ik de fiets klaar en wil de nieuwe fietstas gaan uitproberen. Heel handig heeft die Paul van Monique die gisterenavond aan de box gemonteerd. Dan op de fiets de berg op om een foto van dit dorp te maken. Maar het is me daar te steil en ik keer halverwege weer om. Dan maar naar Pivava waar de weg egaler is. Vipava ligt namelijk in een ruim dal, is omgeven door bergen.

Monti moet weer even wennen aan de box en ik voel geregeld een pootje over de rand gaan. Dat pak ik voorzichtig op en zet hem weer in de box. Een kroel onder haar kin en ze komt weer tot rust. Dan mag ze in het park er uit en loop ik wat met haar aan de flexriem. Als ze ervaart dat er een beloning komt op het zitten in de box, dan gaan de spanningen er wel vanaf. Maar in het park loopt een kat, zonder staart, maar het is een kat. Monti vergeet even dat ze aan een riem zit en vliegt er op af. Dat voelt vast even niet lekker want ze kan niet verder dan de lijn lang is. Hup weer in de box en we gaan weer fietsen. Door wat straatjes, over pleintjes in Vipava. Wat een rust heerst er hier in dit plattelandsstadje. Hier lopen geen hordes toeristen en staan er geen rijen bij die ene Mercator supermarkt. Een groepje jonge meisjes zit op een bankje een ijsje te eten terwijl ze op de bus wachten. Wat een ander leven hebben hier de jongeren op het platteland dan die in de grote stad. Maar het mobieltje heeft ook hier zijn intrede gedaan en na het ijsje is het mobieltje in de hand.

Er breekt een onweer los maar het regent niet. De klappen zijn zo hard dat ik besluit om naar de camping terug te fietsen. Maar eerst bij een andere supermarkt nog twee blikjes hondenvoer kopen en de tas uitproberen. Prima gaat dat en dan snel terug naar de camping. Ik heb inmiddels ook trek gekregen en kook midden op de dag een broccoli en aardappels. Er ligt nog een stuk gegrilde kip en mijn maaltijd is zo klaar. Het hondje krijgt ook een bak eten en daarna op pad met de auto naar het dorp Ajdovscina en de stad Nova Gorica. Van deze stad had ik een voorstelling maar die komt totaal niet uit. Als ik de auto geparkeerd heb vraag ik een man waar het oude centrum is. Oude centrum? Dat is er helemaal niet, de stad is pas 17 jaar oud. Hij vertelt me dat het meer een slaapstad is. Veel mensen werken in Italië en wonen hier. Ruim opgezette stad, nieuwe flatgebouwen, ruim plein en heel veel groen. Hij wijst me aan wat voor hun het centrum is en daar lopen we heen. Er worden stalletjes opgebouwd want komende dagen is er een soort braderie. Maar dit is alles, een bank om geld te pinnen, twee kledingzaken, een boekwinkel en friteria en paar terrasjes. Ik heb ruim 30 kilometer gereden voor niks. Nou voor niks? In ieder geval heb ik een heerlijk ijsje daar gegeten en Monti krijgt een paar likjes. Ze is een jonge snoepert en ik een ouwe. Heel gezellig zitten we samen op een muurtje en een schoolmeisje maakt een foto van ons.

Weer terug naar de camping via de snelweg gaat heel soepel. Ik maak voor Monti en mezelf nog wat eten klaar en dan zie ik een jonge man met een racefiets de camping opkomen. Als hij zo’n buikslapertje aan het opzetten is loop ik naar hem toe en bied hem aan dat hij zijn mobiel en navigatie onder mijn caravan kan opladen. Daar maakt hij dankbaar gebruik van. Ook hij heeft van de campingvrouw een karafje rode wijn gekregen. Omdat hij morgen 200 kilometer wil gaan fietsen is zijn voorstel om de wijn samen op te drinken. Zo zit ik dan gezellig nog een drie kwartier met de Kroaat Dino van 31 jaar te kletsen over zijn tour die hij gemaakt heeft naar Santiago de Compastela. Morgen wil hij kijken of hij Zagreb kan halen want hij verlangt er naar om zijn vrouw weer te zien.

Nu het bed in want morgen is hier mijn laatste dag. Morgenochtend even kijken welke dorpen ik nog wil bezoeken. Of met de fiets of met de auto. Daarna trek ik door naar Ljubljana. Desi geeft een seintje dat ze in de buurt komen. Dat zou leuk zijn om elkaar nog ergens te ontmoeten.

Op woensdag 30 mei schijnt de zon al vroeg en het belooft een lange hete dag te worden. Met Monti ga ik fietsen naar het stadje Ajdovscina. Hier heb ik van de week gelopen maar toen was de kerk dicht. Nu wil ik kijken of hij open is en gelijk ook de restanten van een oud kasteel opzoeken. Het is een kleine 7 kilometer fietsen over een weg waar auto’s rijden en dat is een goede oefening voor Monti. De kerk is helaas weer gesloten en de resten van het kasteel inspireren me niet. Dan maar op zoek naar de winkel die ik eerder gezien heb om grote badlakens te kopen in een neutrale kleur. Voordat ik weg ga was ik eerst alle doeken waar Monti op gelegen heeft want hondenlucht in zo’n klein caravannetje trekt me niet. Ik vind een paar badlakens in dezelfde kleur als Monti en dezelfde kleur als het fleece kleed dat op het bed ligt. Zo krijg ik een wat rustiger interieur want al die gekleurde handdoeken op de grond vond ik erg onrustig.

Zo keuvelen we wat in het park en fietsen dan terug. Het patroon is weer hetzelfde, de jongedame heeft zo hard geblaft in het park naar een andere hond zodat ze nu moe is en slapen gaat. Twee uur onder de caravan doet ze haar dutje. Dan maak ik haar wakker want de handdoeken zijn van de goede maat en kleur en met de auto rijd ik nog even naar de winkel om er nog twee te kopen. Ook gelijk een grijs badlaken om op mijn stoel in de auto te leggen want door alle warmte plakken mijn blote benen aan de stoel. Weer terug op de camping ga ik de fiets afbreken en de auto ruimen. Het is warm, puf heet en eigenlijk is het me te warm. Zelfs een pilsje smaakt me niet en het zitten in de schaduw levert geen verkoeling op.

Dan komt een buurvrouw een praatje maken en vertelt dat ze vandaag het kasteel dat in een grot is gebouwd hebben bezocht. Ze laat een paar foto’s zien en zegt dat een bezoek echt de moeite waard is. Nou heb ik juist gemeld dat ik morgenochtend door ga maar wat let me, ik pas mijn plan direct aan en blijf gewoon nog een dag langer. De auto’s staat al ingepakt, de caravan is van binnen schoon gemaakt en morgen heb ik dus een dag dat er weer een uitje kan plaatsvinden. Zo soepel is mijn reisschema. Vanavond op tijd een frisse douche zodat ik morgenochtend om 08.00 uur weg kan rijden met Monti. Hopelijk kan ik haar daar ergens in de schaduw vastbinden. Misschien neem ik wel een slot mee want mijn angst is dat iemand haar mee neemt want het is een leuk hondje om te zien. Totdat ze een andere hond ziet of een kat, dan is ze plotsklaps een andere hond. Morgen meer.

Donderdag 31 mei sta ik vroeg op want ik wil voor de drukte bij het kasteel dat in de rotsen is in Predjama zijn. Als ik door het dorp rijd dan staan twee vrouwen een gebedhuisje schoon te maken. Het Mariabeeld staat aan de overkant van de weg. Ik draai mijn raampje open en geef een compliment over hoe mooi de bidplaatsen in het dorp er uit zien. Overal verse bloemen en het is er schoon. Als grap vraag ik of Maria staat te liften, hitchhiking. De vrouwen lachen er om en zien hoe komisch het Mariabeeld langs de weg staat. Dan weet ik nog niet dat de grote schoonmaak gedaan wordt omdat er een processie aan gaat komen.

De navigatie geeft een kronkelige weg aan door kleine dorpjes. Lieflijk landschap, zo noem ik hele stukken van Slovenië. Ook lijken sommige stukken op de Ardennen, veel groene heuvels met groene bomen. Maar als je in de verte kijkt dan zie je echt hoge bergen. Ik rijd in een soort groot dal richting Postojna. Die plaats is beroemd vanwege een grotenstelsel. Maar ik heb zoveel grotten gezien in Azië, zodat ik deze ga overslaan. Maar dat beroemde kasteel uit de 13’eeuw dat in en tegen de rotsen is gebouwd in het dorpje Predjama, dat wil ik graag zien. Ik ben de eerste bezoeker die vandaag zich meldt en met en na het betalen van €13,80 mag ik iets verder op een audiotour in het Nederlands in ontvangst nemen.

Bij dit kasteel mag je vrij rondlopen en aan de hand van nummers krijg je uitleg op het apparaat. Er wordt zo duidelijk Nederlands gesproken en het is zo interessant wat er allemaal wordt uitgelegd zodat ik razend enthousiast ben over deze gang van zaken. Waar mag je nog vrij rond lopen in een echt kasteel? Meestal moet je met in een groep met een gids mee. Kijk maar eens op internet bij burcht of fort of kasteel in Predjama in Slovenië. Dan kun je de achtergrond lezen. In ieder geval was veiligheid gewaarborgd. Hoewel er een zwak punt zat in het kasteel, dat was de toilet die als uitbouw aan het kasteel hing. Daar zat geen dubbele muur en de kasteelheer Erasmus is verlinkt door iemand uit zijn eigen gelederen en bij een belegering is hij op het toilet neer geschoten met stenen kogels. Zo werd hij bedolven onder het puin en kon het fort overgenomen worden. Je wordt dus door het kasteel geleid aan de hand van nummers in ruimtes. Zo is er ook een folterkamer die in een deel van de rots is. Zo mooi om te zien dat er gebruik is gemaakt van de rots. Er is door het hele kasteel een geulenstelsel om water door te laten stromen. Er is helemaal bovenin de rots een waterreservoir waar het altijd vochtig is want het Karstgebergte geeft altijd water door de poreuze stenen. En dan te bedenken dat dit kasteel in de 13’eeuw is gebouwd. Latere generaties die er woonden hebben er delen bij gebouwd en de laatste familie heeft er 200 jaar gewoond. Na de 2’WO is het museum geworden. Een dikke aanrader voor als je hier in de buurt bent. Op TripAdvisor heb ik dit kasteel 5 sterren gegeven. Ruim 50 minuten ben ik binnen geweest en Monti heeft zich keurig gedragen bij de ingang van het kasteel, vastgebonden aan een bank. Dit is weer een sterk punt van haar. Wel vraag ik iemand die daar werkt een oogje in het zeil te houden.

Het is inmiddels 33 graden als ik weer buiten ben en we gaan snel de auto in en zetten de airco aan. Lekker toeren door de heuvels, via haarspeldbochten en kleine dorpjes naar het dorp Stanjel dat hoog op een berg ligt. Van een afstand ligt het dorp er prachtig bij. Een kerk torent boven op de berg. Er moet een kasteel zijn maar dat ziet er niet meer uit als een kasteel. Wel is er een kasteelmuur en in het kasteel is een horecagelegenheid gekomen. Ik klim in de hitte met Monti naar boven via trappetjes en bezweet komen we weer beneden. We koelen af in de kasteeltuin maar dat is geen succes. Monti ruikt vast konijnen of eekhoorns want ze raakt door het dolle. Oortjes omhoog, staart in een krul omhoog en ze is in staat om over een muur zich naar beneden te laten vallen. Het is dat de lijn kort is anders was ze de heuvel afgerend om wat dan ook te vangen. Als een krokodil draait ze zich om de lijn heen om er van af te komen en ik moet haar echt bij haar halsband pakken om tot rust te manen. Dan maar terug naar de auto en wat toeren richting het bergdorp Nanos. Daar wordt aan de weg gewerkt en worden de billen weer even samen geknepen als ik tussen vrachtwagens door geloosd wordt.

Het is inmiddels ruim in de middag en ik ga terug naar de camping. Genoeg gedaan vandaag en nu de rust opzoeken. Maar er komen nieuwe buren, Engelsen, Angela en Robin uit Noord Engeland. Wat praten die duidelijk Engels en we hebben een kort gesprekje want ik ga de caravan vogelpoep vrij maken. Ik leen een trappetje van de campingeigenaar en klim erop want onder een kersenboom staan heeft voordeel van schaduw maar nadeel van paarse vlekken en vogelpoep. Gewoon de kwast er over en Eribaatje ziet er weer vrolijk fris uit.

Dan komt de dochter van de campingvrouw vertellen dat er vanavond een processie is in het dorp want het is Sacrementsdag. Of ik een mandje met bloementjes en bloemblaadjes wil strooien. Nu komt mijn katholieke gezindheid naar boven en ik zeg ja. De kerkklokken jubelen al twee uur van te voren en je kunt er niet omheen. Er is eerst een kerkdienst waar ik niet naar toe ga maar als de kerk uit gaat dan sta ik met mijn mandje in mijn hand en maak een paar foto’s. Vier mannen dragen een baldakijn waar de priester onder komt met een monstrans in zijn hand. Voor de priester lopen jonge misdienaars, 3 jongetjes en 1 meisje. Opvallend is dat de mannen bij elkaar lopen en de vrouwen. Vooraan lopen jonge moeders met kleine kindertjes die mandjes met bloemblaadjes hebben. De processie gaat van start en een vrouw tikt me op de arm en gebaart me mee te lopen. Tja, ik heb nou eenmaal een mandje niet voor niks in mijn hand. Ik schuif in de groep vrouwen en dat valt natuurlijk wel op, een vreemde eend in de bijt. Ik schat dat er zo’n 200 tot 250 personen mee lopen in de processie. Een vrouw vraag ik hoeveel inwoners er zijn en hoeveel daarvan in de kerk komen. Er wonen circa 750 inwoners in de twee naastgelegen dorpen en 75% is belijdend katholiek, dus kerkgangers. Er loopt een kerkkoor mee en er wordt uit volle borst gezongen. Ik krijg er kippenvel van, vooral om te zien dat deze mensen nog echt religieus zijn. Deze saamhorigheid van deze dorpsbewoners, dat is ontroerend om te zien. Dit is het echte leven van dorpelingen in Slovenië. Hier komen geen toeristen die mee lopen. Enkele campinggasten, waaronder de Engelse vrouw zie ik foto’s maken als we bij het vierde Mariabeeld zijn. Op de vier plaatsen waar een beeld is wordt gestopt en bidt de priester. Op alle vier plekken voor iets anders, zo voor de oogst, de gezondheid, de vrede en nog wat. De hele groep bidt en zingt mee en kinderen met mandjes strooien dan bij het beeld bloemblaadjes. Ik deel mijn bloementjes uit aan kinderen en strooi ook wat bij de beelden. Veel vrouwen vinden het leuk dat ik mee loop en ze wijzen een jonge vrouw aan die goed Engels spreekt. Dan komen we weer bij de kerk aan. Ik ga mee naar binnen en daar bidt de priester wat. Nu is het rare dat toen de dienst af was iedereen de kerk uit vloog, net zoals bij ons in de bioscoop gebeurt. De priester heeft zijn hielen nog niet gelicht of de kerkgangers weten niet hoe gauw ze weg moeten gaan. Ik houd het er maar op dat de meesten morgenochtend om 06.00 uur weer paraat moeten zijn met de tractor op het land want ik zit hier midden tussen de wijngaarden.

Terug naar de camping om Monti op te halen. Ik ga een eind met haar lopen want het is al over negenen. Ik kom bij het kerkhof aan en daar stopt een auto. Ook toevallig stapt daar de jonge vrouw uit waarmee ik in de processie liep. Haar dochtertje van 13 jaar is bij haar. Ik vraag haar of ze bloemen gaat leggen op een graf. Dan vertelt ze dat vorige maand haar dochter van 17 jaar is overleden. Ze was ernstig ziek. Terwijl ze dit vertelt schiet ze vol. Ik vind het bijzonder om te zien hoe ze eerst zingend in de processie mee loopt en nu naar het graf van haar dochter gaat.

Ik ga dit blog nu plaatsen want deze regio heb ik klaar. Morgenochtend vertrek ik naar de hoofdstad Ljubljana om daar 2 of 3 nachten te gaan staan op een grote camping. Hopelijk lopen daar niet te veel honden want dan heb ik geen rust. Inmiddels heb ik bericht gekregen dat Desi over de kop is gegaan op de fiets. Bij deze Desi, als je dit leest, heel veel sterkte. Ik voel met je mee want schaafwonden doen zeer.

Wordt vervolgd vanuit Ljubljana.

  • 31 Mei 2018 - 22:06

    Marleen:

    Nicolette,
    Opnieuw een stukje meegereisd in gedachte. Je beleeft het gewoon mee.
    Een maand Monti. Dat beestje heeft je goed te pakken he.
    Ben benieuwd naar je volgende avonturen.
    Rij voorzichtig
    Marleen

  • 01 Juni 2018 - 19:44

    Ali Groebe:

    Leuk een keer die foto's met mensen erop, dan krijg je ook een idee van de mensen waarover je schrijft.
    Ook dit Nicolette, het ongelukje met de waterkraan is toch weer goed opgelost?
    Wel voorzichtig nu hoor!
    groeten, stoere meid!
    ali

  • 01 Juni 2018 - 21:18

    Monique:

    Hoi Nicolette,
    Het leuke van reizen op de manier zoals wij hebben gedaan en jij al een paar maanden doet, is dat je veel mensen ontmoet met ieder hun eigen verhaal. Het was leuk jou en Monti te ontmoeten. We hebben leuk gepraat en flink gelachen. Heel veel plezier nog verder met reizen. Ik blijf het stoer vinden zo in je eentje.

  • 02 Juni 2018 - 19:32

    Thil Hoolt:

    Weer bijzondere belevenissen - vooral mooi het meelopen in de processie. Is daar nog een gebeuren van hele dorp. Nog goeie reis samen met Monti!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicolette

Inmiddels ben ik alweer twee jaar met pensioen. In de afgelopen twee jaar heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijjkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 876
Totaal aantal bezoekers 85352

Voorgaande reizen:

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: