Blog 12 Montenegro:Herceg Novi, Petrovac,Budva,Ul - Reisverslag uit Kamenari, Montenegro van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu Blog 12 Montenegro:Herceg Novi, Petrovac,Budva,Ul - Reisverslag uit Kamenari, Montenegro van Nicolette Verkleij - WaarBenJij.nu

Blog 12 Montenegro:Herceg Novi, Petrovac,Budva,Ul

Door: Nicolette48

Blijf op de hoogte en volg Nicolette

29 April 2018 | Montenegro, Kamenari

Blog 12, Montenegro: Herceg Novi, Petrovac, Budva, Ulcinj

Blog 11 kan ik op zondagmorgen 22 april pas vroeg plaatsen want er was gisterenavond geen verbinding voor internet. Daarna wacht ik nog even op de warme bakker en fiets dan gelijk de camping. Vandaag wordt het een lange fietstocht naar de grootste plaats aan de Baai van Kotor: Herceg Novi. Langs de bekende ferry van Kaminari fiets ik en dan ga ik bij Bijela de promenade nemen. Daar wordt zelfs op deze zondagmorgen al flink gewerkt. Tineke en Bram zal dit een doorn in het oog zijn maar de streek heeft haast want de toeristen komen er aan. De afgelopen winter heeft het hier heel veel geregend en konden veel grondwerkzaamheden en schilderwerk niet uitgevoerd worden. Cementmolens malen, hijskranen trekken betonnen platen omhoog, wat wordt er veel gebouwd hier langs de promenade. Een opvallend 4 sterren hotel ligt er vlak naast de camping Zlogovic die ik van de week heb bezocht. Een groen uitsteeksel op de bovenste verdiepingen om de toeristen een prachtig uitzicht over de baai te geven. Het is oppassen geblazen waar ik fiets want er wordt een nieuwe riolering op de boulevard aangelegd. Er liggen drie rijen putdeksels naast elkaar want er komt een tweede riool bij voor het regenwaterafvoer. Die putdeksels liggen zeker 10 centimeter boven het asfalt, dat zou een lelijke smak kunnen geven. Een uitvoerder staat in zijn gewone kleren toe te kijken hoe de mannen in rode overals zich in het zweet werken. Ik maak een praatje met hem wat er aangelegd wordt en hij maakt een foto van mij met de werklieden.

De boulevard van Bijela is ‘kneuterig’ en wat onverzorgd, maar het water is er kraakhelder. Niet voor niets worden hier twee gigantische hotels gebouwd. Er zijn betonnen platen in het water gelegd en ik schat dat er zo’n 100 ligbedden strak naast elkaar staan. Dit is wat het massatoerisme zoekt: zon om te bruinen, beetje rondlopen op de boulevard en dan weer naar huis. Door het stadje Zelenika moet ik weer via de autoweg. Daar is het al druk en dit is duidelijk een stad. Tandarts, dokter, fysio en allerlei ander voorzieningen zie ik er. Vlak voor Herceg Novi is een heel stuk kust afgezet met een scherm, zeker twee kilometer lang. Er staan borden op dat dit Porto Novi wordt. Borden met luxe appartementen, hotels en jachten.

Op de terugweg wil ik hier meer van zien te weten maar nu door naar de Old Town van Herceg Novi. Met vijf streepjes ondersteuning rijd ik steil omhoog en met de remmen dicht geknepen weer naar beneden. Het is hier een richtingsverkeer en de stroom die uit de stad richting Kotor rijdt, wordt via onderdoor geleid. Heel efficiënt want het is hier behoorlijk steil. Maar waar is nou die Old Town? Ik rijd inmiddels weer via een gezellige weg met winkels en restaurants terug maar mis een plein. Daar staan twee mountainbikers, bepakt en wel en zij zijn ook op zoek naar het centrum. Het zijn twee jonge Canadezen die een trektocht maken. Ik vraag aan een vrouw die langs komt waar het oude centrum is en ze wijst naar boven. Prima denk ik, ik ga naar beneden want ik heb een mooie boulevard gezien. We wensen elkaar een goede trip en ik rij naar beneden met de handremmen flink dicht geknepen de boulevard op.

Daar zie ik het zondagse beeld: heel veel ouders met heel veel kleine kinderen die op fietsjes, driewielers en zelfs roller skates op de boulevard bezig zijn. Ik loop als het te druk wordt en soms stap ik even op de fiets om een stukje te fietsen. Wat een gezellige boulevard is dat in Herceg Novi. Een beetje de ouwe stijl die je wel vaker in kleine vakantiestadjes ziet. Gezellige barretjes met veel bruin hout. Soms is er maar ruimte voor tien tafeltjes met stoelen. Hier nog lekker kleinschalig met kleine souvenirshops en ‘Pekara’, levensmiddelen winkeltjes. Daar staat een boer met verse aardbeien van zijn land. Maar wat moet ik met een kilo aardbeien op de fiets? Een jonge vrouw die Engels spreekt vertaalt voor mij en vraagt of ik ook een halve bak aardbeien kan kopen. Zo rijdt ik met verse aardbeien aan mijn stuur richting het luxe gedeelte van Herceg Novi: Igalo.

Zo’n tien jaar geleden ben ik met een vriendin, Anneke, een week mee gegaan naar een kuuroord in Igalo. Zij ging daar ieder jaar drie weken, deels op kosten van de ziektekostenverzekering, kuren vanwege haar reuma. Ik mankeerde niks dus ik ging een week op eigen kosten mee voor de gezelligheid. Maar ik moest wat mankeren dus hield ik het op stress. Ik kreeg een week een heerlijk anti-stress programma en genoot van de massages, baden, rust, lekker eten en de gezelligheid. Kijken of ik dit kuurcentrum nog kan vinden. In de verte zie ik de hoge gebouwen en hotels al van Igalo. De boulevard loopt helemaal door en een beveiliger maant me om vanaf hier niet meer te fietsen. Ik vertel hem dat ik op zoek ben naar een Wealth Centrum in Igalo. Hij weet direct welk ik bedoel, dat van Dr. Milo…., en wijst me de weg. Daar aangekomen zet ik mijn fiets in de hal en ga via een heel brede trap naar boven waar de receptie is. Ik vraag of ik morgen een dag kan komen voor een massage, scrubben en een bubbelbad. De receptionist herhaalt een paar keer dat ik eerst een dokter moet zien voor een intake. “Maar ik mankeer (nog) niks, zegt mijn dokter,” zeg ik nog. “Ik heb net 43 kilometer gefietst om hier te komen, dus poepiegezond”. Uiteindelijk kan ik enkel komen voor een massage maar gezien de prijs en de afstand zie ik hier maar vanaf. In de tuin van het kuurcentrum eet ik het verse brood met de verse aardbeien. Lekkerder kan een lunch niet zijn!

Op de terugweg via de boulevard stop ik bij het punt waar de kust is afgezet. Grote hijskranen staan daar, de grond is omgeploegd, grote hopen stenen, het is duidelijk een bouwput voor iets groot. Nee, ik mag er niet in zegt een bewaker bij een ingang. Ik rijd door en zie daar de hoofdingang met het bord: Porto Novi, Sales. Dus daar rijd ik in maar een beveiliger seint me naar hem toe te komen. Ik leg uit dat ik vier weken door Montenegro reis en graag wil weten wat hier gebouwd wordt want ik promoot Montenegro op internet via een blog. Hij geeft aan waar ik mijn fiets moet stallen en waar ik me moet melden. Daar kom ik in een luxe ruimte waar een mooie jonge vrouw achter een bureau en voor een groot beeldscherm zit. Ze staat op, geeft me een hand en weer leg ik uit wat ik graag wil weten. Ik vertel haar dat ik gisteren in Tivat ben geweest en vraag me af of hier net zo’n groot complex voor grote boten wordt gebouwd. Ze geeft me eerst een kaart waar ik mijn gegevens op moet invullen en ze vraagt of ik ze iets te drinken voor me kan halen. Ik kies voor een heerlijke jus d’orange maar ik geef haar wel gelijk aan dat ik niet in de gelegenheid ben om een appartement in Porto Novi te kopen en waarschijnlijk mijn vrienden ook niet. Maar dat ik zeker in mijn blog aandacht zal besteden aan dit grote project.

Dan vertelt ze me dat het hier nog groter gaat worden dan in Tivat. Het is een oppervlakte van ruim 2 kilometer langs de kust. De investeerder is een rijkaard uit Arzebezjan. Hier wordt een gigantische jachthaven gebouwd, luxe hotels en luxe appartementen. Er komt net zo’n mooie boulevard als in Tivat. Aan het eind van dit jaar wordt een eerste fase opgeleverd en in 2021 moet het complex klaar zijn. Zeven dagen in de week werken hier tientallen Montenegrijnen zich in het zweet zodat de investeerder straks de jetset van de wereld en hun geld kan binnen halen. Dit wordt dus concurrentie in de Baai van Kotor want hier kan Poetin en de oliesjeik straks ook binnen komen met zo’n groot jacht.

De jonge sales vrouw vertelt dat iets dichter bij Herceg Novi een kleiner project gebouwd wordt waar een Rus de investeerder van is. Maar Novi Porti wordt het grootste plan aan de baai. Met een kleine brochure, de grote sla ik af, fiets ik weer naar de camping. Er staat vandaag 53 kilometer op de teller en dat is te voelen. Koken hoef ik vanavond niet want ik heb gisterenavond voor twee dagen gekookt. Enkel even opwarmen en gelijk de gedachten op papier zetten.

Het weer is vandaag 24 graden maar de wind is iets frisser. Heerlijk fietsweer is het vandaag geweest. Een prima dag zo maar morgen neem ik een dag vrij. Dan blijf ik op de camping en ga ik uitzoeken waar ik dinsdag precies naar toe ga. In ieder geval gaat de rit met de auto en caravan naar het zuiden, richting Budva en Bar. Hier heb ik dan zeven nachten gestaan en is mijn auto niet van de camping geweest. De hele Baai van Kotor heb ik per fiets gedaan.

De nieuwe week is begonnen, het is nu maandag 23 april en ik ben alweer vijf weken onderweg. Vandaag wordt het een rustdag voor me. Goed voor mijn lijf om even niet op de fiets te zitten en goed om deze prachtige week af te ronden. De fiets wordt afgestoft en weer in de auto gezet. De spullen in de auto worden weer gerangschikt want ik merk dat als ik ergens langer sta de orde minder wordt. De zomerkleren zijn nu uit de tassen gehaald en de warme kleren zitten daarvoor in hun plaats. Enkel de warme sokken houd ik bij de hand want ’s avond zit ik graag met warme voeten achter de laptop.

Zo’n dag op de camping lokt ook weer om te lezen. Het boek van Montenegro en Albanië van Paul Wennekes kan ik vandaag nog inkijken. Dan komen de vier ganzen luidt kakelend naar mijn stekkie gezwommen. Leuk om te zien hoe snel die dieren door hebben waar ze wat kunnen halen. Ik koop iedere dag meer brood dan ik zelf eet. De rest gaat naar de eenden en de ganzen. Ik voel me dan net zo’n oud vrouwtje die tegen de dieren staat te praten. “Zo jongens, zijn jullie daar weer?”. Aan twee kanten staan nieuwe buren. Aan de ene kant weer een jong Duits stel met een baby die nog de borst krijgt. Vaderschapsverlof krijgen mannen in sommige Europese landen en dit is het tweede stel dat met twee hele kleintjes op reis gaat. Aan de andere kant Nederlanders die gezellig even over de afscheiding een praatje houden. Ik ga het contact niet echt meer aan want morgenochtend reis ik verder.

In de middag doe ik voor het eerst mijn badgoed aan, neem de waterschoenen, zonnecrème en handdoek mee en steek de weg over naar de baai. Er drijven toch wel veel algen in het water maar als ik daar voorbij loop dan is het water heerlijk fris en ik zwem en dobber een kwartiertje in het water. Dan laat ik me opdrogen door de zon, crème me in en dek mijn hoofd af. Zon op mijn gezicht moet ik zien te vermijden want de plek die geopereerd is, reageert nog steeds. Maar niet teveel aan denken want ik ga er niet dood aan. Over dood gesproken, ik krijg van mijn dochter een berichtje dat een oude vriend dood is. Vier weken geleden kreeg hij te horen dat hij uitgezaaide kanker had en nu is hij al dood. Volgens mij heeft hij de 70 nog net niet gehaald. Dus mensen, vier het leven want je hebt geen garantie dat je 80 wordt.

In de avond spoel ik de auto nog even af want die is flink stoffig geworden. Zeven dagen heeft hij hier stil gestaan want ik heb alles met de fiets gedaan. Nieuwe Duitsers zagen me poetsen en ik zei hun dat het schoonmaken van de auto al een soort afscheid nemen is van deze heerlijke plek. Nu is het echt, ik ga weg. De caravanspiegels zitten er al weer op en dan kan ik morgenochtend zo weg. Kijken hoe het me vergaat als ik de veerboot naar de overkant van het water moet nemen. Maar dat zie ik morgen wel weer. Ik trek dus door naar het zuiden richting Bar en heb een camping uitgezocht in Petrovac, tussen Budva en Bar. Petri volgt me met de App Naviki en die ziet straks op welke camping ik sta, 2 km buiten Petrovac. Vandaar uit ga ik in drie dagen weer een aantal plaatsen verkennen. Er is een tijd van komen en van gaan. Morgen neem ik hier met weemoed afscheid. Het is mijn mooiste week tot nu toe geweest. Heerlijk weer, prachtig plekje, fijne camping, gezellige campingbaas en steeds gezellige buren. En de prijs? Te weinig, maar ik heb met wat marketingzaken geholpen en hoefde daarom maar een schijntje te betalen. Dat is mooi reizen zo.

Dinsdag 24 april, dan denk ik aan Teus want die is vandaag jarig en deze datum zit in mijn geheugen gegrift. Maar op de verjaargroet krijg ik het bericht dat zijn verjaardag in het water valt want hij heeft een begrafenis te regelen van een Gildebroeder. Twee doodsberichten in twee dagen, daar word ik niet vrolijk van maar het is wel de realiteit.

Nadat de warme bakker bij de camping is geweest vertrek ik van de camping na afscheid genomen te hebben van Dusan de campingbaas. Dan rijd ik richting de veerboot en besef ineens dat mijn electra kabel niet mee genomen is. De kast zat namelijk op slot en die kon ik niet open maken. Wat te doen? Omkeren dus en terug naar de camping. Nu wordt net op het stuk dat ik rijd de weg geteerd. Dit is echt te gek om te zien hoe ze dit hier doen. Nog helemaal met de hand. Een man veegt de straat, een ander giet met een gieter teer op de weg, een derde loopt met een roller er over heen. Echt nog handwerk is het en niet zo’n klein stukje ook. Maar nog gekker is dat ze beide richtingen tegelijk teren. Zodra de ene helft klaar is, gaan ze met de ander helft beginnen. De geteerde helft ligt dus nat en plakkerig te zijn en de auto’s moeten daar gewoon over rijden. Doordat ik terug moet, rijd ik dus drie keer over dit stuk. Je raadt het al, de banden zijn kleverig met stukjes steen er tussen en er is behoorlijk wat teer opgespat op mijn witte Eribaatje. Wat een plakzooi is dat. Nu bedenken hoe die teer te verwijderen. Dat ga ik op de Eriba Touring op Facebook zetten en dan krijg ik vast wel goede adviezen.

Bij de ferry loopt het gesmeerd. Ik mag in de middelste rij gaan staan en moet nog wel een ticket kopen. Voor €8,- word ik naar de andere kant van de Baai van Kotor gebracht. Dan rijd ik via Tivat langs Budva en vind twee kilometer na Petrovac gemakkelijk Autocamp Maslinom in het dorpje Bulgarica. Een grote camping met heel veel vaste jaarplaatsen. Veel oude caravans die er niet echt florissant uit zien. Maar als ik door rijd dan is er een mooi veld met veel bomen waar ik een plek vind die me bevalt. Ruim is het hier nu nog en ik neem het er van. Tegelijk met mij is een fietser aangekomen. Ik dacht dat het een Hollander was gezien zijn oranje fietsshirt maar het blijkt een Duitser te zijn en Jan te heten. We spreken gelijk af dat we vanavond samen uit eten gaan in het plaatselijke restaurant vlak bij de camping.

Dan ga ik even rusten en daarna de buurt verkennen. De fiets haal ik weer uit de auto en ga richting Petrovac. De route gaat over de gewone weg, snelweg wordt hij hier genoemd. Dan moet ik een tunnel door waar ook de auto’s rijden en waar geen licht is. Dit is geen prettige sensatie want ik kan het wegdek niet goed zien. Mijn helgele jack wappert om me heen dus ik ga er van uit dat ik wel gezien word. In Petrovac loop ik eerst nog de Tourist Info binnen en haal twee kaarten op van de omgeving. De jonge vrouw praat een vreemd soort Engels maar ik snap wel wat ze bedoelt. Er is naar Budva een weg langs de boulevard waar ik kan fietsen. Dat ga ik morgen uitproberen. Nu eerst naar de kust van Petrovac. Wat me het eerst opvalt hier is dat het zand op het strand niet gelig is maar rood. Beetje vreemd gezicht net of er gemalen rode baksteen door het zand zit. Ik fiets over een knusse, brede boulevard met gezellige zitjes, barretjes en winkeltjes. Kleine vissersbootjes liggen in de baai en je kunt tot het eind van de pier lopen waar vissers zitten met een grote hengel. Ik zie de grotere vissen dood in een emmer en op de grond liggen. Kleintjes liggen verderop op de grond, die zijn voor de poes. Op TripAdvisor had ik gelezen dat iemand van Petrovac had geschreven dat er hier niks aan was. Ik vind het juist een heel gezellige baai met boulevard. Dit is nog het ouwe, gezellige Montenegro. Maar dat zal ook hier wel snel veranderen want er wordt een mega groot hotel gebouwd. Als je naar de kust kijkt dan past het gebouw er niet echt bij maar het is al wel fraaier van vorm dan menig blok hotel dat ik aan de Baai van Kotor heb gezien.

Ik fiets terug en rijd naar het strand van Bulgarica. Kraakhelder water maar een rommelige, vervuild, breed strand. Hier komen voornamelijk Montenegrijnen en campinggasten. Daar staat de Duitse fietser en die neemt nog stoer een duik in het koude water. Hij komt nog even aanlopen en dan besluiten we maar gelijk naar het restaurant te gaan. Duitsers en Hollanders krijgen eerder op de avond trek in eten dan de mensen hier. Deze Jan is 36 en heeft een paar maanden geleden zijn baan als boswachter opgezegd, zijn fiets gepakt en gaat morgen met zijn mountainbike naar Albanië en dan door naar Griekenland. Weer zo’n apart iemand die na zijn opleiding als mechaniker een beroep kiest als boswachter en er gewoon een half jaar tussen uit trekt. Hij doet dit vaker en is al in Kazachstan, Rusland, Baltische Staten en nog veel meer landen geweest. Allemaal met de fiets die vol bepakt is en hij slaapt in zo’n klein, groen koepeltentje. Vaak gewoon in de bush. Als hij terug komt van zijn half jaar fietsen dan wil hij eigenlijk fietsenmaker worden. Tja, altijd handig als je je eigen fiets kunt repareren.

De prijzen in het restaurant zijn hier al duidelijk lager dan waar ik vandaan kom en we nemen het er dan ook van. We krijgen ook nog 10% korting omdat ik de folder bij me heb die ik van de campingbaas heb gekregen. Dan gaan we ieder naar ons verblijf, ik in mijn comfortabele caravannetje, hij in zijn koepeltentje, verscholen tussen de struiken.

Vanmorgen was het afscheid nemen op camping Naluka even weemoedig maar op de nieuwe plaats meldt zich alweer een nieuwe ontmoeting. Bij reizen is het is de kunst om in het nu te leven en te genieten van dat wat er is en wat komt. Nu op tijd het bed in om morgen fit op pad te gaan.

Vandaag is het woensdag 25 april en de zon schijnt alweer volop. Op Facebook heb ik bij de Eriba Touring groep de vraag gesteld hoe teer van de caravan en auto te halen zonder de lak te beschadigen. Daar komen veel reacties op en de meesten adviseren om met WD40 de teer op te lossen. Om 07.30 zit ik met een zachte doek alle teerspetters te weken en op te lossen. Een uur ben ik bezig om de twee voorkanten van Eribaatje weer teervrij te krijgen.

Dan komt Jan even gedag zeggen want hij staat al klaar om te vertrekken. Ik krijg zijn mailadres want ik heb nog twee foto’s van hem genomen. Mijn fiets pak ik en vul de fietstassen met eten en drinken en mijn badgoed en waterschoenen. Dit wordt vandaag een flinke rit want ik ga o.a. naar Budva, DE grote strandattractie voor veel Europese toeristen. Het Salau van Montenegro wordt het wel genoemd.

Onderweg zie ik aan mijn linkerhand een bord staan: Manastir Rezevici. Ik stap af en steek de weg over. Een pad leidt naar een Orthodox klooster met klein kerkje. Een pareltje heb ik gevonden. Als eerste zie ik een fonteintje met rode ingelegde mozaïek steentjes in een afbeelding. Heel mooi vind ik maar er is nog veel meer moois te zien. De poort staat open en in een soort halletje zijn aan beide zijden prachtige schilderingen aangebracht. Ook is het plafond kleurrijk beschilderd. Ik neem gelijk maar een paar foto’s want zo mooi heb ik de entree hier nog niet gezien. Er lopen twee priesters in lange bruine pijen. Ik doe mijn pet en zonnebril af en het is blijkbaar goed dat ik op hun terrein kom. Er staat een klein orthodox kerkje waar ik zo in kan lopen. Het woord prachtig gebruik ik hier maar weer want echt, dit is een pareltje dat ik hier vind. Dan komt er een klein katje naar me toe, hij mauwt wat maar ik haal hem niet aan want hij ziet er wat scharminkel uit. Ik heb ooit de kattenkrabziekte opgelopen van een wilde kat en ben wat voorzichtig met bepaalde katten die er zo verwilderd uitzien. Zijn moeder komt er aan en hij krijgt een pak slaag van haar. Ook zie ziet er niet welvarend uit.

Aan de zijkant van het klooster is een plateau met banken en een prachtig uitzicht op de zee. De zee is heel wat meters lager en het uitzicht is ver. Er is een fontein met een heel aparte koperen kraan. Een foto voeg ik bij want zelfs deze kraan vind ik mooi. Dan bezoek ik nog even de begraafplaats die tegenover het klooster ligt. Een vrouw is wat zerken aan het afspoelen met een tuinslang. Ik zie een groot familiegraf waar al iemand in ligt maar er staat ook al een naam van iemand die er nog niet ligt. De naam staat er al maar de geboorte- en sterfdatum moet er nog in gegraveerd worden. Er zijn graven waar hele families in liggen. Ik zie een sterfdatum van 1918 en van 2015 op de steen staan. Van alle personen die er liggen is een foto ingelijst. Vereeuwigd zijn deze personen. Ze worden niet gauw vergeten. Zelfs ik kijk nog naar ze.

Door naar Budva maar dan zie ik aan de rechterkant nog een Manastir. Ik fiets omhoog en kom op een groot landgoed dat in terrasvorm ligt. Een hele klim is het met de fiets. Boven is weer een klein orthodox kerkje dat open staat. Ook hier zijn er fraaie beschilderingen maar dit kerkje is toch niet zo mooi als dat van Rezevici. Wat wel heel fraai is dat er twee oude ronde potten met deksels staan. Ook staan er vier grote vierkante stenen bakken aan de kant. Waterbakken denk ik maar als er een man van het tuinonderhoud langskomt vraag ik waar die bakken voor dienen. Het blijken bakken voor de olijven te zijn die tot olie geperst worden. Een foto van die bakken voeg ik ook bij want die heb ik nog nooit gezien.

Nu echt door naar Budva maar daar ben ik niet zo maar. Er komen een paar hellingen aan van 7% naar boven en naar beneden. Naar beneden gaat hard en dat wordt flink in de remmen knijpen want de weg is niet recht maar bestaat enkel uit haarspeldbochten. De tweebaansweg is wel breder dan die in Kotor maar de auto’s rijden hier wel hard. En er is veel wegwerkverkeer, grote trucs met stenen en cement. Er wordt namelijk ook hier volop gebouwd. Dan is een deel van de weg afgesloten en zie ik mannen in rode overalls hoog op de berg staan. Er wordt een ijzeren net om de bergwand bevestigd. Twee mannen staan beneden en duwen aan het net terwijl er boven een stel staan te trekken. Maar die mannen boven hebben geen helm op en staan niet geborgd aan een touw. Jeetje, denk ik, die moeten geen angst hebben om naar beneden te vallen. Ik stap af en maak een foto. Dan zien ze dat ik een foto maak en ze gaan rechtop staan en groeten me. Ze willen mooi op de foto komen. Ze roepen wat en ik fiets weer door. Nu zal ik maar gelijk het leuke vertellen. Op de terugweg op het eind van de middag kom ik weer langs deze plek. De mannen staan nu aan mijn kant bij hun auto’s. Een van de mannen herkent me en roept: foto, foto. Ik stap af en maak een praatje. De mannen blijken uit Bosnie-Herzogowina te komen en werken als gastarbeiders hier. Jonge mannen die er al oud uit zien. Degene die me aansprak pakt zijn paspoort en ik zie dat hij van 1986 is. Dus tien jaar jonger dan mijn oudste dochter. Hij lijkt wel tien jaar ouder. Veel van deze mannen missen al een aantal tanden en kiezen. Maar ze zijn allervriendelijst en ze willen allemaal de foto zien die ik vanmorgen maak. Facebook, Facebook roept de man. Ja, maar geef dan je mail of facebook naam. Maar de taal is toch een barriere voor ze. Mail, mailadres zeg ik en dan komt de jongste van het stel naar me toe en schrijft zijn mailadres op. Ik beloof de foto direct vanavond nog te sturen. En dan heb ik dan ook gelijk gedaan. Dit vind ik nou zulke leuke momenten die ik onderweg mee maak.

Doordat ik op de fiets ben val ik op. Niet alleen bij wegwerkers maar ook bij toeristen die in een bus zitten. Zo ben ik in Budva aangekomen en als ik daar een broodje zit te eten in het oude centrum binnen de stadsmuur, komt er een ouder stel naar me toe. Het blijken Duitsers te zijn. De vrouw spreekt me aan. Ze hebben me op de weg gezien met mijn helgele jack aan. Ze zaten in de toeristenbus. “Tapfer, Mutig”, zegt de vrouw en ze zijn benieuwd uit welk land ik kom. Ook kom ik in Budva een ouder Zwitsers stel van de camping tegen. We maken even een praatje en ieder gaat weer zijns weegs.

Het is zeker zo dat als je geen goede balans hebt of wat onzeker op je fiets zit, dan raad ik niet aan om op deze wegen hier te fietsen. Maar ik voel me geen moment angstig of onzeker maar zorg er wel voor dat ik gezien word. Bij de afdalingen let ik er op niet een te ruime bocht te nemen want er ligt veel grind in de bochten. Ook liggen er geregeld putten zonder deksel dus het is wel alert fietsen. Maar wees gerust, ik neem geen risico en als ik een vrachtwagen achter me hoor denderen en zie een tegemoet komende bus of vrachtwagen, dan duik ik de kant in en laat ze voorbij gaan.

Budva, ik had het beeld van een mondaine badplaats maar eigenlijk is het gewoon een gezellige plaats met een kneuterige boulevard met bomen. Er is een weg langs de boulevard waar veel auto’s parkeren. Een haventje waar een paar grote jachten liggen die eerder in Tivat thuis horen. Een oud centrum tussen de stadswal dat aan Trogir doet denken en waar je in een half uur door bent. Smalle steegjes, oude gebouwen, mooi orthodox kerkje en mooi katholiek kerkje en een hoge stadswal met soort paleis dat dicht is. Dat is Budva old town. Leuk, niks mondains maar gewoon oude stijl in vergelijk met Tivat. Dus Budva valt mij mee.

Er is een breed strand met een boulevard waar volop bedrijvigheid is. Er wordt geklust, ik ruik de lak, kussentjes liggen op de stenen omheining in de zon, palen worden in de grond geslagen, afrasteringen gemaakt, strandtentjes worden weer opgebouwd, nieuwe leidingen gelegd, lampen opgehangen. Souvenirwinkeltjes hangen hun koopwaar weer op haken, magneetborden worden vol gehangen met kleurrijke afbeeldingen van Budva. Budva maakt zich op voor het toeristenseizoen.

Als ik aan het einde van de boulevard kom, parkeer ik de fiets, zet hem met de ketting aan een strandtent vast en besluit te gaan zwemmen. Badgoed en waterschoenen aan en dan stap ik in glashelder water. Zo helder dat ik de haren op mijn benen kan zien. Maar het water is koud en toch besluit ik om door te lopen. Nu loopt hier de kust na drie stappen steil naar beneden dus je hoeft niet lang te aarzelen. Je bent door voordat je het weet. En dan is het gewoon heerlijk en ik dobber een kwartier in het heldere, zoute water.

Op mijn oranje ING-handdoek laat ik me opdrogen. Dan komt de vrouw die naast me ligt en een klein wit poedeltje bij zich heeft, naar me toe met de vraag of ik haar hondje even vast wil houden zodat zij kan gaan zwemmen. Dan zit ik daar ineens met een klein mormel dat nat is en aan me begint te likken. De vrouw ziet dat de hond iets te enthousiast voor mij is en roept hem tot de orde. Tja, Nederlands, Engels, Duits, bij mij reageert hij nergens op. Het hondje houdt zijn baasje goed in de gaten en dan word ik weer afgelost. Mijn zonnetijd zit er op en ik ga mijn fiets weer opzoeken.

Ik zwerf nog wat met de fiets over de boulevard van Becici. Daar is een breed strand, ook met rood zand. Dit ligt aan het verlengde van Budva en is eigenlijk één groot hotel en appartementcomplex. Allemaal aan elkaar gebouwd, een soort Turkse Rivièra in het klein. Er wordt een immens groot en hoog gebouw neer gezet en als een arbeider naar buiten komt om een shagje te roken vraag ik hem hoeveel kamers dat hotel heeft. Het blijkt een appartementencomplex te worden met 100 kleine appartementen waar je minimaal €200.000,- voor moet betalen. Luxe appartementen die worden volop neer gezet aan deze Adriatische kust. Montenegro gokt op de wat financieel draagkrachtige toerist die een appartement koopt. Prachtig uitzicht, kraakhelder water zonder algen, minimaal 200 dagen zon en voldoende cultuur in de nabije omgeving. Wat wil je als toerist nog meer?

Er staat 55 kilometer op de teller als ik weer op de camping ben. Van de accu zijn twee streepjes gebruikt en dat vind ik nog meevallen gezien het hoogteverschil hier in de bergen. Mijn Shinga e-bike doet het dus goed maar ik heb er wel een zwaardere accu in zitten dan standaard er in zit. Dat geeft me wel rust want ik moet er niet aan denken dat ik op deze trips zonder ondersteuning moet rijden. Voor mij is dat niet te doen want de bergen zijn hoog en steil. Maar ik zie wel jongeren, zoals Jan, die bepakt en wel op mountainbikes dit traject fietsen.

’s Avonds wordt er nog op mijn deur van de caravan geklopt. De Zwitserse vrouw komt met een blocnote met notities me nog wat tips geven van campings in Albanië. Ze heeft begrepen dat ik overweeg daarheen te gaan. Dit is weer typisch gedrag van reizigers die elkaar zelfs ongevraagd goede raad komen geven. Ik schrijf haar tips op en ga het op internet opzoeken. Maar eerst ga ik morgen naar de zuidelijkste badplaats van Montenegro aan de Adriatische Zee, Ulcinj is de naam. Een bekende badplaats vanwege een 12 kilometer lang zandstrand en ook hier kraakhelder water. Een badplaats waar veel Albanese toeristen komen. Dan heb ik de hele westkust van Montenegro bereisd en er een aardig beeld van gekregen.

Ik ga de camping alvast voor deze twee nachten afrekenen en ik betaal hier maar €8,- per nacht. Een koopje voor mij. Twee mooie dagen zijn het hier geweest op Camping Maslinom in Bulgarica maar er is een tijd van komen en van gaan.

Donderdag 25 april is het en de zon schijnt weer. Het is alweer lang geleden dat ik regen heb gehad. Vandaag rijd ik door naar de zuidelijkste badplaats van Montenegro aan de Adriatische kust , Ulcinj. In de stad zelf woont circa 80% Albanezen en deze badplaats wordt vooral bezocht voor zijn 12 kilometer lang en breed zandstrand. Ik heb Camping Safari Beach aangeraden gekregen van een paar andere toeristen. Om 09.00 uur vertrek ik op mijn gemak en in een rustig tempo rijd ik berg op en berg af. De wegen hier aan de kust liggen hoog op de berg en er zijn schitterende vergezichten over de zee. Ik kom door kleine dorpjes en zie hier al een andere bevolkingsgroep lopen. De mannen zijn donkerder en ik zie vrouwen met hoofddoeken lopen. De moslimgemeenschap van Albanezen is hier groter dan in de andere plaatsen. Ulcinj ligt ook een paar kilometer van de Albanese grens en de oosterse cultuur is al te zien, een slechter wegdek en een wat rommeliger omgeving. Maar de natuur is hier ook prachtig. Hoge begroeide bergen die in plooien lijken te liggen. Daardoor zie je steeds een zonnige kant en een schaduwkant van de plooi.

De weg gaat een stuk door en langs de havenplaats Bar. Dit is een grote plaats met brede straten, hoge flatgebouwen, veel verkeer en veel rotondes. Het is druk op de weg en als de stoet achter me te lang wordt dan schiet ik een bushalteplaats op om de volgers voorbij te laten gaan. Als de berg erg steil is dan zijn er twee banen voor het opgaande verkeer en ik neem steeds de rechter baan. Voornamelijk rijd ik hier in z’n twee naar boven en beneden. Ik hoor Leo van Marleen zeggen: zoveel mogelijk van de koppeling afblijven. Dat zit in mijn geheugen gegrift en zo rijd ik rustig naar Ulcinj.

In Ulcinj is het even zoeken want de camping heeft geen straatnaam, enkel coördinaten. Dan sta ik ineens voor Camping Tropicana maar die camping zoek ik niet. Daar komt een jongen op een fiets aan en ik vraag hem naar Camping Safari Beach. Hij wijst me naar rechts te gaan, een zanderige weg met kuilen en gaten. Daar huppelt Eribaatje braaf doorheen en dan kom ik bij Safari Beach. Het is voornamelijk een resort van huisjes onder de hoge pijnbomen maar er kunnen ook campers en caravans staan. Als ik het raam open draai voor de beheerder die naar me toe komt lopen, zwermen de grote muggen naar binnen. Ik vraag een plek zonder muggen want daar reageer ik erg allergisch op. Dat kan want er is aan de kusstrook ook een stuk camping aangelegd vlak aan zee. Ik mag een mooi plekje uitzoeken en sta eerste rang met uitzicht op zee. Dan hoor ik een Duitser in een grote camper achter me roepen of ik de caravan een stukje kan opschuiven zodat zij ook nog zeezicht hebben. Met de mover verplaats ik de caravan want er is ruimte genoeg. En wat een uitzicht: een heel breed strand en een super grote Adriatische Zee. Daar sta ik dan en ik besluit om mijn zonnen luifel op te zetten. De zon schijnt, het is 26 graden terwijl in Nederland weer een koudegolf voorbij trekt.

Vandaag blijf ik in de buurt van mijn caravan, loop over heet zand naar de zee, lees heel veel bladzijden van mijn leesboek en praat met Duitse gasten. Tegen etenstijd komt de vrouw van de grote camper achter mij vragen of ik zin heb om een bier met ze te gaan drinken in het restaurant. Dat lijkt me een prima idee en met Monika van 69 en Heinz van 84 ga ik mee naar het restaurant. Ik bestel gelijk een eenvoudige maaltijd en we kletsen heel wat af. Dit stel gaat over een paar dagen met een groep van SIWA-Tours vier weken door Albanië trekken. In totaal gaan ze met zes campers en de reisleiding. Vind je dat nou niet stoer? Een man van bijna 85 die nog zo’n reis gaat ondernemen met zijn 15 jaar jongere vrouw. Hun beide echtgenoten zijn overleden en zij maken er samen nog een paar mooie jaren van. Mij heb je, hoor ik mezelf denken. Zo’n man zou ik ook nog wel eens willen ontmoeten. Monika vertelt me dat ze na het overlijden van haar man 20 jaar alleen is geweest. Vandaar dat ze mij kwam vragen om mee te gaan om samen wat te gaan drinken. Ze weet uit ervaring dat alleen reizen goed kan maar dat het ook leuk is om samen met anderen wat te delen.

Dan komen de grote muggen opzetten en we gaan ieder naar ons eigen slaapverblijf. Het is inmiddels over achten en al pikkedonker en rustig rond de paar campers die er staan. Morgenochtend ga ik te voet, circa 5 kilometers over het strand lopen naar de oude stad van Ulcinj. De taxi terug naar de camping kost maar €3,- dus dat wordt een mooie dag met badgoed mee. Vanavond op tijd gaan slapen want ik ben rozig van dat dubbel grote bier dat ik gedronken heb.

Ook op deze camping heb ik een dierenvriendje: een kleine terriër die door heeft dat ik hem wel leuk vind. Hij is van niemand en ik krijg al de suggestie om hem mee te nemen. Maar hij heeft, aan zijn krabben te zien, vlooien en is vast niet ingeënt. Maar hij heeft zeker een goed karakter en is niet bij me weg te slaan.

Vrijdag 27 april 2018 schijnt de zon weer volop. Het hondje ligt voor mijn caravandeur te slapen en springt op als ik naar buiten kom. Ik maak wat eten voor hem klaar en doe dat in zijn voerbak. Alsof het vanzelfsprekend is dat hij eten krijgt. Iets over negenen loop naar de zee en loop richting Ulcinj. Het is al warm en om half tien lig ik al in het water om af te koelen. De tocht is lopen en bukken want ik raap geregeld een mooie schelp op. Er liggen er hier niet veel maar die er liggen zijn het oprapen waard. Vooral de donkerbruine kokkels zijn prachtig van vorm en kleur. Die ga ik vandaag voor Marijke rapen die op mijn huis past. Zij maakt altijd ieder seizoen iets om op haar tafel te zetten en ik denk dat ze deze schelpen wel mooi zal vinden. Voor mij is het dus een soort sportoefening om steeds te bukken. De zee is kraakhelder en rustig en op strand ligt vooral aangespoelde takjes. Daar tussen wel wat plastic: zakken, bekertjes, doppen, tubes van tandpasta en zonnecrème. Hoe dichter ik bij Ulcinj kom hoe meer afval er op het strand ligt.

Aan het eind van het strand zie ik links vissershuisjes op palen staan. Maar het is eb en ik kan er een stuk naar toe lopen. Aan de rechter kant is een houten bruggetje om aan de andere kant te komen van het zeewater dat hier in een soort sluis naar de stad stroomt. Ik loop en loop en dan vraag ik de weg naar het centrum want er komt geen eind aan. Maar dat centrum blijkt nog zeker vijf kilometer verderop te liggen. Wat zal ik doen? Ik loop in een rustig tempo door want het is inmiddels flink warm. Er rijdt veel verkeer, veel oude aftandse kleine wagens en bestelbussen. Er worden ook hier heel grote gebouwen neergezet. Boven op zo’n gebouw zie ik mannen op de rand staan. Geen helm op, geen zekerheidsgordel. Montenegro zit in de EU maar de ARBO-veiligheidsregels gelden hier blijkbaar niet. Eigenlijk snap ik niet goed dat Montenegro bij de Europese Unie hoort en de euro heeft want dit deel van Montenegro doet niks aan ons Westerse Europa denken. Ulcinj is eerder oosters dan westers. Ook is onze euro hier meer waard dan in Holland en zelfs in Kroatië. Dus het is voor ons voordelig om naar Montenegro op reis te gaan maar voor hun euro krijgen ze minder bij ons. Onderweg koop ik een bruin broodje, drie plakken kaas en een flesje melk. In de schaduwkant ga ik op een stoeprand zitten en eet dit op. Jeetje wat is het warm, zeker 30 graden. Voor me staat een auto en de bezitters komen aanlopen. Wat zijn de mensen hier vriendelijk. Ik word begroet en de vrouw probeert een paar woorden met me te wisselen.

Tot drie keer toe moet ik in de schaduw gaan zitten want ik besterf het van de hitte. Onderweg koop ik bij een marktkraam nog voor €6,- nep NIKE slippers met dikke zool Dan kom ik in de oude stad, een levendig centrum, een lange winkelstraat met kleine winkeltjes. Ook heel veel kledingzaken met juist wat chiquere kleding. Een allegaartje is het hier en flink levendig. De straat loopt naar beneden naar het strand van Ulcinj. Auto’s staan geparkeerd waar dat niet mag, het is tweerichtingsverkeer en dat geeft de nodige opstoppingen. Ik hoor de omroeper van de moskee oproepen tot gebed. Er staan twee moskee ’s in het oude centrum. Er moet nog ergens een katholieke kerk staan maar die vind ik niet. Het is inmiddels 34 graden aan de zeekant en ik ga op een bankje in de schaduw zitten naast een wat oudere man. De moskee achter ons wordt druk bezocht. Het is vrijdag, moskeedag. De man naast me blijkt uit Macedonië te komen. Een oudere charmeur want hij vleit me door aan te geven dat ik er goed uit ziet. Dan duikt hij de moskee in en ga ik de heuvel op naar het oude fort.

Op de rand van de stad staan nog de oude overblijfselen van een hoog, oud fort. Een prachtige hoge stadswal is er, net zo hoog als de stadswal van Dubrovnik. Ulcinj is in de hoogte gebouwd, op de berg. Binnen de muren van het oude fort zijn een paar restaurants gebouwd. Ik klim naar boven en ga daar op een bankje zitten om bij te komen. Dan zie ik een man en vrouw uit de poort van het fort komen. Nee maar, dat zijn Heins en Monika van de camping. Dat is ook toevallig, ik loop al uren in Ulcinj rond en zit hier hoog op de berg en kom hun tegen. Ze schuiven aan op het bankje, we nemen wat foto’s en Heinz vertelt over de heerlijke maaltijd die ze boven hebben gegeten. Hij is een echte smulpaap en dat is aan zijn dikke buik wel te zien. We nemen afscheid en ik ga naar boven en zij naar beneden Ik zwerf boven wat door oude straatjes van het oude centrum. Ongelooflijk hoe hier de huizen dicht tegen elkaar zijn gebouwd en zo hoog boven de zeespiegel.

Dan weer naar beneden en het lijkt nu wel als 40 graden aan te voelen. Voor mij te warm en ik overweeg om naar de camping terug te gaan. Beneden staat wel een taxi maar er is geen taxichauffeur te zien. Ik ga weer op het bankje voor de moskee in de schaduw zitten. Daar komen Heinz en Monika toevallig weer voorbij. We besluiten met z’n drieen naar de camping te gaan. Ik onderneem actie door in bars te vragen of ze weten waar de taxichauffeur is. De derde man die ik het vraag neemt zijn telefoon en gaat hem voor ons bellen. Voor €8,- worden we naar de camping gereden. Onderweg vraagt Monika nog even of de chauffeur even voor een winkel wilt wachten want ze moet nog brood kopen. Alsof het heel gewoon is rijdt hij naar de hypermarkt en wacht braaf tot ze weer instapt met een brood onder haar arm. Eenmaal op de camping word ik begroet door het kleine hondje en kan ik bijkomen want hier waait een fris windje. Op mijn luie stoel lig ik te relaxen en dommel wat in. Dit is hier echt een plek om weer energie op te doen. Geen auto’s die je hoort rijden, geen muziek, geen gejacht. Enkel zon, zee en wind.
Het was Koningsdag in Nederland maar dat is totaal aan me voorbij gegaan. Tot ik een leuke foto van mijn kleinzonen kreeg. Alle drie in oranje outfit.

Nog even een stukje langs het strand lopen, een koude douche nemen en weer een biertje met mijn Duitse buren in het restaurant. Het is duidelijk warmer dan gisterenavond en we worden belaagd door de grote muggen. Ik haal de vliegenmeppers en terwijl ik eet bewaakt Monika dat de muggen mij opeten. Toch word ik gestoken in mijn hals, op mijn oor en op mijn hand. We vluchten naar binnen waar het wel warmer is maar waar de muggen ons met rust laten. Ik krijg het reisschema van mijn Duitse buren die volgende week naar Albanië gaan. Dat ga ik in mijn caravan voor het slapen gaan nog even bekijken. Ik besluit er morgen nog een dag aan vast te plakken en hier te blijven. Zaterdag is toch geen goede dag om de weg op te gaan want in het weekend gaan veel gezinnen op pad. De auto’s hier hebben meer deuken en krassen dan bij ons en ik wil graag onbeschadigd thuis komen.

Morgen nog even genieten van deze omgeving. Een waar rustoord is het hier in de lente nu de toeristen er nog niet zijn. In de zomer zou ik het hier niet uithouden, heet en druk is het hier dan. Dan staan er gemiddeld 70 campers en caravans op de camping, naast de vele huisjes en caravans die verhuurd worden. De camping is trouwens eigendom van de gemeente Ulcinj en de patron huurt de camping, betaalt pacht. Maar de gemeente investeert niet in het terrein, dat betaalt de beheerder zelf. Hij heeft net voor een ton een prachtig toiletgebouw neer gezet. De toiletten zijn al te gebruiken, de douches zijn de gastarbeiders aan het maken. Douchen doe ik nu in een van de huisjes. Ook prima te doen. Het is nu avond en het is buiten nog 27 graden.

Zaterdag 28 april schijnt de zon weer volop als ik wakker word. De nacht was wast onrustig door de muggenbulten die ik heb opgelopen. De kleine terriër heeft de wacht gehouden voor mijn caravan. Dit wordt mijn laatste dag hier aan de Adriatische kust. Nog even een dag genieten van de zon, de zee en de wind en het kleine hondje. Vandaag hoor ik van gasten dat de hond door een Duits stel dat hier onlangs met een camper was, is achter gelaten. Het hondje en ik harmoniëren goed en hij reageert op me als ik hem Woefie noem. Hij ligt veel onder mijn caravan in de schaduw maar als hij me hoort aankomen dan komt hij kwispelend naar me toe.

Ik ga vandaag de andere kant, richting Albanese grens op wandelen. Over het strand wel te verstaan. Ook nu buk ik vele malen om de prachtige schelpen op te pakken. Er liggen er niet veel maar nu het eb aan het worden is kan ik er toch genoeg vinden. De dikke bruine kokkels liggen half verscholen onder het zand op de plek tegen de vloedlijn aan. De dunnere schelpen worden door de lichte golven verder het strand op geduwd. Maar vooral die donkerbruine schelpen, die vind ik het mooist. Dan zie ik twee mannen met een vissersbootje. Ze hebben een net binnen gehaald waar vissen in verstrikt zijn komen te zitten. Zo’n net is flinterdun en bijna niet te zien. Dat staat verticaal op het strand met palen in de zee. De vissen, maar ook de krabben, zwemmen tegen het net aan en komen met hun kieuwen en scharen vast te zitten. De krabben krijgen eerst een klap op de kop en worden dan uit elkaar getrokken en uit het net gesjord. Dood worden ze weer in de zee gegooid waar de natuur de rest doet. Ik zie zo’n tien vissen van circa 20 centimeter in een ton liggen. Daar hebben de vissers twee uur over gedaan, vertelt er eentje. De hele familie heeft vanavond weer te eten, zegt de man in goed Engels. Er ligt een kleine pijlstaartrog die ze mee nemen. Blijkbaar zwemmen die hier ook in de Adriatische Zee.

Zo zwerf ik twee uur over het strand en ga geregeld het water in om af te koelen. Dan ziet een man dat ik steeds buk om een schelp op te rapen. Hij raapt er eentje op en als ik bij hem in de buurt kom dan biedt hij me die aan. Natuurlijk is dat een signaal voor een praatje dus ik blijf staan en neem de schelp aan. De man, schat een vijftiger, een Serviër, spreekt vloeiend Duits want hij heeft 12 jaar in Duitsland gewerkt. Ook Nederland kent hij, vooral Rotterdam. Utrecht kent hij van de meisjes op de woonboten, zegt hij glunderend. Hij is met zijn dochters en nichten en een neef op het strand. De jongelui zijn aan het zwemmen en hij kijkt toe. Hij gooit een balletje op want hij zegt alleen te leven. De Duitse vrouw is blijkbaar van de baan. Ik hap niet toe en geef hem een hand ten teken van afscheid. Misschien tot ziens zegt hij nog. Ik kijk hem aan en zeg: “Ich denke im Himmel”.

Dan loop ik weer verder en zo volgen nog een paar bijzondere ontmoetingen. Een groep jonge mannen zijn een restaurant aan het opbouwen. Blijkbaar hebben ze even middagpauze want ze duiken met bijna allen het water in. Eentje wil een foto maken en dan bied ik aan om van de hele groep een foto te maken. Altijd leuk want nu staan ze er allemaal op. Ik kom aan de praat met een van hen die ook al vloeiend Duits spreekt. De groep komt uit Kosovo en deze man, schat een veertiger, heeft zowel in Nederland als in Duitsland gewerkt. Hij woont in Kosovo maar werkt nu in Macedonië en Montenegro als elektricien. Hij is de verlichting voor het restaurant aan het verzorgen.

Hier worden op zo’n zes kilometer van de camping diverse nieuwe restaurants gebouwd. Een tractor met shovel is ladingen zand aan het verplaatsen richting de zee. Daar geeft het zand een troebel water maar even verder op is het water weer kraakhelder. Heel apart is dat het water zo helder is maar als je in het water een handje zand neemt dat het zand zwart is. Het lijkt wel gewone aarde. Maar het water is er niet troebel door. Heel apart want liggend in het water kun je die zwarte aarde over je lichaam smeren en zo krijg je een natuurlijk modderbad. Een van de mannen die ik vandaag spreek zegt dat deze kust zo gezond is vanwege de vele mineralen. Het zou hier erg gezond verblijven zijn voor mensen met astma en bronchitis.

Op de terugweg zie ik een grote, zwarte auto op het strand staan. Vast een 4wheel drive denk ik en ik kijk naar het nummerbord. Kosovo zo te zien. In het water zijn drie opgroeiende kinderen aan het spelen en er loopt een kleintje aan de vloedlijn. Een man met tamelijk lange baard staat in de buurt van de auto. Een jonge vrouw zit met hoofddoek om en kleren aan in de auto. Ik loop naar de auto en vraag in het Duits hoe ze met de auto op het strand zijn gekomen. Of ik Engels spreek? Geen punt en ik schakel om in het Engels. De jonge vrouw vertelt dat ze in Kosovo wonen maar dat ze hier achter het strand een villa hebben. In het weekend rijden ze 300 kilometer om hier met de kinderen te ontspannen. Ze spreekt vloeiend Engels en het blijkt dat ze drie jaar in Canada heeft gewerkt. Haar man is manager in een groot familiebedrijf dat met zeven broers wordt gerund. Zodra een van d e kinderen 15 jaar is, dan gaat die in het bedrijf werken en wordt daar opgeleid. Ze hebben het goed, vertelt ze en ze nodigt me uit om naar Pristina in Kosovo te komen. Ze reageren heftig als ik vertel dat ik steeds hoor dat Kosovo gevaarlijk is om door te reizen. “Echt niet waar”, zegt ze en haar man zegt haar zijn visitekaartje aan me te geven. Nu ligt Kosovo niet op de route van mijn reis richting Slovenië maar ik beloof haar om een mail met foto te sturen. “Dan wel graag in het Engels”, voegt ze er nog aan toe. Ze zouden graag een keer naar Nederland willen komen maar het blijkt dat ze dan een visum moeten aanvragen. Het fijne weet ik hier niet van. Het kaartje neem ik mee en wie weet of ik nog eens in Kosovo kom.

Terug op de camping schat ik dat ik zeker 10 kilometer over het strand gelopen heb. De kleine terriër komt me vrolijk tegemoet en ik loop even langs bij de Duitse achterburen, Monika en Heinz. Ik geef aan dat ik morgen ga vertrekken. Ik heb wat zonneallergie gekregen en de bulten van de muggen hebben me afgelopen nacht bezig gehouden. Vanavond gaan we nog wel een bier met elkaar drinken in het restaurant.

Waarheen gaat nu de reis? Vanuit Ulcinj, de zuidelijkste punt van Montenegro, is het niet ver naar Albanië en ik heb besloten om een week te gaan snuffelen aan dat land. Albanië stond eigenlijk niet in mijn planning maar ik hoor zulke mooie verhalen over Shkrodër en het grote meer waar het aan ligt. Dit meer, Skadarsko Jezero, ligt op de grens van Montenegro en Albanië en is het grootste Balkanmeer. Nu is het wel zo dat ik geen routekaart van Albanië heb en ook geen Albanees geld. Maar ik heb me laten vertellen dat ik dat wel in Shkrodër vanaf de camping kan regelen. Dus ik sluit nu het blog Montenegro, westkust aan de Adriatische zee af en ga op de bonnefooi naar Albanië. In principe wil ik daar een week wat rondkijken. Mocht het me te warm of te onprettig zijn, dan ga ik gewoon terug. Maar dat zie ik dan wel weer.

De ober in het restaurant laat ik vanavond weten dat als zij kunnen regelen dat het leuke hondje ingeënt wordt en een hondenpaspoort krijgt, ik hem na Albanië kom ophalen. Dan mag hij verder met me mee op reis en mee naar Nederland. Maar ik moet nog zien dat ze dit voor een hondje over hebben. Dat horen we volgende week vast nog wel want ik laat mijn telefoonnummer en mailadres hier achter op de camping.

Wordt vervolgd vanuit Albanië.

  • 29 April 2018 - 15:57

    Irene:

    Hallo Nicolette,

    Wat een verhaal. Je doet het toch maar. Al je belevenissen vermelden en dan misschien ook nog een
    hondje er aan overhouden. Als het lukt en je kunt het hondje meenemen, dan weet ik, wie heel blij zijn met het hondje. Of hou je hem zelf. We vernemen het nog wel van jou.
    Je ziet veel mooie dingen en leuke ontmoetingen met de mensen en andere kampeerders.
    Ben benieuwd hoe je Albanië ervaart.
    Heel veel plezier en blijf oppassen.
    Groetjes

  • 29 April 2018 - 23:39

    Marion:

    neem je het hondje mee? is wel een maat die in de eriba past ! nog drie weken dan ga ik op stap maar hoef maar 1700 km rijden. zoek nu al naar campings voor onderweg , als het niet anders kan dan ook maar tussen de vrachtwagens :-) nog veel plezier daar , groetjes marion

  • 30 April 2018 - 12:05

    Lineke:

    Hoi Nicolette,
    Wat een lang verslag! Jouw vermogen om contacten te leggen en jezelf te vermaken is nog altijd grandioos zo te lezen. Leuk dat het fietsen zo goed gaat. En wat zuidelijk ben je al. Misschien met nieuwe huisvriend terug?!! Maar eerst Albanie. Ben heel benieuwd!
    Veel reisplezier hoor!!!
    Groetjes, Lineke

  • 30 April 2018 - 12:33

    Desi:

    Wat een prachtig verhaal, Nic. Ik krijg nu ook zin in onze vakantie en wil eigenlijk ook wel Montenegro aandoen door jouw verhalen.
    en dan dat hondje...............ik zou inderdaad hem ook meegenomen hebben.......ik kan daar helemaal niet tegen......vooral nu we geen hond meer hebben....lief van je ik ben benieuwd hoe het gaat aflopen.
    Misschien komen wij ook wel een hondje tegen in juni....wie zal t zeggen.
    Veel liefs van Desi en ik hoop dat Albanië je positief verrast.

  • 30 April 2018 - 15:17

    Loes:

    Wat een schat, vertroetel hondje maar lekker,
    Groetjes Loes

  • 30 April 2018 - 16:57

    Sibilla:

    Hoi Nicolette,
    Met veel plezier jouw uitgebreide verslagen gelezen.
    Wat een leuke reis maak je.
    Hier is het druilerig rotweer. Dus in plaats van tennissen, ben ik jouw verhaal gaan lezen.
    Zo werd het toch nog een leuke middag!
    Nog heel veel plezier. Ik ben heel benieuwd naar wat je in Albanië gaat beleven.
    Lieve groeten,
    Sibilla

  • 30 April 2018 - 23:13

    Marleen:

    He Nicolette, jouw verslag leest als een boeiend boek. Dat is genieten.
    Een hond, een strandman. Echt wel spannend en interessant.
    Ik ben benieuwd hoe het verder gaat met Monty.
    Blijf voorzichtig en alert.
    We blijven je volgen

  • 01 Mei 2018 - 05:40

    Marijke:

    Lieve Nicolette, wat een mooi reisverslag alweer! Met heel veel plezier je avonturen gelezen. Ik vind het echt super knap van je, je bent een echte reiziger!!! Wij gaan eind mei op pad om via Bari in Italie naar Griekenland te gaan. Dan verder via de landen die jij beschrijft. Maak me wel zorgen wat betreft het weer. Vorig jaar waren we in juli in Kroatie en zijn dat ontvlucht vanwege de hitte. Overigens hou ik wel van warm weer hoor! Maar Geert een stuk minder! Zo benieuwd of je het hondje mee terug neemt, want dat geeft wel gezelligheid, maar ook nieuwe verantwoordelijkheden op je weg. Benieuwd naar je volgende avonturen! Wees voorzichtig en een fijne reis verder!

  • 02 Mei 2018 - 10:43

    Ali Groebe:

    Hoi Nicolette,
    Wat een geweldige reis maak je en zo leuk om te lezen. Dus we zien je misschien met een hond thuiskomen. Dat mensen dat trouwens kunnen zo'n hondje achterlaten.
    Vandaag, 2 mei is het weer hier ook eindelijk beter. Het was koud, nat hier. Jij ligt lekker te lezen aan zee!
    Het ultieme vakantiegevoel. Ik ben reuze benieuwd hoe het je in Albanië zal vergaan.
    Blijf wel voorzichtig!
    groeten
    Ali

  • 03 Mei 2018 - 20:01

    Tineke Boot:

    Ha Nicolet

    Leuk om weer te lezen wat je allemaal beleefd! Hartelijke groeten van Bram en Tineke

  • 08 Mei 2018 - 10:31

    Henk Bosselaar:

    Hallo Nicolette,
    Ik ben pas nu toe aan je reis in Montenegro.
    Maar ik volg je nog steeds maar wel vertraagd.
    Stel je verhalen erg op prijs.
    Als ik jonger was zou die omgeving graag eens beleven.
    Hier hou ik met andere zaken bezig, boeiend en tijd slurpend.
    Nog een fijn vervolg reis gewenst,
    tot ziens,
    Henk

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nicolette

Inmiddels ben ik alweer twee jaar met pensioen. In de afgelopen twee jaar heb ik vooral Vietnam leren kennen. In 2013 heb ik twee maanden als vrijwilliger gewerkt bij het adviesbureau SCDI in Hanoi. Daarna ben ik, alleen, een maand gaan rondtrekken door Vietnam. Veel heb ik daar met de scooter gedaan. In 2014 heb ik mijn rugzak en koffertje gepakt en ben drie maanden, weer alleen, gaan rondreizen door Myanmar (voorheen Birma), Laos, noord Cambodja. Ook ben ik weer terug gegaan naar Hanoi om 2,5 week te werken bij SCDI en om bij het huweliijk van de jonge Dai en zijn jonge bruid Hue te mogen zijn. Dit was een bijzondere gebeurtenis op het platteland 80 km boven Hanoi. In 2015 heb ik een kleine Eriba Pan Touring caravan gekocht en heb ruim 100 nachten op campings in Nederland doorgebracht. Soms alleen, soms met mijn jonge kleinzonen en soms met gropen. In 2016 heb ik het voornemen om een 100-daagse reis te maken, weer alleen, door de Baltische Staten. Daarvan komt hier het reisverslaag. Ik hoop dat dit een bijzondere ervaring gaat worden. Alleen met de kleine 'hotelkamer op wielen' op de bonnefooi trekken. Tijdens deze reis maak ik een vijfdaags uitje naar Petersburg en Helsinki. In totaal doe ik zo 7 landen aan in 100 dagen. Mocht de reis tegenzitten, dan kom ik gewoon eerder terug. Mocht het echter erg naar het zin zijn, dan heb ik de mogelijjkheid om later terug te komen. Dit is nu het voordeel van gepensioneerd zijn.

Actief sinds 28 Feb. 2016
Verslag gelezen: 1007
Totaal aantal bezoekers 85353

Voorgaande reizen:

01 September 2019 - 01 December 2019

Nic en Monti, samen onderweg naar Portugal

16 Maart 2018 - 28 Juni 2018

Er is een tijd van komen en van gaan

23 April 2016 - 14 Augustus 2016

Nic's Rondreis Baltische Staten

02 Juni 2016 - 07 Juni 2016

5-daagse trip naar St. Petersburg

30 December 2013 - 31 Maart 2014

Zuid-Oost Azie: Vietnam, Myanmar, Laos, Cambodja

Landen bezocht: